ECLI:NL:RBOVE:2025:6504

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 november 2025
Publicatiedatum
11 november 2025
Zaaknummer
71.008632.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensensmokkel en witwassen door verdachte in georganiseerd verband

Op 10 november 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel en witwassen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaren. De verdachte is schuldig bevonden aan het helpen van illegale migranten bij hun doorreis door Nederland en andere EU-landen, waarbij levensgevaar voor de gesmokkelden te duchten was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 18 augustus 2020 tot en met 11 januari 2022 betrokken was bij meerdere mensensmokkelincidenten, waarbij in totaal 203 gesmokkelden betrokken waren. De verdachte heeft daarbij een sturende en faciliterende rol gespeeld, en heeft uit winstbejag gehandeld. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan witwassen van grote geldbedragen, die afkomstig waren uit de mensensmokkel. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft erkend dat zij een aanzienlijk bedrag heeft verdiend met de mensensmokkel en dat zij een terugkerend patroon van crimineel gedrag heeft vertoond. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde valse verblijfsdocument, omdat niet bewezen kon worden dat zij wist dat het document vals was.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.008632.22 (P)
Datum vonnis: 10 november 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 30 september 2025, 3 oktober 2025, 6 oktober 2025 en 27 oktober 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en haar raadsvrouw mr. H.E. Berman, advocaat in Haarlem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 18 april 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 18 augustus 2020 tot en met 11 januari 2022, zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan (een in een aantal gevallen levensgevaarlijke vorm van) mensensmokkel, terwijl zij daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
feit 2:in de periode van 18 januari 2020 tot en met 11 januari 2022 een totaalbedrag van (ongeveer) € 67.917,00 heeft witgewassen;
feit 3:op 11 januari 2022, samen met anderen opzettelijk een valse verblijfsvergunning heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
zij op een of meer (nader te noemen) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18
augustus 2020 tot en met 11 januari 2022 te Rijswijk en/althans (elders) in Nederland
en/of in België en/of Italië en/of Kroatië en/of Hongarije en/althans elders,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen en/althans alleen
(telkens) een of meer nader te noemen perso(o)n(en) (met nader te noemen
nationaliteit), en wel:
- op of omstreeks 17 maart 2021, 24, althans een of meer perso(o)n(en) van Turkse en/of
Bengalese(inwoners uit Bangladesh) nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 1]
/ [naam 15] "), en/of
- op of omstreeks 28 maart 2021, 6, althans een of meer perso(o)n(en) van Bengalese
nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 2] / [naam 3] "), en/of
- op of omstreeks 5 april 2021, 12, althans een of meer perso(o)n(en) van Bengalese
en/of Egyptische en/of Irakese nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 4] "),
en/of
- op of omstreeks 8 april 2021, 12, althans een of meer peso(o)n(en) van Irakese
nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 5] "), en/of
- op of omstreeks 19 april 2021, 47, althans een of meer peso(o)n(en) van Syrische
nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 6] "), enlof
- op of omstreeks 24 april 2021, 4, althans een of meer peso(o)n(en) van Bengalese
nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 7] / [naam 8] "), en/of
- op of omstreeks 8 mei 2021, 11, althans een of meer peso(o)n(en) van Syrische
nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 9] "), en/of
- op of omstreeks 22 juli 2021, 20, althans een of meer peso(o)n(en) van Turkse
nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 10] "), en/of
- op of omstreeks 5 augustus 2021, 24, althans een of meer peso(o)n(en) van Irakese
nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 11] "), en/of
- op of omstreeks 21 augustus 2021, 18, althans een of meer peso(o)n(en) van Bengaalse
en/of Pakistaanse en/of een onbekende nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel
[naam 12] "), en/of
- op of omstreeks 27 oktober 2021, 24, althans een of meer peso(o)n(en) van Syrische
nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 13] "),
* behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door,
enlof
* uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen enlof een
staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen
Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot
aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen
transnationale georganiseerde misdaad,
en/of die bovengenoemde(e) (gesmokkelde) perso(o)n(en) (telkens) daartoe
gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
door (meermalen):
- een bestelbus/auto/voertuig (voor telkens het vervoer/transport van voornoemde
gesmokkelde personen) te huren/regelen/organiseren, enlof
- de chauffeur(s) voor die/dat bestelbus(sen) /auto(s) /voertuig(en) te
regelen/organiseren, en/of
- voornoemde (gesmokkelde) perso(o)n(en) te (laten) vervoeren en/of te (laten)
begeleiden en/of het vervoer/transport van die perso(o)n(en) (telkens) te regelen en/of
te organiseren, en/of
- de betaling(en) /financiering met betrekking tot die (smokkel)reis/zen te doen en/of te
regelen en/of te incasseren en/of daartoe een of meer van verdachtes bankrekening(en)
ter beschikking te stellen,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat die toegang en/of doorrei(s)z(en) en/of dat verblijf
wederrechtelijk was, en/of
terwijl door die/dat feit(en) (telkens) levensgevaar voor een of meer van de voornoemde
(gesmokkelde) personen te duchten was,
door die perso(o)n(en) (telkens) te (laten) vervoeren en/of op te (laten) sluiten in een
(zeer) beperkt(e) ruimte/compartiment in/van een voertuig/bestelbus/auto, welk(e)
ruimte /compartiment:
+ als zodanig niet voor het vervoer van personen bestemd/ingericht/geschikt was, en/of
+ geen, althans (een) zeer beperkt(e) faciliteit(en) voor een goede zuurstof toevoer en/of
ventilatie en/of verwarming en/of verkoeling had,
+ niet was voorzien van stoelen en/of veiligheidsgordel(s) en/of een dakconstructie
en/of een veiligheidsframe en/of een goed sluitende deur, en/of
door (meermalen) die/dat voertuig/bestelbus/auto te laten besturen door een persoon
die niet in het bezit was van het voor dat voertuig/die bestelbus/auto vereiste rijbewijs
en/of die persoon /bestuurder een verslavingsproblematiek had,
en verdachte, van het plegen van dit/deze feit(en) een beroep of gewoonte heeft
gemaakt;
2.
zij op een of meer (nader te noemen) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18
januari 2020 tot en met 11 januari 2022, te Rijswijk en/althans (elders) in Nederland
en/of in België,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
a)
telkens) (van) één of meer voorwerp(en), te weten één of meer (contant(e))
geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van (circa) 67.917,-- euro, in elk geval enig(e)
geldbedrag(en) en/of een of meer goed(eren), te weten:
- in of omstreeks de periode van 1 juli 2020 tot en met 21 december 2021, een of
meer contante storting(en) op rekeningnummer [rekeningnummer 1] voor een
totaalbedrag van euro 8.140,00, en/of
- op of omstreeks 13 maart 2021 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 2] voor een (totaal)bedrag van euro 600,00, en/of
- op of omstreeks 21 september 2020 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 3] voor een (totaal)bedrag van euro 1.010,00, en/of
- op of omstreeks 15 februari 2021 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 3] voor een (totaal)bedrag van euro 300,00, en/of
- in of omstreeks de periode van 30 april 2021 tot en met 12 december 2021 negen,
althans een of meer contante storting(en) op rekeningnummer
[rekeningnummer 4] voor een totaalbedrag van euro 7.265,00, en/of
- op of omstreeks 13 april 2021 de aanschaf enlof (vervolgens) contante betaling
van een bromfiets, merk Vespa, voor een geldbedrag van euro 4.250,00, en/of
- op of omstreeks 4 augustus 2021, althans in de maand augustus 2021, een
geldbedrag van euro 10.000,-- (Brussel/België), en/of
- op of omstreeks 10112 augustus 2021 de aanschaf en/of (vervolgens) contante
betaling van een Samsung Galaxy Note 20 Ultra en/of een Apple iPhone 12 Pro
Max voor een (totaal) bedrag van euro 2.227,00, en/of
- in of omstreeks de periode van 17 september 2021 tot en met 27 oktober 2021
zes, althans een of meer contante storting(en) op en/of overboeking(en) naar
rekeningnummer [rekeningnummer 5] voor een totaalbedrag van euro
8.425,00, en/of
- op of omstreeks 10 oktober 2021 de aanschaf en/of (vervolgens) (gedeeltelijke
contante) betaling van een auto, merk Volkswagen Tiguan, voor een bedrag van
euro 19.200,00, althans euro 16.700,00, en/of
- in of omstreeks de maand oktober 2021 de contante betaling van een
schadebedrag van euro 6.900,00, en/of
- in of omstreeks de periode van 17 september 2021 tot en met 27 oktober 2021
zes, althans een of meer contante storting(en) op enlof overboeking(en) naar
rekeningnummer [rekeningnummer 5] voor een totaalbedrag van euro
8.425,00, en/of
- op of omstreeks 11 januari 2022 (in de woning [adres 1] )
een geldbedrag van euro 6.350,00,
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing
heeft verborgen en/of verhuld en/of
heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op de/het
geldbedrag(en)/voorwerp(en) was/waren, en/of
heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp/voornoemde
geldbedrag(en)/voorwerp(en), voorhanden heeft gehad,
terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) dat die/dat voorwerp(en) geheel of
gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
en/of
b)
telkens) (van) één of meer voorwerp(en), te weten één of meer (contant(e))
geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van (circa) 67.917,-- euro, in elk geval enig(e)
geldbedrag(en) en/of een of meer goed(eren), te weten:
- in of omstreeks de periode van 1 juli 2020 tot en met 21 december 2021, een of
meer contante storting(en) op rekeningnummer [rekeningnummer 6] voor een
totaalbedrag van euro 8.140,00, en/of
- op of omstreeks 13 maart 2021 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 2] voor een totaalbedrag van euro 600,00, en/of
- op of omstreeks 21 september 2020 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 3] voor een totaalbedrag van euro 1.010,00, en/of
- op of omstreeks 15 februari 2021 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 3] voor een totaalbedrag van euro 300,00, en/of
- in of omstreeks de periode van 30 april 2021 tot en met 12 december 2021 negen,
althans een of meer contante storting(en) op rekeningnummer
[rekeningnummer 7] voor een totaalbedrag van euro 7.265,00, en/of
- op of omstreeks 13 april 2021 de aanschaf en/of (vervolgens) contante betaling
van een bromfiets, merk Vespa, voor een geldbedrag van euro 4.250,00, en/of
- op of omstreeks 4 augustus 2021, althans in de maand augustus 2021, een
geldbedrag van euro 10.000,-- (Brussel/België), en/of
- op of omstreeks 10/12 augustus 2021 de aanschaf en lof (vervolgens) contante
betaling van een Samsung Galaxy Note 20 Ultra en/of een Apple iPhone 12 Pro
Max voor een ' (totaal) bedrag van euro 2.227,00, en/of
- in of omstreeks de periode van 17 september 2021 tot en met 27 oktober 2021
zes, althans een of meer contante storting(en) op en/of overboeking(en) naar
rekeningnummer [rekeningnummer 5] voor een totaalbedrag van euro
8.425,00, en/of
- op of omstreeks 10 oktober 2021 de aanschaf en/of (vervolgens (gedeeltelijke
contante) betaling van een auto, merk Volkswagen Tiguan, voor een bedrag van
euro 19.200,00, althans euro 16.700,00, en/of
- in of omstreeks de maand oktober 2021 de contante betaling van een
schadebedrag van euro 6.900,00, en/of
- in of omstreeks de periode van 17 september 2021 tot en met 27 oktober 2021
zes, althans een of meer contante storting(en) op en/of overboeking(en) naar
rekeningnummer [rekeningnummer 5] voor een totaalbedrag van euro
8.425,00, en/of
- op of omstreeks 11 januari 2022 (in de woning [adres 1] )
een geldbedrag van euro 6.350,00,
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft
omgezet, en/of van voornoemde voorwerp (en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) dat die/dat voorwerp(en) -onmiddellijk of
middellijk- afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
en/of
c)
telkens) (van) één of meer voorwerp(en), te weten één of meer (contant(e))
geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van (circa) 67.917,-- euro, in elk geval enig(e)
geldbedrag(en) en/of een of meer goed(eren), te weten:
- in of omstreeks de periode van 1 juli 2020 tot en met 21 december 2021, een of
meer contante storting(en) op rekeningnummer [rekeningnummer 1] voor een
totaalbedrag van euro 8.140,00, en/of
- op of omstreeks 13 maart 2021 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 2] voor een totaalbedrag van euro 600,00, en/of
- op of omstreeks 21 september 2020 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 3] voor een totaalbedrag van euro 1.010,00, en/of
- op of omstreeks 15 februari 2021 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 3] voor een totaalbedrag van euro 300,00, en/of
- in of omstreeks de periode van 30 april 2021 tot en met 12 december 2021 negen,
althans een of meer contante storting(en) op rekeningnummer
[rekeningnummer 4] voor een totaalbedrag van euro 7.265,00, en/of
- op of omstreeks 13 april 2021 de aanschaf en/of (vervolgens) contante betaling
van een bromfiets, merk Vespa, voor een geldbedrag van euro 4.250,00, en/of
- op of omstreeks 4 augustus 2021, althans in de maand augustus 2021, een
geldbedrag van euro 10.000,-- (Brussel/België), en/of
- op of omstreeks 10/12 augustus 2021 de aanschaf en/of (vervolgens) contante
betaling van een Samsung Galaxy Note 20 Ultra en/of een Apple iPhone 12 Pro
Max voor een (totaal) bedrag van euro 2.227,00, en/of
- in of omstreeks de periode van 17 september 2021 tot en met 27 oktober 2021
zes, althans een of meer contante storting(en) op en/of overboeking(en) naar
rekeningnummer [rekeningnummer 5] voor een totaalbedrag van euro
8.425,00, en/of
- op of omstreeks 10 oktober 2021 de aanschaf en/of (vervolgens (gedeeltelijke
contante) betaling van een auto, merk Volkswagen Tiguan, voor een bedrag van
euro 19.200,00, althans euro 16.700,00, en/of
- in of omstreeks de maand oktober 2021 de contante betaling van een
schadebedrag van euro 6.900,00, en/of
- in of omstreeks de periode van 17 september 2021 tot en met 27 oktober 2021
zes, althans een of meer contante storting(en) op en/of overboeking(en) naar
rekeningnummer [rekeningnummer 5] voor een totaalbedrag van euro
8.425,00, en/of
- op of omstreeks 11 januari 2022 (in de woning [adres 1] )
een geldbedrag van euro 6.350,00,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij verdachte
en/of haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van
die/dat voorwerpen(en) wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen voorwerp(en)
betrof(fen);
3
zij op of omstreeks 11 januari 2022 te Rijswijk
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
opzettelijk een vals enlof vervalst geschrift, te weten een verblijfsvergunning op naam
van [naam 13] , dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, heeft
afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl zij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd
was om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst.

