RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummers: 11343678 \ CV EXPL 24-3653 en 11647439 CV EXPL 25-1211
Vonnis van 28 oktober 2025
in de zaak met zaaknummer 11343678 \ CV EXPL 24-3653 van
de stichting
WONINGSTICHTING VECHTDAL WONEN,
gevestigd in Ommen,
eisende partij,
hierna te noemen: Vechtdal Wonen,
gemachtigde: mr. M.E. Berends-de Weerd
[gedaagde 1],
wonende in [woonplaats 1],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde 1],
gemachtigde: mr. J.J.M. Pinners
en in de zaak met zaaknummer 11647439 CV EXPL 25-1211 van
de stichting
WONINGSTICHTING VECHTDAL WONEN,
gevestigd in Ommen,
eisende partij,
hierna te noemen: Vechtdal Wonen,
gemachtigde: mr. M.E. Berends-de Weerd
[gedaagde 2]
wonende in [woonplaats 2],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde 2],
gemachtigde: mr. J.J.M. Pinners.
1.1. [gedaagde 1] huurt een woning van Vechtdal Wonen. Volgens Vechtdal Wonen is [gedaagde 1] de huurovereenkomst niet goed nagekomen, omdat de huurwoning lange tijd niet haar hoofdverblijf is (geweest). Vechtdal Wonen vraagt daarom aan de kantonrechter om de huurovereenkomst stop te zetten (te ontbinden) en om [gedaagde 1] te veroordelen de huurwoning te verlaten. Ook vraagt Vechtdal Wonen om [gedaagde 1] te veroordelen een boete te betalen, voor een periode dat [gedaagde 1] niet in de huurwoning verbleef.
1.2. Vechtdal Wonen is ook een zaak tegen [gedaagde 2] gestart. Omdat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] getrouwd zijn, is [gedaagde 2] op basis van de wet (mogelijk) medehuurder. Daarom heeft Vechtdal Wonen de kantonrechter gevraagd om ook de huurovereenkomst met [gedaagde 2] stop te zetten, en om [gedaagde 2] te veroordelen de huurwoning te verlaten.
1.3. De kantonrechter is kort gezegd van oordeel dat [gedaagde 1] de afspraken van de huurovereenkomst niet is nagekomen, en dat dat voldoende is om de huurovereenkomst te ontbinden. Maar, [gedaagde 1] zal de woning niet hoeven te verlaten. Omdat de kantonrechter ook van oordeel is dat [gedaagde 2] medehuurder is, en hij niets met de tekortkoming van [gedaagde 1] te maken heeft gehad, wijst de kantonrechter de vordering tegen [gedaagde 2] af. [gedaagde 2] neemt daardoor als het ware de plaats in van [gedaagde 1] als huurder van Vechtdal Wonen. [gedaagde 1] wordt vervolgens weer beschermd doordat zij, als echtgenote van [gedaagde 2], medehuurder wordt. [gedaagde 1] moet wel de contractuele boete aan Vechtdal Wonen betalen.
2 De procedure
2.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaardingen van 11 september 2024 ([gedaagde 1]) en 4 april 2025 ([gedaagde 2]),
- de conclusies van antwoord namens [gedaagde 1] en [gedaagde 2],
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
- nadere producties van [gedaagde 1],
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 april 2025, waar door de kantonrechter is bepaald dat de zaak van [gedaagde 2] zal worden gevoegd met de zaak van [gedaagde 1],
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling (van de gevoegde zaken gezamenlijk) is bepaald,
- nadere producties van [gedaagde 1] en [gedaagde 2],
- de mondelinge behandeling (van de gevoegde zaken gezamenlijk) van 30 september 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- spreekaantekeningen van Vechtdal Wonen.
2.2.Aan het einde van de zitting heeft de kantonrechter aan partijen meegedeeld dat op 28 oktober 2025 uitspraak zal worden gedaan.