Uitspraak
1.De procedure
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De zaak in het kort
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
eenmanszaakvan de bestuurder van AAA Industrial, en als er al werkzaamheden zijn verricht ten behoeve van AAA Industrial dan heeft [bedrijf 1] deze niet inzichtelijk gemaakt. Indien de kantonrechter oordeelt dat tussen partijen wel een overeenkomst tot stand is gekomen, beroept AAA Industrial zich op vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling. AAA Industrial stelt tot slot dat de vordering van [bedrijf 1] is verjaard (artikel 3:307 in samenhang met artikel 3:317 BW). De factuur waarop [bedrijf 1] haar vordering baseert, dateert van 28 november 2018. De verjaringstermijn voor vorderingen tot betaling van een factuur bedraagt vijf jaar (artikel 3:307 lid 1 BW). Volgens AAA Industrial is de vordering verjaard. Er heeft ook geen rechtsgeldige stuiting plaatsgevonden. De laatste in de dagvaarding genoemde aanmaning (een e-mail) dateert van 5 maart 2019. In het geval deze e-mail al als een rechtsgeldige stuitingshandeling kan worden opgevat (wat wordt betwist) en AAA Industrial deze aanmaning zou hebben ontvangen (wat ook wordt betwist), dan is de verjaringstermijn gaan lopen op 5 maart 2019 zodat de vordering dus in ieder geval per 5 maart 2024 is verjaard. Toen [bedrijf 1] op 28 maart 2024 de e-mail aan AAA Industrial stuurde was (waarvan de ontvangst door AAA Industrial wordt betwist) was de vordering dus al verjaard. Het enkele feit dat [bedrijf 1] de betaling van de onderhavige factuur in de procedure tegen [naam] ter sprake heeft gebracht, maakt niet dat sprake is van een tussentijdse stuiting van deze vordering. AAA Industrial was in die procedure immers geen procespartij en het enkele feit dat [naam] bestuurder is van zowel de eenmanszaak als AAA Industrial betekent niet dat deze entiteiten en hun verplichtingen onderling kunnen worden vereenzelvigd. Ook werkt een reconventionele vordering in een eerdere procedure niet door naar AAA Industrial. En ook als de reconventionele vordering wel als een stuitingshandeling is aan te merken, is de vordering van [bedrijf 1] verjaard, omdat [bedrijf 1] AAA Industrial niet heeft gedagvaard binnen zes maanden nadat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest heeft gewezen (artikel 3:316 lid 2 BW).
dezelfde partijenbindende kracht. [11] Dit heet gezag van gewijsde. Hoewel [naam] zowel eigenaar is van de eenmanszaak als enig bestuurder en aandeelhouder van AAA Industrial, ging het in de eerste procedure formeel niet om AAA Industrial. Materieel ging het wel om AAA Industrial, maar de kantonrechter had al geoordeeld dat AAA Industrial geen partij was in die procedure, zodat de eis in reconventie ten aanzien van de onderhavige factuur inhoudelijk niet is beoordeeld. Tegen deze beslissing is geen appel aangetekend, zodat de factuur van 28 november 2018 geen enkele rol heeft gespeeld in de procedure bij het gerechtshof. Daaruit volgt dat de overwegingen van het gerechtshof over de juistheid van de facturen die in die procedure wel een rol speelden en/of over de werkzaamheden door [bedrijf 1] niet zien op de factuur van 28 november 2018. Verder blijkt uit het arrest dat [bedrijf 1] en [naam] zelf telkens onderscheid maakten tussen de eenmanszaak en AAA Industrial, ook ten aanzien van de facturatie. [12] En zoals de kantonrechter ter zitting ook al met partijen heeft besproken, ging de procedure in hoger beroep alleen over de reeds
welbetaalde facturen en de vraag of er deels moest worden terugbetaald. Het gerechtshof oordeelde dat dit niet hoefde. Volgens het gerechtshof keerde het hoger beroep zich tegen wat door de kantonrechter is beslist over alle bedragen die [naam] zelf
heeft betaaldop de aan AAA Industrial gerichte facturen. [13] Daarover werd geoordeeld dat [bedrijf 1] er wel degelijk vanuit mocht gaan dat [naam] voor AAA Industrial heeft betaald, zodat [naam] niet onverschuldigd had betaald. [14] Maar de kantonrechter is van oordeel dat daaruit niet één-op-één de erkenning van onderhavige factuur kan worden gedestilleerd. Integendeel zelf: deze is blijkbaar bewust nooit betaald. Dit betekent dat de beslissingen in de eerdere procedure tussen [naam] en [eiser] voor AAA Industrial geen bindende kracht hebben in de onderhavige procedure.