3.De bewijsmotivering

3.1
Inleiding mensensmokkel [1]
Nadat op 22 juli 2020 de Nederlander [naam 14] bij de grens van Slovenië-Kroatië werd aangehouden voor de smokkel van 29 illegale migranten, stuurde Europol een Siena-bericht naar de Koninklijke Marechaussee. Naar aanleiding van de bevindingen die hierop volgden, werd in augustus 2020 door het Landelijk Parket het onderzoek 27TOLTOL gestart. Dit onderzoek richtte zich op het mogelijk in georganiseerd verband smokkelen van illegale migranten in gehuurde voertuigen via de Balkan route. In de periode van augustus 2020 tot december 2020 werden bijna wekelijks Siena-berichten ontvangen uit Kroatië en Slovenië met daarin informatie over voor mensensmokkel aangehouden Nederlandse chauffeurs. De voertuigen, die gebruikt werden voor de smokkel werden in Nederland of Duitsland gehuurd. [2] Dit betrof veelal voor goederenvervoer bedoelde bestelbusjes, waarin de illegale migranten in de laadruimte vervoerd werden. Een enkele keer werd er gebruik gemaakt van personenauto’s. De chauffeurs werden per gesmokkelde betaald. Uit analyse van de historische verkeersgegevens van de inbeslaggenomen telefoons van de aangehouden chauffeurs kwamen drie IMEI-nummers naar voren. Deze IMEI-nummers waren in gebruik bij een persoon, die leek te verblijven in een woning aan de [adres 2] . Op dit adres stond [medeverdachte 1] ingeschreven. Zij verbleef daar samen met [medeverdachte 2] . [3] In het onderzoek naar een mensensmokkelincident op 15 januari 2021 kwam op de huurovereenkomst van de gebruikte Volkswagen Crafter de naam van [verdachte] naar voren. [4] Uit opgenomen en afgeluisterde telefoongesprekken volgde dat het telefoonnummer in gebruik bij [verdachte] contact had met [medeverdachte 2] . [verdachte] woonde in die periode samen met [medeverdachte 3] aan de [adres 1] . [5] [medeverdachte 4] kwam als contact van [verdachte] naar voren. Ook was er te zien dat er overboekingen van de gezamenlijke bankrekening van [verdachte] en [medeverdachte 3] naar de bankrekening van [medeverdachte 4] werden gedaan. [6]
Op 20 april 2021 voegde een opsporingsambtenaar werkzaam bij de afdeling observatie en techniek Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten van de Koninklijke Marechaussee (hierna: BSB) zich toe aan de openbare groep [bedrijf 7] op Telegram. Daarin kwam meerdere malen een oproep voorbij met de tekst: ‘
Chff gezocht per direct rit Italië goede verdiensten’. Nadat er nadere informatie was verkregen, vond er op 2 juni 2021 een ontmoeting plaats tussen [medeverdachte 4] en een, niet als zodanig te herkennen, opsporingsambtenaar van de BSB. [medeverdachte 4] vertelde daar dat hij een bedrijf had, genaamd [bedrijf 1] en dat hij fungeerde als tussenpersoon in het vervoer/transport van illegalen van Slovenië naar Italië. Hij regelde verder alles. De chauffeur verdiende volgens [medeverdachte 4]
€ 6.000,00 en de bijrijder € 4.000,00. Na een rit werd er uitbetaald. Een vervoersmiddel, hotel, telefoon en handgeld werd geregeld. [7]
Op 26 juli 2021, 4 augustus 2021 en 21 oktober 2021 vonden er ontmoetingen plaats tussen [medeverdachte 2] en een, niet als zodanig te herkennen, opsporingsambtenaar van de BSB. Tijdens deze gesprekken heeft [medeverdachte 2] onder andere verklaard dat hij een lijn (
drugs) heeft gehad naar Kroatië. Ook sprak [medeverdachte 2] over werkzaamheden in het kader van mensensmokkel. Hij vertelde dat hij chauffeurs regelde, die hij busjes bij ‘ [alias 1] ’ liet huren. [medeverdachte 2] gaf aan dat hij een groepschat aanmaakte op WhatsApp, waarin hij de opstaplocatie en routes deelde. De chauffeurs moesten hun live locatie delen, zodat alles gevolgd kon worden. [medeverdachte 2] sprak over vluchtelingen en gaf uitleg over het smokkelen van mensen. Ook toonde [medeverdachte 2] een filmpje op zijn mobiele telefoon, waarop te zien was dat er 26 mensen uit de achterdeur van een busje springen. Hij vertelde dat hij per gesmokkelde geld ontving en dat dit uiteindelijk op was gelopen tot € 900,00 per gesmokkelde. De geldstroom verliep via Western Union en er werd pas betaald zodra de gesmokkelden waren afgezet in Triëst. [8]
Binnen het onderzoek 27TOLTOL werden er 48 smokkelincidenten geregistreerd. In 16 van de mensensmokkelincidenten heeft dit geleid tot het al dan niet betrokken zijn van de verdachten waar in deze inleiding overgesproken wordt. Verdachte [medeverdachte 5] (hierna: [medeverdachte 5] ) werd ervan verdacht de opdrachtgever te zijn van in ieder geval 15 van de smokkelincidenten. [9]
Op 11 januari 2022 werden [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] aangehouden. Aansluitend heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan de [adres 1] en in het voertuig, dat op naam van [verdachte] stond, een Volkswagen Tiguan voorzien van voormalig kenteken [kenteken 1] . In dit voertuig werden in het dashboardkastje twee notitieboekjes aangetroffen en inbeslaggenomen. [10] Op het blauwe notitieboekje stond “Smart”. [11] In het voertuig gekoppeld aan [bedrijf 2] , een Volkswagen Polo, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , zijn twee rode schriften aangetroffen. [12] [verdachte] is eigenaar van het bedrijf [bedrijf 2] . [13]
Op 18 januari 2022 zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] aangehouden in de woning aan de [adres 2] .
Modus Operandi
De aard van de diverse mensensmokkelincidenten kenmerkte zich door eenzelfde modus operandi en een professionele aanpak. Voor het uitvoeren van een mensensmokkel werden er voertuigen gehuurd en werd er telefonisch contact gehouden met de chauffeurs. Daarnaast was te zien dat er overboekingen zijn gedaan om onder andere voertuigen te huren en de reis naar Kroatië of Slovenië te maken. Ook werden chatgroepen in WhatsApp aangemaakt. Via zo’n groepschat werden opstaplocaties en routes gedeeld met de chauffeurs. De chauffeurs werd verzocht om een livelocatie te delen, zodat alles goed gevolgd en aangestuurd kon worden. De bedoeling was om de vluchtelingen via sluiproutes naar de volgende locatie voor de doorreis door de Europese Unie te brengen. [14]
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle aan verdachte ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde witwassen heeft zij vrijspraak gevorderd van één van de bedragen van
€ 8.425,00, omdat dit een dubbeltelling betreft.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft met betrekking tot de onder 1 ten laste gelegde mensensmokkel vrijspraak bepleit ten aanzien van de zaaksdossiers [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] / [naam 8] en [naam 12] , omdat er geen sprake is van medeplegen. Ook heeft zij vrijspraak bepleit van het onder de zaaksdossiers [naam 2] / [naam 3] , [naam 4] en [naam 7] / [naam 8] tenlastegelegde levensgevaar. De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de overige zaaksdossiers en het onder 2 ten laste gelegde witwassen (afgezien van het dubbel genoemde bedrag van € 8.425,00) gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadvrouw heeft vrijspraak bepleit voor het onder 3 tenlastegelegde, nu [verdachte] niet wist of moest vermoeden dat het verblijfsdocument vals was.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
3.4.1
Ten aanzien van de onder 1 ten laste gelegde mensensmokkel
3.4.1.1 De juridische kaders
Artikel 197a Wetboek van Strafrecht (mensensmokkel)
Voor een bewezenverklaring van artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is vereist dat de verdachte, al dan niet uit winstbejag, behulpzaam is geweest een persoon toegang tot of doorreis door of verblijf te verschaffen in Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie (EU), of dat de verdachte daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden, dat de toegang of doorreis of het verblijf wederrechtelijk is.
Naar vaste rechtspraak moet het bestanddeel ‘behulpzaam zijn bij’ uitgelegd worden overeenkomstig artikel 48 Sr, waarin medeplichtigheid in algemene zin strafbaar is gesteld. [15] In deze strafzaak gaat het erom of de verdachte behulpzaam is geweest bij het verschaffen van de doorreis door, het verblijf in en toegang tot een lidstaat van de EU van een persoon of dat de verdachte daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft of dit in enigerlei opzicht bevorderd heeft of gemakkelijk heeft gemaakt. Als behulpzaamheden die onder artikel 197a Sr vallen, is onder meer genoemd [16] : de begeleiding tijdens de reis, bijvoorbeeld door feitelijk met een groep gesmokkelden mee te reizen, het verlenen of verzorgen van onderdak en vervoer tijdens de reis en het verzorgen van (valse of vervalste) documenten.
