In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel wordt de zaak behandeld van een 65-jarige man die zijn WW-uitkering niet ontvangt omdat het UWV hem verwijtbaar werkloos heeft verklaard. De aanleiding voor deze beslissing was een incident waarbij de eiser een collega bij de keel heeft gegrepen na een scheldpartij. Het UWV beschouwde dit als een dringende reden voor ontslag volgens artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat er sprake is van een dringende reden, maar dat de eiser verminderd verwijtbaar is. Dit betekent dat de helft van de WW-uitkering niet wordt uitbetaald. De rechtbank wijst erop dat de eiser, ondanks zijn gedrag, te maken heeft gehad met persoonlijke omstandigheden die zijn handelen beïnvloedden. De rechtbank concludeert dat het UWV een nieuw besluit moet nemen waarin wordt vastgesteld dat slechts de helft van de uitkering niet wordt uitbetaald over een periode van maximaal 26 weken. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de feiten en omstandigheden rondom de werkloosheid en de verwijtbaarheid van de werknemer.