In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, die een groot aantal kippen en hanen houdt op zijn perceel, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Twenterand. Dit besluit, genomen op 13 november 2024, verplichtte verzoeker om het aantal pluimvee te reduceren tot maximaal 80 stuks, waaronder maximaal 4 hanen, en legde een last onder dwangsom op van € 9.900,- indien deze last niet binnen de gestelde termijn werd opgevolgd. De voorzieningenrechter heeft op 21 januari 2025 de zaak behandeld, waarbij verzoeker niet zelf aanwezig was, maar wel vertegenwoordigd door een gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft de rechtmatigheid van het besluit van het college beoordeeld en geconcludeerd dat er voldoende redenen zijn om het verzoek om schorsing van het besluit toe te wijzen. De voorzieningenrechter oordeelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de hoogte van de dwangsom in redelijke verhouding staat tot de overtreding. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten het bestreden besluit te schorsen tot zes weken na de beslissing op bezwaar, en het college te verplichten het griffierecht van € 187,- aan verzoeker te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het college om de belangen van verzoeker en de rechtmatigheid van het besluit zorgvuldig af te wegen, vooral gezien de gevolgen van de opgelegde last onder dwangsom.