Wederrechtelijkheid
Het begrip ‘wederrechtelijk’ in de delictsomschrijving van artikel 197a Sr moet worden uitgelegd als ‘zonder enig subjectief recht of enige bevoegdheid’. De hulp moet dus verleend zijn ten opzichte van iemand die tot het verblijf of de toegang in Nederland of het Schengen-rechtsgebied aan geen rechtsregel – van nationale of internationale herkomst – enige titel kan ontlenen.
Winstbejag (lid 2)
De term winstbejag strekt ertoe om handelen met zuiver ideële motieven uit de werkingssfeer van artikel 197a, lid 2 Sr te houden. Van winstbejag is sprake als het handelen van de verdachte is ingegeven door een gerichtheid op verrijking, waarbij het niet noodzakelijk hoeft te gaan om geldelijk voordeel. Ook is niet bepalend of het beoogde voordeel daadwerkelijk is behaald. Voldoende is dat de verdachte op verrijking uit is geweest.
Beroep /gewoonte maken van (lid 4)
Een beroep of gewoonte maken als bedoeld in artikel 197a, lid 4 Sr duidt erop dat de verdachte zich vaker en met enige regelmaat, al dan niet beroepsmatig, schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel of behulpzaam zijn bij het wederrechtelijk verschaffen van verblijf, toegang of doorreis.
Of er gesproken kan worden van het maken van een beroep of gewoonte hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan de aard van de gedragingen, de omstandigheden waaronder deze gedragingen zijn verricht, het aantal gedragingen en het tijdsbestek waarbinnen zich dit heeft afgespeeld. Daarbij geldt niet de eis dat er sprake moet zijn van een minimum aantal van gedragingen.
Levensgevaar (lid 5)
In lid 5 van artikel 197a Sr is, levensgevaar voor een ander te duchten als strafverzwarende omstandigheid opgenomen. Voor de invulling van het begrip ‘levensgevaar’ wordt er in de jurisprudentie aansluiting gezocht bij de jurisprudentie, die ziet op ‘levensgevaar’ zoals bedoeld in artikel 157 Sr. De Hoge Raad vult het te duchten gevaar aan de hand van het vereiste van voorzienbaarheid in. Daarbij wordt uitgegaan van voorzienbaarheid ten tijde van het handelen van de verdachte. Om het levensgevaar voor een ander als vaststaand te kunnen aannemen is in algemene zin vereist dat uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen volgt dat dat levensgevaar te duchten was. Dit betekent dat het levensgevaar ten tijde van het behulpzaam zijn bij de doorreis in de Europese Unie naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest. [17] Dat de verdachte zelf dat gevaar wellicht niet heeft voorzien, is niet van belang.
Medeplegen
De medepleger wordt ingevolge artikel 47 Sr als dader bestraft. Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat voor een bewezenverklaring van medeplegen vereist is dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen twee of meer personen aan een delict, waarbij de intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. [18] Deze samenwerking kan in sommige gevallen afgeleid worden uit een gezamenlijk plan of gezamenlijk optreden. Het begrip samenwerking heeft ook een intentionele betekenis; uit de uiterlijke verschijningsvorm van gedragingen kan in bepaalde gevallen het doelgerichte karakter worden afgeleid en daarmee ook de gezamenlijke intenties van de betrokken verdachten om het doel te verwezenlijken.
Algemene overweging van de rechtbank vooraf ten aanzien van levensgevaar
Op voorhand overweegt de rechtbank dat uit de hiervoor geschetste modus operandi het volgende naar voren komt.
Voor het smokkelen van de personen werd veelal gebruik gemaakt van de laadruimte van bestelbusjes. Voor het huren van een voertuig werd aan de geronselde chauffeurs geld overgemaakt. Daarbij werden geen instructies gegeven dat de te huren voertuigen geschikt moesten zijn voor personenvervoer en een minimum aantal zitplaatsen moesten hebben. Laadruimtes zijn per definitie niet ingericht en geschikt voor het vervoeren van personen. Betaling vond per gesmokkelde plaats, hetgeen het vervoeren van meer personen dan toegestaan in de hand werkt. Een en ander levert naar het oordeel van de rechtbank op dat levensgevaar in ieder geval vooraf (d.w.z. ten tijde van het verrichten van de in artikel 197a Sr besloten liggen ‘medeplichtigheid’) voorzienbaar is geweest. Uiteraard heeft dan wel te gelden dat het regelen of huren van het betreffende voertuig wordt gezien als een in artikel 197a Sr bedoelde ‘behulpzaamheidshandeling’. De rechtbank zal daar bij de bespreking van de afzonderlijke zaaksdossiers nader op ingaan.
Voor het vaststellen of er daadwerkelijk levensgevaar te duchten is geweest, zal de rechtbank per zaaksdossier aansluiting zoeken bij de rapportage die de Koninklijke Marechaussee (hierna: rapportage van de KMAR) daarover heeft opgesteld.
3.4.1.2 Telefoonnummers in gebruik bij [verdachte]
Uit het onderzoek volgde dat er diverse telefoonnummers in gebruik zijn geweest bij [verdachte] . Deze telefoonnummers komen in de verschillende zaaksdossiers voor in relatie tot de mensensmokkelincidenten.
- [verdachte] heeft erkend dat de telefoonnummers [telefoonnummer 1] [19] en [telefoonnummer 2] [20] van haar zijn.
- Het telefoonnummer [telefoonnummer 3] is het telefoonnummer dat gekoppeld is aan [bedrijf 2] , een bedrijf dat op naam stond van [verdachte] . [21]
- Uit de onderzoeksbevindingen van meerdere zaaksdossiers blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 4] gekoppeld moet worden aan [verdachte] . [22] Ter terechtzitting van 3 oktober 2025 heeft [verdachte] erkend dat zij betrokken is geweest bij de gesprekken, die gevoerd zijn met dit telefoonnummer. [23]
- Het telefoonnummer [telefoonnummer 5] komt voor in de zaaksdossiers [naam 2] / [naam 3] , [naam 5] , [naam 6] en [naam 9] . Uit een C.I.O.T bevraging gedaan op 30 maart 2021, kwam naar voren dat dit nummer op naam stond van [verdachte] . [24] [verdachte] heeft op 24 januari 2022 verklaard dat dit een oud telefoonnummer van haar kon zijn. [25] Door de raadsvrouw is aangevoerd dat het telefoonnummer ook door een ander kan zijn gebruikt en dat zonder stemherkenning in de specifieke zaaksdossiers dit nummer niet zonder meer te koppelen is aan [verdachte] . Dit verweer verwerpt de rechtbank, omdat noch uit het procesdossier noch uit de verklaring van [verdachte] ter terechtzitting is gebleken dat daadwerkelijk een ander persoon dit telefoonnummer op enig moment heeft gebruikt.
- Het telefoonnummer [telefoonnummer 6] heeft in een telefoon gezeten, waar het telefoonnummer [telefoonnummer 5] ook in heeft gezeten [26] en via een C.I.O.T.-bevraging [27] is dit nummer ook aan [verdachte] gekoppeld.
- Het telefoonnummer [telefoonnummer 7] is middels stemherkenning [28] aan [verdachte] gekoppeld.
De rechtbank gaat, gelet op de hiervoor genoemde bevindingen ervan uit dat de hiervoor besproken telefoonnummers in de ten laste gelegde periode gebruikt zijn door [verdachte] .
3.4.1.3 Algemene verklaringen
[verdachte] heeft op 12 januari 2022 verklaard dat zij haar stem herkende in de tapgesprekken en heeft verklaard dat ‘ [alias 2] ’ [medeverdachte 4] is. Zij heeft verklaard dat zij niet de organisatie is. [verdachte] zorgde dat er mensen kwamen om te rijden, zij zocht mensen die wilden rijden. Met rijden bedoelde zij dat er mensen naar het buitenland gaan om de migranten op te halen. [29]
Op 30 september 2025 heeft [verdachte] ter terechtzitting verklaard dat zij in opdracht van [medeverdachte 5] notities maakte in het aangetroffen blauwe notitieboekje en dat [medeverdachte 5] aan haar en [medeverdachte 3] vroeg om PCR-testen voor de chauffeurs in orde te maken. [verdachte] gaf aan dat zij tegen hem gezegd heeft dat ‘ze het in orde maken’. [30]
[medeverdachte 3] heeft op 1 maart 2022 verklaard dat de inbeslaggenomen desktop van haar en [verdachte] is, dat er op deze desktop vervalste corona papieren staan van chauffeurs die hebben gereden en dat zij de papieren heeft geregeld. Ze gebruikte Paint om de papieren te vervalsen en ze deed dit omdat de organisatie het op dat moment niet kon en [verdachte] het ook niet kon en [verdachte] had gezegd ‘lukt ons wel’. [31]
3.4.1.4 De zaaksdossiers
De rechtbank zal hieronder eerst per zaaksdossier (‘smokkelincident’) de relevante feiten en omstandigheden op basis van de bewijsmiddelen vaststellen. Vervolgens zal de rechtbank telkens haar oordeel geven over de betrokkenheid van [verdachte] daarbij en hoe die betrokkenheid strafrechtelijk moet worden geduid. Dit laatste wordt uiteraard gedaan tegen de achtergrond van de hiervoor geschetste juridische kaders, algemene modus operandi en verklaringen van [verdachte] over haar betrokkenheid in algemene zin.
Zaaksdossier [naam 1] / [naam 15] [32]
Op 17 maart 2021 zijn in Kroatië [naam 1] en [naam 15] aangehouden ter zake mensensmokkel. Ze reden in een IVECO Daily voorzien van het Nederlandse kenteken: [kenteken 3] . In de laadruimte van het voertuig bevonden zich 24 migranten, waarvan 16 Turkse staatsburgers en 8 staatsburgers uit Bangladesh. [33]
[naam 1] heeft verklaard dat zij en [naam 15] waren gevraagd om deze rit te doen. Toen zij onderweg wilden stoppen, werden ze bedreigd. Toen ze terug naar Nederland wilden gaan, omdat zij medicijnen vergeten waren, werden ze opnieuw bedreigd en werd er gezegd dat ze de klus moesten afmaken. Toen zij onderweg tegen een tunnel aan zijn gereden, waardoor de gehele bovenkant van het voertuig er af lag. Ook hierna mochten ze niet stoppen. Ze zouden € 2.000,00 per persoon krijgen of € 5.000,00 in totaal. [naam 1] wist dat in de laadruimte geen stoelen, veiligheidsgordels of ventilatieroosters zaten. Ze kreeg de coördinaten via WhatsApp in een groepsapp door, zodat ze wisten waar ze naartoe moesten. [naam 15] heeft verklaard dat een vriendinnetje van vroeger haar had gevraagd om deze rit samen met [naam 1] te doen, dat ze werden bedreigd toen ze het niet wilden doen en dat er op haar telefoon te zien was dat er meerdere locaties werden verstuurd die ze moesten volgen. [34]
3 Turkse gesmokkelden hebben verklaard dat zij in Kroatië door een vrachtwagen werden opgehaald. De gesmokkelden verklaarden unaniem dat ze tussen de € 2.000,00 en
€ 2.500,00 hebben betaald voor transport van Istanbul naar Duitsland. Een persoon met de Bengalese nationaliteit heeft verklaard dat een onbekende vrouw hem voor € 600,00 van Zagreb naar een ander land in de Europese Unie zou brengen. [35]
Op de bankrekening van [naam 1] vonden op 13 maart 2021 en 14 maart 2021 bijschrijvingen plaats van in totaal € 500,00 met omschrijvingen als ‘vakantie’ en ‘tank’. Op 14 maart 2021 vond er ook een bijschrijving van € 10,00 plaats afkomstig van het rekeningnummer [rekeningnummer 8] op naam van [medeverdachte 3] . [36] Op 13 maart 2021 heeft er van de bankrekening van [naam 15] een afschrijving van € 600,00 plaatsgevonden ter betaling aan [bedrijf 3] . Voorafgaand aan deze afschrijving van [bedrijf 3] vond er op dit bankrekeningnummer een bijschrijving van € 620,00 plaats afkomstig van een bankrekeningnummer op naam van [naam 1] . [37]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 8] stond op naam van [medeverdachte 3] . [38] Het telefoonnummer [telefoonnummer 9] was in gebruik is bij [verdachte] . [39]
Uit onderzoek aan de telefoon van [naam 15] kwamen meerdere chatgesprekken tussen haar en [verdachte] naar voren. [naam 15] stuurde foto’s naar [verdachte] van het rijbewijs van [naam 1] en een foto van haar eigen paspoort. [verdachte] stuurde onder meer dat ze aan het kijken was naar een bus, dat dit niet zomaar dingen zijn waar je even ja of nee tegen zegt, dat er altijd een escort vooroprijdt en dat ‘ [alias 3] ’ voor hen meegaat, ze vroeg of [naam 15] ‘live kon delen’, omdat ze die nodig had voor ‘ [alias 3] ’ en ook vroeg [verdachte] in een spraakbericht of ze een groep kon aanmaken met [alias 3] en haar en of [naam 15] dan vervolgens haar live locatie kon delen. In de groepschat met onder andere [verdachte] , [medeverdachte 3] en [naam 15] stuurde [verdachte] een video waarin de vrachtwagen van het merk Iveco met het kenteken [kenteken 3] te zien was en een adres in Zutphen waarbij ze aangaf dat het voor ‘ [alias 4] ’ was.
