ECLI:NL:RBOVE:2025:6314
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een Wmo-aanvraag voor een traplift en de beoordeling van de zorgvuldigheid van het besluit
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 november 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van een gemeente over de afwijzing van een aanvraag voor een traplift op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Eiseres had op 5 augustus 2024 een aanvraag ingediend voor een traplift, die door het college op 27 februari 2025 werd afgewezen. Eiseres stelde dat het college onvoldoende rekening had gehouden met haar beperkingen en de noodzaak voor ondersteuning niet had kunnen vermijden. De rechtbank oordeelde dat het college de aanvraag niet had mogen afwijzen, omdat eiseres bij haar verhuizing rekening had gehouden met haar beperkingen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het college niet langer mag stellen dat eiseres de noodzaak tot ondersteuning heeft kunnen vermijden. Tevens werd het college veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.