ECLI:NL:RBOVE:2025:6215
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op verzoek tot verwijdering van gegevens met oplegging van dwangsom
In deze zaak heeft eiser op 4 september 2024 een verzoek tot verwijdering van gegevens ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Almelo. Dit verzoek werd op 9 oktober 2024 afgewezen. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing op 18 oktober 2024 en stuurde op 18 februari 2025 een ingebrekestelling wegens het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaar. Het college kende op 29 april 2025 een dwangsom van €1.442,- toe aan eiser wegens het niet tijdig beslissen. Eiser stelde op 19 mei 2025 beroep in tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaar. Op 16 juni 2025 nam het college een gewijzigd primair besluit aan, maar eiser was van mening dat dit besluit een beslissing op zijn bezwaar was en dat hij ten onrechte niet was gehoord. De rechtbank oordeelde dat het besluit van 16 juni 2025 als een nieuw primair besluit moet worden aangemerkt, waardoor er nog geen beslissing op bezwaar was genomen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, bepaalde dat het college binnen acht weken een beslissing op het bezwaar moest nemen en legde een dwangsom op van €100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van €15.000,-. Tevens werd het college veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan eiser.