Op 16 maart 2021 heeft [verdachte] in de groepschat met [verdachte] , [medeverdachte 3] , [naam 15] en [naam 1] , om 23:24 uur gestuurd: ‘
Net gebeld, alles is nu geregeld’ en ‘
22 people’, waarna [medeverdachte 3] heeft gestuurd ‘
Ff allemaal bidden’. Ook stuurde [verdachte] ‘
Mensen tellen filmen aub’en ‘
trap ze erin’, [medeverdachte 3] heeft gestuurd dat ze de telefoon opgeladen moesten hebben, waarna de gebruiker van [telefoonnummer 10] stuurde ‘
Gooi ze erin alles mag zolang ze dr maar in zitten’.
Op de dag van het mensensmokkelincident stuurde [verdachte] naar [naam 15] dat ze voorzichtig moesten rijden en wees zij erop dat ze moest controleren of er wellicht een GPS trekker onder het voertuig was geplaatst. In de groepschat stuurde [verdachte] ‘
jullie kunnen starten’en vroeg zij wederom of ze of zij hun ‘live’ in de groep kunnen gooien. [40]
Ook de telefoon van [naam 1] is onderzocht. In de dagen voorafgaande aan het mensensmokkelincident heeft [naam 1] meerdere malen een betaalverzoek gestuurd met ‘vakantie’ en ‘Benzine’ als omschrijving, waarna [naam 1] stuurde ‘
nog niks binnen’. [verdachte] reageerde daarop, waarna [naam 1] bevestigde dat het erop staat. [verdachte] stuurde audioberichten waarin [medeverdachte 3] en zijzelf duidelijk te horen waren en [verdachte] zei ‘
Is me vrouwtje’en
‘…morgen komt die groep, want vandaag, hij heeft gewoon niet genoeg mensen….’. [medeverdachte 3] zei onder andere
‘… mensen met documenten, dus het zijn geen illegalen. Maar dan weet je dat, dus eh ja, I am sorry for that but eh ik maak het goed…’. Daarna zei [verdachte] ‘
Is misschien ook beter dan jullie eigenlijk ff beetje rust hebben, weet je waarom met politie en zo toch’, waarna [medeverdachte 3] zei ‘
ja daarom, dat sowieso joh, is ff beter’. [verdachte] stuurde vervolgens
‘ [alias 5] zegt: niks verder in onze groep app zetten als gelukt enz’. In de telefoon is een door [verdachte] gemaakte video aangetroffen, waarin een voertuig te zien was, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 3] . Te horen was ‘
Look big car, good car, it is good car’. Naast deze video, zijn er video’s aangetroffen, waarin te zien was dat het voertuig met het kenteken [kenteken 3] was vastgelopen onder een viaduct waardoor het dak er gedeeltelijk is afgeschoven en dat er meerdere personen in een laadruimte stappen en dat er in het Nederlands geteld wordt tot 24. [41]
In het blauwe notitieboekje dat in de auto van [verdachte] is aangetroffen, staat op pagina 3
‘ [alias 6] / [alias 7] , 600 huurauto, 500 zakgeld, 100 bank [alias 7] , 10 bank [alias 7] , 50 [alias 3] tank en 50 Tank [alias 7] ’en op pagina 18
‘ [alias 7] en [alias 6] gepakt’. [42]
In de telefoon van [medeverdachte 2] stonden de telefoonnummers die in gebruik waren bij [naam 1] en [naam 15] , zonder naam, opgeslagen. Verder stonden in de map ‘call log’ de telefoonnummers van [medeverdachte 3] , [verdachte] , [naam 1] en [naam 15] . Op 17 maart 2021 waren er twaalf contacten tussen het telefoonnummer dat in gebruik was bij [naam 1] en het telefoonnummer [telefoonnummer 11] van [medeverdachte 2] . Ook zijn er een screenshot van een berichtenwisseling met [verdachte] , een foto van het paspoort van [naam 15] , een Covid-test op naam van [naam 15] , een foto van het paspoort van [naam 1] en een Covid-test op naam van [naam 1] aangetroffen. Verder werd een afbeelding van een huurovereenkomst van [bedrijf 3] , op naam van [naam 1] , aangetroffen voor de periode 13 maart 2021 tot en met 15 maart 2021 met betrekking tot het voertuig voorzien van kenteken [kenteken 3] . Ook is er een video aangetroffen waarop te zien is dat de huurauto voorzien van het kenteken [kenteken 3] van verhuurbedrijf Kuperus is vastgelopen onder een viaduct waardoor het dak er gedeeltelijk is afgeschoven. [43]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat [naam 1] voorafgaand aan de mensensmokkel tegen een tunnel aan was gereden met het voertuig, waardoor de bovenkant van het voertuig beschadigd was en openlag. [naam 1] en [naam 15] hadden dit bij hun opdrachtgevers aangegeven en gezegd dat ze wilden stoppen met de rit, maar door de opdrachtgevers werd gezegd dat er prima gereden kon worden. [naam 1] en [naam 15] hebben vervolgens de 24 gesmokkelden in de laadruimte laten plaats nemen. De gesmokkelden zaten op het dak dat in de laadruimte lag. De gesmokkelden moesten met een touw één van de twee deuren aan de achterkant dichthouden. Bovendien was de laadruimte van het voertuig niet geschikt voor het vervoeren van personen. In de laadruimte waren geen stoelen, geen veiligheidsgordels, geen dakconstructie en geen veiligheidsframe aanwezig. Ook werkte de achterste dubbele deur van de laadruimte niet naar behoren en was er een risico dat in het geval van een ongeluk de personen uit de laadruimte zouden vallen. Tot slot brachten de temperatuur, de uitlaatgassen en de gedwongen houding van de gesmokkelden een reëel risico met zich mee op het moment van vervoeren. [44]
[verdachte] heeft ter terechtzitting op 3 oktober 2025 bekend dat zij bij dit mensensmokkelincident betrokken was, dat zij een sturende en coördinerende rol heeft gehad en dat zij dit feit samen met anderen heeft gepleegd. [45]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 1] en [naam 15] , de chauffeur en bijrijder, die de migranten daadwerkelijk feitelijk hebben vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervullen.
[verdachte] heeft [naam 1] en [naam 15] als chauffeurs geronseld en samen met medeverdachte [medeverdachte 3] aangestuurd, begeleid en financieel ondersteund. Ook uit de specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepschat, waarin instructies werden gegeven en locaties werden gedeeld, volgt dat [verdachte] [naam 1] en [naam 15] aanstuurde en daarmee de doorreis van de 24 migranten heeft bevorderd en vergemakkelijkt. Op dag van de smokkel (17 maart 2021) waren er twaalf telefonische contacten tussen [naam 1] en [medeverdachte 2] , beschikte [medeverdachte 2] over relevante (op het vervoer van de migranten betrekking hebbende) informatie van [naam 1] en [naam 15] en had hij contact met [verdachte] over deze smokkel. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] in nauwe samenwerking met [medeverdachte 3] , de beide chauffeurs alsook [medeverdachte 2] de toegang, doorreis en het verschaffen van verblijf van de 24 migranten heeft bevorderd en vergemakkelijkt.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat er door het vervoeren van 24 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt bestelbusje, onder de omstandigheden en op de wijze zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor die migranten. Dit gevaar was voor [verdachte] ten tijde van het (doen) huren van de bus en het vervoeren de migranten naar algemene ervaringsregels ook voorzienbaar, nu zij – zoals gezegd – wist dat voor de smokkels waarbij zij betrokken was (waaronder dus de onderhavige) gebruik werd gemaakt van dergelijke voor personenvervoer ongeschikte busjes, dat het om lange buitenlandse ritten zou gaan waarbij veel personen tegelijk zouden worden vervoerd onder vaak moeilijke omstandigheden en het doorgang laten vinden van het vervoer prioriteit had gelet op de financiële belangen die ermee gemoeid waren.
Zaaksdossier [naam 2] / [naam 3] [46]
Op 28 maart 2021 heeft de Italiaanse grenspolitie op de grens tussen Slovenië en Italië, 6 illegale immigranten aangetroffen die uit een personenauto, Ford Galaxy voorzien van Nederlands kenteken [kenteken 4] , waren gestapt. [47]
De 6 personen, die werden aantroffen zonder geldige identiteitspapieren, verklaarden dat ze de Bengaalse nationaliteit hadden. Zij waren illegaal binnengekomen zonder de juiste papieren. De personenauto bleek eigendom te zijn van het verhuurbedrijf ‘ [bedrijf 4] ’ in Amsterdam. De gesmokkelde, [naam 16] , verklaarde hoe de reis was verlopen en dat ze door de landen Kroatië en Slovenië waren gereden.
[naam 3] heeft verklaard dat ze immigranten hebben laten instappen in Kroatië, dat ze in totaal € 1.000,00 zouden krijgen en dat de opdracht van ene [alias 8] kwam, die ook wel [verdachte] werd genoemd. Verder heeft zij verklaard dat [alias 8] haar een voorschot had gegeven van € 500,00 en dat ze € 400,00 hadden gekregen via Western Union. [alias 8] was bij het autoverhuurbedrijf. Ze kreeg instructies van [alias 8] en onderweg kregen ze instructies van de oom waar ze naar toe moesten rijden. Ze moesten 12 personen meenemen, waarvan [naam 17] er 4 mee zou nemen. Ze kwamen er pas laat achter dat ze de grens tussen Kroatië en Slovenië moesten oversteken. [naam 2] verklaarde dit ook. [naam 17] heeft verklaard dat hij als begeleider fungeerde bij 2 Nederlandse vrouwen die zijn aangehouden, dat hij € 1000,00 kreeg voor elke reis en dat hij illegale migranten uit Slovenië heeft opgehaald. [48]
Op de bankrekening van [naam 3] werd er op 25 maart 20221 een storting gedaan van € 960,00. Na deze storting werd op dezelfde dag € 950,00 afgeschreven met als omschrijving ‘ [bedrijf 4] ’. Ook werd er op 26 maart 2021 een bedrag van € 102,40 overgeboekt naar de bankrekening van [naam 3] afkomstig van het rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [bedrijf 2] met als omschrijving ‘Vakantie’. [bedrijf 2] stond op het moment van overboeking op naam van [verdachte] . Nadat het bedrag van [bedrijf 2] was ontvangen, werd er een hotel (€ 103,20) betaald gelegen in Zagreb, Kroatië. [49]
Op de camerabeelden van 25 maart 2025 van [bedrijf 4] was, op de parkeerplaats, de Ford met het kenteken [kenteken 4] te zien. Ook was er een Volkswagen te zien met het kenteken [kenteken 2] . Bij de Ford stonden 3 personen. De persoon met de groene jas, leek gezien het postuur, de lengte, de huidskleur en het kapsel op [verdachte] . [50] De Volkswagen stond op naam van [bedrijf 2] . [51] Het huurcontract van de auto met het kenteken [kenteken 5] bij [bedrijf 4] stond op naam van [naam 3] , met als bestuurder [naam 2] en de borg van € 950,00 was voldaan op 25 maart 2021. [52]
In het blauwe notitieboekje dat in de auto van [verdachte] is aangetroffen, staat op pagina 18 ‘
[naam 18] en [naam 19] gewonnen, 6 man, 3000,-
. [53]
In de telefoon van [medeverdachte 2] werd (en gegevens) aangetroffen:
  • dat hij in de periode van 25 maart 2021 tot en met 28 maart 2021 37 keer contact had gehad met de telefoonnummers in gebruik bij [naam 3] en [naam 2] ;
  • een screenshot van een Pdf-bestand van een reservering van [bedrijf 4] op naam gesteld van [naam 3] met als huurperiode 25 maart 2021 tot en met 31 maart 2021;
  • een afbeelding van een negatieve PCR-test op naam van [naam 3] ;
  • een foto van het paspoort van [naam 3] ;
  • een afbeelding van een negatieve PCR test van [naam 2] ;
  • een foto van het paspoort van [naam 2] ;
  • een screenshot van het delen van een locatie van de telefoonnummers van [naam 3] en [naam 2] .
