Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
feit 1), door zijn penis in haar vagina en/of tussen de schaamlippen te brengen, terwijl verdachte wist dat zij in staat van verminderd bewustzijn verkeerde (
feit 2), en door zich te laten aftrekken, althans zijn penis te laten betasten, en haar borsten, billen en/of vulva te betasten (
feit 3);
feit 4) en haar borsten te betasten (
feit 5).
3.De bewijsoverwegingen
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd,
een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar.
De strafbaarheid van verdachte
6.De motivering van de straf
7.De schade van benadeelden
- [slachtoffer 1] : € 6.000,-- / 65 dagen gijzeling (feit 6);
- [slachtoffer 2] : € 6.000,-- / 65 dagen gijzeling (feit 7);
- [slachtoffer 3] : € 800,-- / 16 dagen gijzeling (feit 8).
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd,
een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar;
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen;
een gedeelte van 179 (honderdnegenenzeventig]) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat verdachte (zich) gedurende de proeftijd (of zoveel korter als de reclassering nodig vindt):
- meldt bij de reclassering op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo vaak en zolang deze instelling dat nodig vindt, en zich houdt aan de aanwijzingen die de reclassering hem in dat kader geeft;
- meewerkt aan diagnostiek door Trajectum of een soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering;
- zich laat behandelen door Trajectum of een soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering, en zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener hem geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dit nodig vindt;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
€ 6.000,-- (zesduizend euro)(bestaande uit immateriële schade);
maatregelop dat verdachte verplicht is om aan de Staat der Nederlanden, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van
€ 6.000,-- (zesduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf [datum 6] 2020 , en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt,
65 (vijfenzestig) dagen gijzelingkan worden toegepast. Het toepassen van gijzeling ontslaat verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
€ 6.000,-- (zesduizend euro)(bestaande uit immateriële schade);
maatregelop dat verdachte verplicht is om aan de Staat der Nederlanden, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van
€ 6.000,-- (zesduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf [datum 6] 2020 , en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt,
65 (vijfenzestig) dagen gijzelingkan worden toegepast. Het toepassen van gijzeling ontslaat verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
maatregelop dat verdachte verplicht is om aan de Staat der Nederlanden, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van
€ 800,-- (achthonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf [datum 6] 2020 , en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt,
16 (zestien) dagen gijzelingkan worden toegepast. Het toepassen van gijzeling ontslaat verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.