Ook zijn er groepsgesprekken aangetroffen met de telefoonnummers van [naam 3] en de gebruikers van de telefoonnummers 31685794218, [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 9] . [54]
De telefoonnummers [telefoonnummer 5] , [55] [telefoonnummer 9] [56] en [telefoonnummer 1] [57] waren in gebruik bij [verdachte] .
In de telefoon van [naam 3] werd onder het contact ‘ [alias 8] ’, het telefoonnummer [telefoonnummer 9] van [verdachte] aangetroffen. Voorafgaande aan het mensensmokkelincident was er meerdere malen telefonisch contact en stuurde [verdachte] onder andere dat zij de PCR testen in orde ging maken en ‘
[naam 18] Zend jullie zo geld 500’, ‘Kan je hotel betalen verlengen enz’, ‘
[naam 18] komt 600 met western union’en ‘
Hij zegt tot de grens en daarna lopen ze wel zegt hij’en ‘
[naam 18] hoeveel hadden jullie pers’. [medeverdachte 2] stuurde op 28 maart 2021
‘vergeet geen video te maken’. [58]
Het onderzoek aan de telefoon van [naam 2] liet ook verschillende chats zien, waarin onder meer een afspraak gemaakt werd met [verdachte] op 25 maart 2021 bij [bedrijf 4] . In een groepschat met de deelnemers [naam 2] , [naam 3] , [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 5] werden door [medeverdachte 2] twee handgeschreven PCR testen op naam van [naam 2] en [naam 3] gestuurd en stuurde [medeverdachte 5] afbeeldingen van locaties en Google Maps. [verdachte] en [medeverdachte 2] vroegen om een video van het moment van uitstappen van de gesmokkelden en gaven daarbij aan dat de video's direct verwijderd moesten worden. [naam 2] stuurde op 27 maart 2021 een video waarin te zien is dat er 8 migranten uit een voertuig – een Ford Galaxy met kenteken [kenteken 5] -… – stappen. [verdachte] gaf instructies voor het ophalen van een nieuwe groep. Op 28 maart 2021 stuurde [naam 3] dat ze naar de tweede locatie onderweg waren maar dat de auto al vol zat. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] bleven aandringen dat ze iedereen moesten meenemen, ook al gaf [naam 3] aan dat de ‘achterstoelen’ al naar beneden waren geklapt en de mensen al gepropt zaten. [naam 3] stuurde vervolgens een video waarop te zien was hoe 6 migranten uit een Ford stapten. [medeverdachte 2] gaf hierop aan dat ze de chats moesten leegmaken. [59]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat 6 gesmokkelde personen vervoerd werden, terwijl er – naast de bestuurder en bijrijder – 5 zitplaatsen waren. Dit betekent dat in ieder geval één persoon geen gebruik kon maken een veiligheidsgordel. [60]
[verdachte] heeft ter terechtzitting op 30 september 2025 verklaard dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] geld aan haar hebben overhandigd voor het huren van de Ford Galaxy, dat zij aanwezig was bij het huren van deze auto en dat zij het geld voor het huren van deze auto aan [naam 2] en [naam 3] heeft overhandigd. [61]
Bewijsoverwegingen [62]
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 2] en [naam 3] , de chauffeur en de bijrijder, die de migranten daadwerkelijk feitelijk hebben vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervullen.
[verdachte] heeft samen met [medeverdachte 3] , [naam 2] en [naam 3] begeleid en financieel ondersteund. Ook uit de specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepschat, waarin instructies werden gegeven over het huren van de Ford Galaxy en locaties werden gedeeld, volgt dat [verdachte] [naam 2] en [naam 3] aanstuurde en daarmee de doorreis van de 6 migranten heeft bevorderd en vergemakkelijkt. De rechtbank is van oordeel dat gelet op deze groepschat en de inhoud van de in de telefoon van [medeverdachte 2] aangetroffen gegevens met betrekking tot deze smokkel, dat [verdachte] samen met [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] en [naam 2] en [naam 3] de 6 migranten behulpzaam zijn geweest bij het verschaffen van toegang, doorreis en verblijf in de betreffende EU-landen (Slovenië, Kroatië en Italië) en deze ook samen met die medeverdachten heeft bevorderd.
Vrijspraak levensgevaar
Vastgesteld is dat de Ford Galaxy personenauto geschikt was voor 5 personen. In de personenauto werden – naast de bestuurder en de bijrijder, 6 gesmokkelden aangetroffen op een ingeklapte achterbank. Deze wijze van vervoeren is weliswaar gevaarlijk, maar levert naar het oordeel van de rechtbank geen concreet levensgevaar op, nu niet daadwerkelijk de aanmerkelijke kans op een noodlottige afloop aanwezig was.
Zaaksdossier [naam 4] [63]
Op 5 april 2021 is Antonio [naam 4] aangehouden voor mensensmokkel. [naam 4] is als bestuurder van een personenauto, Renault Scenic, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 6] , staande gehouden in Kroatië. [naam 4] vervoerde in totaal 12 illegale migranten, namelijk 7 personen uit Bangladesh, 3 uit Egypte en 2 uit Irak. [64] Een Egyptische en een Irakese staatsburger, die bij [naam 4] in de auto zijn aangetroffen, hebben verklaard dat een chauffeur hen naar Italië zou brengen. De Egyptenaar moest € 4.500,00 betalen en de Irakees € 5.000,00. [65]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij was benaderd in verband met een Renault Scenic, voorzien van kenteken [kenteken 6] , die hij te koop had aangeboden. Op 3 april 2021 kwamen drie personen bij hem, die hij aan de hand van foto's herkende als [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . Hij heeft verklaard dat [verdachte] duidelijk de leiding had en dat een vierde persoon, die later aan kwam, de auto contant heeft betaald. [66]
Onder [naam 4] zijn twee mobiele telefoons (Huawei en Samsung Galaxy S9) in beslag genomen met de telefoonnummers [telefoonnummer 12] en [telefoonnummer 13] . [67] Het telefoonnummer [telefoonnummer 12] was gekoppeld aan [bedrijf 1] , waarvan [medeverdachte 4] de eigenaar was. [68]
Op 3 april 2021 hadden [verdachte] en [naam 4] contact. [verdachte] vroeg [naam 4] om een foto van de voor- en achterkant van zijn rijbewijs om een reservering te kunnen maken bij Schiphol [alias 1] en ze benoemde dat [alias 9] moest gaan rusten omdat de rit lang zou zijn. Later die dag vroeg ze aan [naam 4] of hij de auto op zijn naam kon zetten, omdat het geen huurauto was. [naam 4] stuurde ‘
het is gelukt’met een foto van een RDW uitdraai. Vervolgens spraken ze af bij de [adres 1] , zodat [naam 4] daar de auto op kon halen. [verdachte] vroeg vervolgens aan [naam 4] om zijn live locatie in de groepsapp te delen. [69]
In de onder [verdachte] inbeslaggenomen telefoon is een document van de RDW aangetroffen van 3 april 2021 betreffende een tenaamstellingscode en foto's van het rijbewijs en identiteitsbewijs van [naam 4] . [70]
Op 4 april kreeg [naam 4] het adres van een hotel in Zagreb doorgestuurd van [verdachte] en ze stuurde ‘
We starten vanavond om 9 uur’en ‘
Zorg dat vanavond die auto helemaal vol Getankt is’. Ook was te lezen in de chat dat [naam 4] geld had meegekregen voor het hotel. In de groepschat ‘ [alias 9] ’, met als deelnemers [naam 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [verdachte] , werden meerdere Google Maps locaties doorgestuurd en stuurde [medeverdachte 4] ‘
als je vragen hebt mocht iets niet duidelijk zijn je kan me bellen/appen’.[verdachte] stuurde
‘ [alias 9] we starten 23uur! 10uur klaar staan aub. Je hebt 10 Personen.’, waarna er wederom locaties werden doorgestuurd. [medeverdachte 5] stuurde ‘
peeople her’en ‘
go’, waarna onder andere [medeverdachte 4] vroeg om de live locatie aan te zetten. [medeverdachte 5] stuurde om 23:58 uur ‘
go go go’. Op 5 april 2021 om 01:24 uur vroeg [medeverdachte 4] aan [naam 4] hoe het gaat en om 10:38 uur werd [naam 4] uit de groepschat verwijderd. [71]
In de inbeslaggenomen telefoon van [medeverdachte 3] zijn vijf schermafbeeldingen van live locaties gevonden van [naam 4] in de groepschat ‘ [alias 9] ’. Op één schermafbeelding is een rode omcirkeling te zien met de tekst ‘police’ (later blijkt dit de locatie te zijn waar [naam 4] is aangehouden). In deze telefoon is ook een PCR-test van [naam 4] aangetroffen gedateerd 3 april 2021. [72]
[medeverdachte 3] heeft op 1 maart 2022 verklaard dat zij, samen met [verdachte] , [medeverdachte 4] en ene [naam 20] , een auto hebben gekocht bij een particulier, welke auto [naam 4] kon gebruiken voor mensensmokkel. Ook was ze erbij toen de ramen van dit voertuig werden geblindeerd. Dit werd gedaan zodat de politie niet goed in de auto kon kijken. Ze heeft verder verklaard dat zij in een groepsapp zat met [naam 4] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [verdachte] . Ze zat in de groepsapp om [verdachte] te ondersteunen, want zij gaf [naam 4] aanwijzingen voor de route te behoeve van de mensensmokkel. [medeverdachte 3] heeft bovendien verklaard dat ze de PCR-test heeft vervalst. [73]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat de Renault Scenic was ingericht met 7 zitplaatsen. [naam 4] vervoerde meer personen in het voertuig dan dat er beschikbare zitplaatsen waren. Er waren te weinig veiligheidsgordels en airbags en er was te weinig ruimte in het voertuig aanwezig voor 13 personen ( [naam 4] en de 12 gesmokkelden), waardoor de verkeersveiligheid in het geding was. [74]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat ze alles gedaan heeft in opdracht van [medeverdachte 5] en dat ze een boekingsbevestiging heeft gestuurd in de groepsapp ‘ [alias 9] ’, omdat [medeverdachte 5] aan haar vroeg om dingen te regelen. [75]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 4] , de chauffeur, die de migranten daadwerkelijk feitelijk heeft vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervult.
[verdachte] heeft [naam 4] aangestuurd en begeleid en ook de auto geregeld waarmee de migranten moesten worden (en ook zijn) vervoerd. Ook uit de specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepschat, waarin instructies werden gegeven en locaties werden gedeeld, volgt dat [verdachte] samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] de chauffeur aanstuurde en daarmee de doorreis van de 12 migranten heeft bevorderd en vergemakkelijkt. Gelet op deze groepschat is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en de chauffeur behulpzaam is geweest bij het verschaffen van de toegang tot, de doorreis door en het verblijf in de betreffende landen (Kroatië, Slovenië en Italië) van de 12 migranten.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat er door het vervoeren van 13 personen in een voertuig dat ingericht is met 7 zitplaatsen, onder de omstandigheden zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor de gesmokkelden. Op basis van de hiervoor beschreven betrokkenheid van [verdachte] bij dit smokkelincident, is de rechtbank van oordeel dat dit ook voor [verdachte] voorzienbaar was toen zij samen met de medeverdachten de Renault Scenic kocht. Er waren immers te weinig veiligheidsgordels en airbags en er was te weinig ruimte in deze personenauto voor 13 personen.
Zaaksdossier [naam 5] [76]
Op 8 april 2021 heeft de politie in Kroatië ter controle een Peugeot Partner, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 7] , staande gehouden. De bestuurder, [naam 5] , vervoerde in het voertuig 13 illegale migranten afkomstig uit Irak. [77]
Eerder, op 2 april 2021, werd [naam 5] ook aangehouden voor mensensmokkel in Kroatië. [naam 5] reed toen met een Opel Zafira, voorzien van het kenteken [kenteken 8] , in de berm waarbij kort na dit incident 9 illegale migranten in de buurt werden aangetroffen. [naam 5] is vervolgens op 3 april 2021 weer in vrijheid gesteld. [78] Op 31 maart 2021 heeft [naam 5] bij het autoverhuurbedrijf [bedrijf 4] deze Opel Zafira, met kenteken [kenteken 8] , gehuurd. Het contract was getekend door [naam 5] , er was een betaling van € 850,00 gedaan, als e-mailadres stond [e-mailadres] vermeld en onder aan de rekening stond ‘
Eventueel restant van de borg wordt terug gestort op [rekeningnummer 10] t.n.v. [medeverdachte 4] ’. [79]
Uit onderzoek naar het telefoonnummer [telefoonnummer 5] van [verdachte] komt naar voren dat dit telefoonnummer op 31 maart 2021 en op 11 april 2021 contact heeft gehad met het telefoonnummer van [naam 5] . De Peugeot Partner, waarin [naam 5] werd aangehouden, stond volgens gegevens van het RDW op naam van [verdachte] . Op 14 mei 2021 heeft [verdachte] aangifte gedaan van diefstal van de Peugeot Partner. Deze diefstal zou hebben plaats gevonden in de periode van 7 mei 2021 tot en met 13 mei 2021. [80]
Op de bankrekening van [naam 5] vonden op 1 april 2021 twee bijschrijvingen plaats van een totaalbedrag van € 45,00 met als omschrijving ‘
Leefgeld’, afkomstig van het rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van het bedrijf [bedrijf 2] , op naam van [verdachte] . Op de bankrekening van [naam 5] vonden ook vier bijschrijvingen plaats van een totaalbedrag van € 185,00 afkomstig van bankrekeningnummer [rekeningnummer 11] op naam van [medeverdachte 4] , te weten: op 1 april 2021 en 2 april 2021 telkens € 50,00 met als omschrijving ‘
tank’, op 5 april 2021 € 75,00 en op 7 april 2021 € 10,00. [81]
In het blauwe notitieboekje dat in de auto van [verdachte] is aangetroffen, stond op pagina 9 ‘
[naam 5] ’, ‘Auto + leefgeld’, ‘850 auto’, ‘400 leefgeld’, ‘Extra overmaking’, ‘100 [naam 20] (30 euro gestolen)’, ‘100 [naam 20] ’, ‘20 [naam 20] tank’, ‘overgemaakt’, ‘130 [naam 5] ( [alias 2] )’, ‘450 [naam 5] ( [alias 10] )’, ‘75 [naam 5] [alias 2] taxi’en
‘20 [naam 5] bus Munchen [alias 10] ’. Op pagina 18 stond: ‘
[naam 5] gepakt 13’. [82]
[medeverdachte 4] heeft op 21 januari 2021 verklaard dat het bankrekeningnummer onder het huurcontract van hem is en dat alleen hij toegang had tot deze bankrekening. [83]
[medeverdachte 3] heeft op 15 juni 2022 verklaard dat zij en [verdachte] in het notitieboekje hebben geschreven met betrekking tot [naam 5] en dat het ging over ‘iemand die een mensensmokkel zou gaan doen’. Met ‘ [alias 2] ’ werd [medeverdachte 4] bedoeld. [84]
[verdachte] heeft op 24 januari 2021 verklaard dat het e-mailadres op het huurcontract van [bedrijf 4] van 31 maart 2021 van haar is en dat zij haar Peugeot Partner had uitgeleend aan [medeverdachte 4] . [85]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat in de laadruimte van de Peugeot Partner 13 gesmokkelden zaten. De laadruimte waarin de gesmokkelden zich bevonden, betrof een ruimte die was bedoeld voor het vervoer van goederen, zonder zitplaatsen, ventilatie, veiligheidsgordels en zonder openingen voor de luchtcirculatie. Bovendien bracht de hoeveelheid gesmokkelden een lading in gewicht met zich mee waardoor anticiperen op onverwachte verkeerssituaties ernstig werd bemoeilijkt. [86]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 5] , de chauffeur, die de migranten daadwerkelijk feitelijk heeft vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervult.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] telefonisch contact heeft gehad met [naam 5] en hem financieel heeft ondersteund bij de doorreis van dertien migranten. Zij heeft immers samen met medeverdachte [medeverdachte 4] geld, bestemd voor het uitvoeren van de smokkel, gestort op de bankrekening van [naam 5] en ook heeft zij haar Peugeot Partner beschikbaar gesteld. Ook heeft [verdachte] samen met medeverdachte [medeverdachte 3] een correcte administratie van de smokkel bijgehouden in een notitieboekje. Door aldus te handelen heeft [verdachte] samen met de medeverdachte [medeverdachte 4] en de chauffeur [naam 5] de toegang tot, de doorreis door of het (verdere) verblijf in landen van de Europese Unie van de 13 migranten in enigerlei opzicht bevordert of gemakkelijk maakt.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat er door het vervoeren van 13 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt voertuig, onder de omstandigheden zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor de gesmokkelden. Op basis van de hiervoor beschreven betrokkenheid van [verdachte] bij dit smokkelincident, is de rechtbank van oordeel dat dit ook voor [verdachte] voorzienbaar was toen zij haar eigen Peugeot Partner beschikbaar stelde. Het betrof immers een laadruimte bestemd voor goederenvervoer, zonder zitplaatsen, ventilatie en veiligheidsgordels.
Zaaksdossier [naam 6] [87]
Op 19 april 2021, omstreeks 01:15 uur, hebben Kroatische politieambtenaren een Mercedes Sprinter, met Nederlands kenteken [kenteken 9] aangehouden, die bestuurd werd door [naam 6] . In de ruimte van de vrachtwagen die bedoeld was voor het vervoer van goederen bevonden zich 47 illegale migranten uit Syrië. [88]
[naam 6] heeft verklaard dat er aan hem gevraagd werd of hij naar Kroatië wilde rijden, om mensen op te halen en te brengen. Hij kreeg een telefoon en een locatie waar hij naar toe moest en cash € 650,00 om een auto van te huren en om de reis en het verblijf te bekostigen. Hij arriveerde in Kroatië op 17 april 2021. Daarna kreeg hij de ophaallocatie en wist hij dat hij illegale migranten moest overbrengen. Vervolgens kreeg hij via WhatsApp elke drie uur informatie over een nieuwe locatie. De geldelijke vergoeding voor het vervoer zou hij bij thuiskomst ontvangen. De afspraak was dat hij ongeveer 30 tot 35 personen zouden worden vervoerd. Vanaf het moment dat hij de gesmokkelden ophaalde tot het moment dat hij door de politie werd aangehouden, heeft hij 10 tot 15 minuten gereden. De bedoeling was dat hij de gesmokkelden ongeveer 4 tot 5 uur zou vervoeren voordat ze op de bestemming zouden aankomen.
De gesmokkelden [naam 21] en [naam 22] hebben verklaard dat zij naar Italië wilden en gesmokkelde [naam 23] heeft verklaard dat hij naar Duitsland wilde. [89]
Bij de aanhouding van [naam 6] is er een huurcontract, voor de Mercedes Sprinter van het bedrijf [bedrijf 4] , in beslag genomen. Uit het huurcontract volgt dat bij de reservering van het voertuig het telefoonnummer [telefoonnummer 14] is opgegeven en dat de borg via de pin is voldaan op 17 april 2021 om 09:59 uur. Uit verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] , van [verdachte] , volgt dat er op 19 april 2021 om 01:38 uur is uitgebeld naar het nummer [telefoonnummer 14] . [90]
Op 17 april 2021 is er om 09:59 uur een betaling van € 650,00 gedaan aan [bedrijf 4] vanaf een bankrekening dat op naam staat van [bedrijf 5] BV. Op diezelfde dag vond er om 09:40 uur een contante storing plaats op de bankrekening van [bedrijf 5] BV. Op de bankrekening van [bedrijf 5] BV. vond er verder op 18 april 2021 een bijschrijving plaats van € 50,00 afkomstig van een bankrekening op naam van [verdachte] ( [rekeningnummer 1] ), waarna twee afschrijving in Kroatië plaatsvonden, namelijk een afschrijving bij een hotel (€ 20,15) en bij een tankstation (€ 14,29). [91]
In de onder [naam 6] in beslag genomen Samsung telefoon is er een reservering van ‘ [bedrijf 4] ’ op naam van [naam 6] aangetroffen, een chatgesprek met een contact genaamd ‘route’ en een chatgroep genaamd ‘ [naam 6] camion’. In de chatgroep zijn verschillende foto’s gedeeld van routes, live locaties en mogelijke oppiklocaties van gesmokkelden. Aan deze chatgroep namen de volgende telefoonnummers deel: Kroatië [telefoonnummer 15] , [telefoonnummer 16] , [telefoonnummer 17] en Route [telefoonnummer 18] . Het nummer [telefoonnummer 17] was in gebruik bij [medeverdachte 4] en het nummer Route [telefoonnummer 18] was in gebruik bij [medeverdachte 5] . In de chatgroep stuurde [medeverdachte 4] een emoticon van twee handen als reactie op iemand die ‘
dank je wel’stuurde. [92] Ook heeft het telefoonnummer dat bij [medeverdachte 4] in gebruik was, telefonisch contact gehad met het telefoonnummer van [naam 6] , namelijk door verschillende oproepen via WhatsApp. [93]
In de onder [verdachte] en [medeverdachte 3] in beslag genomen desktopcomputer is een afbeelding van een PCR-test aangetroffen op naam van [naam 6] . [94]
In het blauwe notitieboekje dat in de auto van [verdachte] is aangetroffen, stond op pagina 18 ‘
[naam 6] Bakwagen 47 man gepakt’. [95]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat de dichtheid van de laadruimte van het voertuig 5,3 personen per vierkante meter betrof en de gesmokkelden per persoon 0,19 m2 ruimte hadden. Een gemiddeld persoon neemt in een staande positie ongeveer 0,15 m2 in beslag, maar bij dit mensensmokkelincident had elke gesmokkelde nog maar 0,04 m2 bewegingsruimte tijdens de rit. De gesmokkelden zaten 10 tot 15 minuten in het voertuig, maar gelet op de instructies die [naam 6] kreeg over de locatie, was het de bedoeling dat hij ongeveer 4 tot 5 uur had moeten rijden voordat ze op de bestemming zouden aankomen. De laadruimte betrof een ruimte die was bedoeld voor het vervoer van goederen, zonder zitplaatsen, ventilatie, veiligheidsgordels en zonder openingen voor de luchtcirculatie. Daarnaast bracht de hoeveelheid gesmokkelden vermoedelijk een lading in gewicht met zich mee waardoor anticiperen op onverwachte verkeerssituaties ernstig bemoeilijkt zou worden. Een ruimte zonder openingen voor luchtcirculatie had vermoedelijk ernstige gevolgen opgeleverd voor de gezondheid van de gesmokkelden bij een rit van vier tot vijf uur. [96]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat zij in de notitieboekjes aantekeningen maakte en dat wanneer zij iets over deze zaak heeft opgeschreven, dat het dan in opdracht van [medeverdachte 5] was. [97]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 6] , de chauffeur die de migranten daadwerkelijk feitelijk heeft vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervult. De rechtbank stelt vast dat [verdachte] [naam 6] zowel financieel als materieel heeft ondersteund bij de doorreis van 47 migranten. Op haar desktopcomputer is immers een PCR-test op naam van [naam 6] aangetroffen (welke is opgemaakt door [medeverdachte 3] in opdracht van [verdachte] ) en daarnaast heeft zij geld gestort op een bankrekening, waarvan een hotel en brandstof in Kroatië zijn betaald. Ook heeft [verdachte] een correcte administratie van de smokkel bijgehouden in een notitieboekje. Ook uit de specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepschat, waarin locaties werden gedeeld, volgt onder meer dat [medeverdachte 4] actief deelnam aan deze groepschat. Door aldus te handelen heeft [verdachte] in ieder geval in een nauwe samenwerking met chauffeur [naam 6] de toegang tot, doorreis door en het (verdere) verblijf in de betreffende landen (Kroatië, Duitsland en/of Italië) bevordert en vergemakkelijkt. Hoewel [verdachte] niet in de bewuste chatgroep ‘ [naam 6] camion’ zat, kan het – gelet op de aard van het feit en de eerder reeds geschetste modus operandi – niet anders zijn dan dat zij tevens met de deelnemers in die chatgroep heeft samengewerkt tot het bevorderen of gemakkelijk maken van die doorreis, toegang en verblijf.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat er door het vervoeren van 47 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt bestelbusje, onder de omstandigheden zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor de gesmokkelden. Op basis van de hiervoor beschreven betrokkenheid van [verdachte] bij dit smokkelincident, is de rechtbank van oordeel dat dit ook voor [verdachte] voorzienbaar was toen zij geld overmaakte voor de mensensmokkel. Het betrof immers een laadruimte bestemd voor goederenvervoer, zonder zitplaatsen, ventilatie, veiligheidsgordels en openingen voor luchtcirculatie en [verdachte] wist (in algemene zin) dat bij de ‘smokkels’ van deze organisatie gebruik werd gemaakt van niet voor personenvervoer bestemde vervoersmiddelen en dat men er financieel belang bij had zoveel mogelijk mensen per keer te vervoeren. Typerend voor deze wetenschap bij [verdachte] is het door haar op 16 maart 2021 verstuurde chatbericht “trap ze erin”. [98]
Zaaksdossier [naam 7] / [naam 8] [99]
Op 24 april 2021 zijn [naam 7] en [naam 8] aangehouden in Slovenië wegens het illegaal vervoeren van 4 migranten uit Bangladesh. De gesmokkelden werden vervoerd in een witte Volkswagen T-Roc met kenteken [kenteken 10] . [100]
In de onder [naam 7] inbeslaggenomen telefoon is een WhatsApp-groep aangetroffen met de naam ‘ [alias 11] ’, waarin onder andere [medeverdachte 4] met het telefoonnummer, [telefoonnummer 17] @s.whatsapp.net [alias 11] deelnam. In deze groepsapp werden meerdere locaties in zowel Kroatië als Slovenië, in de avond van 23 april 2021 tot vlak voor het tijdstip van de aanhouding van [naam 7] en [naam 8] doorgestuurd. Op de avond voor de aanhouding had [naam 7] acht keer contact met het telefoonnummer van [medeverdachte 4] . [101]
Op de laptop van [medeverdachte 4] [102] is een PCR-test op naam van [naam 7] aangetroffen, welke test is afgenomen op 22 april 2021. Ook zijn er op de laptop van [medeverdachte 4] afbeeldingen aangetroffen van het paspoort van [naam 7] en het rijbewijs [naam 8] . [103]
Op 22 april 2021 vond er een afschrijving van € 143,00 plaats van de bankrekening van [bedrijf 6] ( [rekeningnummer 12] ) naar het rekeningnummer op naam van [naam 7] , met als omschrijving ‘tank’. [104] Op 23 en 24 april 2021 hebben er drie afschrijvingen plaatsgevonden vanaf de bankrekening van [medeverdachte 4] ( [rekeningnummer 11] ) naar de bankrekening van [naam 7] voor een totaalbedrag van
€ 300,00. Bij één van de bedragen staat als omschrijving ‘voorschot tank’. [105]
In het blauwe notitieboekje dat in de auto van [verdachte] is aangetroffen, stond op pagina 18 ‘
10 [naam 7] ’en op pagina 35 ‘
[naam 7] Volkswagen Tiran’en ‘
vertrokken’. [106] In het rode schrift dat onder [verdachte] en [medeverdachte 3] in beslag is genomen, stond op pagina 7 ‘
[naam 7] niks – gepakt’. [107]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat zij eigenaar is geweest van [bedrijf 6] en dat het mogelijk is dat ze in opdracht van [medeverdachte 5] geld heeft overgemaakt naar [naam 7] . Omdat er in de omschrijving ‘tank’ stond, zal het met mensensmokkel te maken hebben gehad. Ook heeft zij verklaard dat zij notities in de schriftjes heeft gemaakt in opdracht van [medeverdachte 5] . [108]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 7] en [naam 8] , de chauffeur en bijrijder, die de migranten daadwerkelijk feitelijk hebben vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervullen.
De rechtbank stelt voorts vast dat [verdachte] [naam 7] en [naam 8] financieel heeft ondersteund bij de doorreis van 4 migranten. Zij heeft geld gestort op de bankrekening van [naam 7] , bestemd voor de smokkelreis. Ook heeft [verdachte] een correcte administratie van de smokkel bijgehouden in een notitieboekje. Uit de specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepschat, waarin locaties werden gedeeld, volgt dat onder meer [medeverdachte 4] [naam 7] en [naam 8] aanstuurde. Door aldus te handelen heeft [verdachte] in ieder geval in een nauwe samenwerking met de vervoerders [naam 7] en [naam 8] de toegang tot, doorreis door en het (verdere) verblijf in de betreffende landen (Kroatië, Duitsland en/of Italië) bevordert en vergemakkelijkt. Hoewel [verdachte] niet in de bewuste chatgroep zat, kan het – gelet op de aard van het feit en de eerder reeds geschetste modus operandi – niet anders zijn dan dat zij tevens met de deelnemers in die chatgroep heeft samengewerkt tot het bevorderen of gemakkelijk maken van die doorreis, toegang en verblijf. Dit volgt reeds uit het gegeven dat zowel [verdachte] en [medeverdachte 3] als [medeverdachte 4] vervalste PCR-testen van [naam 7] op hun desktops aanwezig hadden.
Vrijspraak levensgevaar
De rechtbank is van oordeel dat er bij het vervoeren van 4 gesmokkelden – naast de bestuurder en de bijrijder – in een personenauto, geen sprake geweest is van levensgevaar. Deze wijze van vervoeren is weliswaar gevaarlijk, maar levert naar het oordeel van de rechtbank geen concreet levensgevaar op, nu niet daadwerkelijk de aanmerkelijke kans op een noodlottige afloop aanwezig was.
De rechtbank zal verdachte dan ook in dit zaaksdossier vrijspreken van het ten laste gelegde strafverzwarende onderdeel ‘levensgevaar’.
Zaaksdossier [naam 9] [109]
Op 8 mei 2021 is [naam 9] in Kroatië als chauffeur aangehouden voor mensensmokkel. Hij reed in een Volkswagen Transporter met in de laadruimte 11 illegale migranten met de Syrische nationaliteit. [110]
In de periode van 4 mei 2021 tot en met 9 mei 2021 is er diverse malen telefonisch contact geweest tussen het telefoonnummer van [verdachte] ( [telefoonnummer 5] [111] ) en de telefoonnummers die destijds in gebruik waren bij [naam 9] . [112]
Op 6 mei 2021 vond er een overschrijving plaats van € 200,00 met als omschrijving ‘Ramadan’ en op 8 mei 2021 een overschrijving van € 1.000,00 met als omschrijving ‘Ramadan gift’ van de bankrekening [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] naar de bankrekening van [naam 9] . Op 8 mei 2021 vond er voorafgaande aan de overboeking naar [naam 9] een storting op de bankrekening van [verdachte] plaats van een bedrag van € 2.200,00. [113]
In de onder [verdachte] en [medeverdachte 3] inbeslaggenomen Samsung telefoon is een afbeelding aangetroffen van een chatgroep genaamd ‘ [naam 9] VW’. Op de afbeelding van de chat is onder andere te zien dat ‘ [alias 2] werk’ een icoontje stuurde, dat ‘ [medeverdachte 5] ’ een locatie in Slovenië stuurde, dat ‘ [alias 2] werk’ vroeg ‘
Gaat alles goed bro?’ en dat ‘Chff [naam 9] ’ reageerde ‘
Sommige hebben geen papieren wat is dit, bel mij snel jonge’. [114]
In het blauwe notitieboekje dat in de auto van [verdachte] is aangetroffen, stond op pagina 19 ‘
Werk gewonnen:’en
‘ [naam 9] , 16 man Slov-Italië kleine rit’. [115] In het rode schrift dat onder [verdachte] in beslag is genomen, stond op pagina 45 ‘
[naam 9] 1x gewonnen 16 man, 1x gepakt’. [116]
In de onder [verdachte] en [medeverdachte 3] in beslag genomen desktopcomputer is een afbeelding van een PCR-test aangetroffen op naam van [naam 9] , gedateerd 4 mei 2021. [117]
[medeverdachte 4] heeft op 21 januari 2022 verklaard dat hij door iedereen, behalve zijn ouders, ‘ [alias 2] ’ wordt genoemd. [118]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat voorafgaand aan de aanhouding van [naam 9] een achtervolging heeft plaatsgevonden waarbij [naam 9] schade aanrichtte aan Kroatische politievoertuigen. Na de achtervolging heeft hij het voertuig, met de gesmokkelden in de laadruimte, achtergelaten en is hij zelf ontsnapt. Een politieambtenaar die betrokken was bij de achtervolging verklaarde dat [naam 9] gedurende de achtervolging met een zeer hoge snelheid reed en op bepaalde plekken zelfs meer dan 160 kilometer per uur. Ook verklaarde hij dat de achtervolging een van de meest extreme voorbeelden was van roekeloos rijden en het in gevaar brengen van het verkeer en mensenlevens door [naam 9] wat hij in zijn tienjarige professionele carrière als politieambtenaar was tegengekomen. [119] Zo werd er onder andere op de rotonde in de tegengestelde richting gereden, werd er over de verkeerde weghelft en door rood gereden en ramde [naam 9] driemaal een politieauto. [120]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat zij haar betrokkenheid bij dit smokkelincident niet ontkent en dat zij weet van de bankoverschrijvingen naar [naam 9] met onder meer de omschrijving ‘ramadan’. [121]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 9] , de chauffeur, die de migranten daadwerkelijk feitelijk heeft vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervult.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] [naam 9] heeft begeleid en financieel heeft ondersteund bij de doorreis van 11 migranten. Zij heeft geld gestort op de bankrekening van [naam 9] bestemd voor de smokkelreis. Ook heeft [verdachte] een correcte administratie van de smokkel bijgehouden in een notitieboekje en is er op de desktopcomputer van [verdachte] en [medeverdachte 3] een PCR-test op naam van [naam 9] aangetroffen.
Ook uit de specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepschat (waarvan dus een afbeelding is aangetroffen op een in de woning van verdachte aangetroffen telefoon), waarin onder meer locaties werden gedeeld, volgt dat [medeverdachte 4] de chauffeur aanstuurde.
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] door te handelen zoals hiervoor weergegeven, in ieder geval in nauwe samenwerking met chauffeur [naam 9] en [medeverdachte 3] de toegang tot, doorreis door en het (verdere) verblijf in de betreffende landen (i.i.g. Kroatië en Italië) bevordert en vergemakkelijkt. Hoewel [verdachte] niet in de bewuste chatgroep zat (maar daarvan wel een afbeelding is aangetroffen op een in haar woning aangetroffen telefoon), kan het – gelet op de aard van het feit en de eerder reeds geschetste modus operandi – niet anders zijn dan dat zij tevens met de deelnemers in die chatgroep heeft samengewerkt tot het bevorderen of gemakkelijk maken van die doorreis, toegang en verblijf.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat er door het vervoeren van 11 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt bestelbusje, onder de omstandigheden zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor de gesmokkelden. Op basis van de hiervoor beschreven betrokkenheid van [verdachte] bij dit smokkelincident, is de rechtbank van oordeel dat dit ook voor [verdachte] voorzienbaar was toen zij de chauffeur telefonisch begeleidde en geld naar hem overmaakte. Het betrof immers een bestelbusje met een laadruimte voor goederenvervoer, waarin personen werden vervoerd, zonder dat zij beschikten over veiligheidsgordels, airbags en voldoende ruimte en [verdachte] wist (in algemene zin) dat bij de ‘smokkels’ van deze organisatie gebruik werd gemaakt van niet voor personenvervoer bestemde vervoersmiddelen en dat men er financieel belang bij had zoveel mogelijk mensen per keer te vervoeren .
Zaaksdossier [naam 10] [122]
Op 22 juli 2021 is [naam 10] in Kroatië aangehouden voor het smokkelen van 20 illegale migranten uit Turkije. [123]
Uit een uitgewerkt tapgesprek van het telefoonnummer [telefoonnummer 19] van [naam 10] volgt dat hij had gehoord dat [naam 10] in Duitsland was opgepakt en dat hij chauffeurswerkzaamheden zou verrichten in Kroatië met een busje van [alias 1] voor een vrouw die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 20] . Hij had van [naam 10] gehoord dat hij € 12.000,00 kon verdienen, dat de oom van die vrouw hem had opgehaald, dat hij op 13 juli 2021 is vertrokken vanuit Nederland en dat hij 22 juli om 08:00 uur voor het laatst heeft video gebeld met [naam 10] . [naam 10] vertelde aan hem dat hij mensen op moest halen, dat zij achterin zaten en dat hij van boven naar beneden in Kroatië reed. [124]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 20] was in gebruik is bij [verdachte] . [125]
In de telefoon van [naam 10] zijn meerdere chats aangetroffen, waaruit blijkt dat [verdachte] ( [telefoonnummer 20] ) en [medeverdachte 5] ( [telefoonnummer 21] ) in de periode van 13 juli 2021 tot en met 22 juli 2021 via WhatsApp contact hadden met [naam 10] . In deze periode stuurde [medeverdachte 5] meerdere berichten, waaronder een Google Maps locatie en een verzendbewijs van een geldoverschrijving naar de bankrekening van [naam 10] van € 330,00. [verdachte] stuurde onder andere een PCR-test op naam van [naam 10] . Op de dag van het mensensmokkelincident stuurde [medeverdachte 5] ‘
je moet morgen rond 11 uur vertrekken’, waarna [naam 10] aan [medeverdachte 5] liet weten dat hij was vertrokken en [medeverdachte 5] diverse keren Google maps locaties stuurde. [verdachte] stuurde die dag een bericht naar [naam 10] met de tekst ‘
jij start zo hé’ ook vroeg [verdachte] ‘
Waar ben je’en stuurde zij: ‘
hou contact met [medeverdachte 5] aub’. [126]
Op 13 juli 2021 heeft [naam 10] de Duitse IVECO met kenteken [kenteken 11] gehuurd bij [alias 1] in Nordhorn. [127] Voorafgaande aan het huren van dit voertuig vond er een contante storting plaats van € 600,00 op de bankrekening van [naam 10] . [128]
[medeverdachte 3] heeft op 1 maart 2022 verklaard dat [verdachte] in contact stond met [naam 10] . [129]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat [naam 10] 20 gesmokkelden vervoerde in de Iveco. Het voertuig was niet geschikt of ingericht voor personenvervoer. De laadruimte waar de gesmokkelden zich in bevonden betrof een ruimte die was bedoeld voor het vervoer van goederen, zonder zitplaatsen, ventilatie, veiligheidsgordels en zonder openingen voor de luchtcirculatie. [130]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat ze over en weer (privé)gesprekken heeft gevoerd met [naam 10] . [131]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 10] , de chauffeur, die de migranten daadwerkelijk feitelijk heeft vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervult.
[verdachte] en [medeverdachte 5] stuurden via WhatsApp afwisselend instructies, dan wel locaties en een PCR-test aan [naam 10] . [verdachte] stuurde samen met [medeverdachte 5] de chauffeur aan en heeft daarmee de doorreis van de 20 migranten bevorderd en vergemakkelijkt. Gelet op dit handelen, is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] samen met [medeverdachte 5] en de chauffeur de 20 migranten behulpzaam zijn geweest bij hun doorreis, toegang en verblijf.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat door het vervoeren van 20 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt bestelbusje, onder de omstandigheden zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor de gesmokkelden. Op basis van de hiervoor beschreven betrokkenheid van [verdachte] bij dit smokkelincident, is de rechtbank van oordeel dat dit ook voor [verdachte] voorzienbaar was toen zij samen met [medeverdachte 5] de chauffeur begeleidde. Het betrof immers een bestelbus met een laadruimte, bestemd voor goederenvervoer, waarin de migranten niet konden beschikken over veiligheidsgordels, airbags, ventilatie en luchtcirculatie en verdachte wist (in algemene zin) dat bij de ‘smokkels’ van deze organisatie gebruik werd gemaakt van niet voor personenvervoer bestemde vervoersmiddelen en dat men er financieel belang bij had zoveel mogelijk mensen per keer te vervoeren.
Zaaksdossier [naam 11] [132]
Op 5 augustus 2021 is [naam 11] door de Kroatische politie in een Poolse bestelbus, merk Fiat, aangehouden voor mensensmokkel. In de laadruimte vervoerde hij 24 illegale migranten, met de Irakese nationaliteit. [133]
In de dagen voorafgaande aan de aanhouding had [naam 11] contact met Bartosko. Via deze persoon ontving [naam 11] onder andere een Covid testbewijs op zijn naam en een link van een hotel. [134]
Op 3 augustus 2021 heeft [verdachte] een WhatsApp-groep aangemaakt, waarin op meerdere momenten locaties werden gedeeld met betrekking tot Hongarije, Kroatië en Slovenië. In deze groepsapp stuurde [medeverdachte 5] op 4 augustus 2021
‘20 mensen klaar’, ‘Kroatie’en
‘dezelfde locatie van de eerste chauffeur 20 mensen geleden’. Daarna verwijderde [verdachte] [medeverdachte 5] uit de groepsapp en verliet zij zelf ook de groepsapp. [135]
In een andere WhatsApp-groep met de deelnemers [naam 11] , [naam 24] , [medeverdachte 5] en [verdachte] (met telefoonnummer [telefoonnummer 1] ) stuurden [verdachte] en [medeverdachte 5] diverse locaties. Op 4 augustus 2021 stuurde [verdachte] onder andere ‘
Live biete, ‘when he pass boarder Hongrie’, ‘new location croatia’, ‘the driver goes fast to the border of horwaci’, ‘hij is onderweg gelukkig’en ‘
Hij moet eerst Kroatië komen’. [verdachte] stuurde tussen 16:56 uur en 17:15 uur aan [naam 11] :
‘gas’, ‘no stop’, ‘pfff’en
‘10 minuten gas [alias 17]’. Om ongeveer 17:08 uur spraken [medeverdachte 5] en [naam 24] over de politie en om 17:35 uur verlaten [medeverdachte 5] , [verdachte] en [naam 24] de groepsapp. [136]
Op de bankrekening van [naam 11] werd er op 2 augustus 2021 een bedrag van € 100,00 met als omschrijving ‘voor pooltje’ bijgeschreven afkomstig van de bankrekeningnummer [rekeningnummer 7] op naam van [verdachte] en [medeverdachte 3] . [137]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat ze bij dit smokkelincident hand- en spandiensten heeft verricht en dat zij [naam 24] wel eens met [medeverdachte 5] gezien heeft. [138]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 11] , de chauffeur, die de migranten daadwerkelijk feitelijk heeft vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervult.
[verdachte] heeft [naam 11] aangestuurd, begeleid en financieel ondersteund tijdens de smokkelreis. Ook uit de specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepschat, waarin instructies werden gegeven en locaties werden gedeeld, volgt dat [verdachte] samen met [medeverdachte 5] de chauffeur aanstuurde en daarmee de doorreis van 24 migranten heeft bevorderd en vergemakkelijkt. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] samen met [medeverdachte 5] en de chauffeur de toegang, de doorreis en het verblijf (met betrekking tot in ieder geval Kroatië en Italië) van de 24 hebben bevorderd en gemakkelijk gemaakt.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat door het vervoeren van 24 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt bestelbusje gedurende een lange rit in het buitenland, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor de gesmokkelden. Op basis van de hiervoor beschreven betrokkenheid van [verdachte] bij dit smokkelincident, is de rechtbank van oordeel dat dit ook voor [verdachte] voorzienbaar was toen zij samen met [medeverdachte 5] de chauffeur begeleidde. Het betrof immers een bestelbus met een laadruimte, bestemd voor goederenvervoer, waarin de migranten niet konden beschikken over veiligheidsgordels, airbags, ventilatie en luchtcirculatie en [verdachte] wist (in algemene zin) dat bij de ‘smokkels’ van deze organisatie gebruik werd gemaakt van niet voor personenvervoer bestemde vervoersmiddelen en dat men er financieel belang bij had zoveel mogelijk mensen per keer te vervoeren.
Zaaksdossier [naam 12] [139]
Op 21 augustus 2021 is [naam 12] in Kroatië aangehouden voor mensensmokkel. Hij vervoerde 18 illegale migranten, waarvan 9 afkomstig uit Bangladesh, 8 uit Pakistan en 1 uit Afghanistan, in een Citroën Jumper met Duits kenteken [kenteken 12] . [140]
De Citroën Jumper werd op 17 augustus 2021 14:45 uur gehuurd bij [alias 1] -autoverhuur in [plaats] in Duitsland. Het huurcontract stond op naam van [naam 12] met als adres [adres 3]. [141]
Onder de bij [verdachte] in gebruik zijnde Volkswagen Polo was een baken bevestigd. Op 17 augustus 2021 legde de auto, via de Thorbeckesingel in Leerdam, een route naar Duitsland af. Het telefoonnummer [telefoonnummer 20] , welke bij [verdachte] in gebruik was, straalde op 17 augustus 2021 rond 14:50 uur een telecommast aangelegen op drie minuten rijafstand vanaf de [alias 1] locatie in [plaats] , Duitsland. [142]
In de telefoon van [naam 12] werd een WhatsApp-gesprek met ene ‘ [alias 12] ’ aangetroffen waarin ‘ [alias 12] ’ onder andere stuurde: ‘
Je gaat vanuit Duitsland locatie [alias 1] verhuur bedrijf richting kroatie....Je haalt mensen op eindpunt kroatie en brengt ze via binnen wegen die wij je aangeven in een groepsapp naar het begin punt van Kroatië/Slovenië ... Je laat de mensen uitstappen maakt even gauw een filmpje van hun hoofden en je gaat gauw weg. ...Jij gaat zelf naar Slovenië en je kan bij western union geld ophalen en er is een hotel voor je geboekt zodat je kan uitrusten. Die nacht tussen 3/4 haal je de mensen op in Slovenië en breng je ze net bij Italië 2,5 uur duurt die rit. Dan maak je weer een filmope dat is het eind filmpje en de rit zit erop! Belangrijkste is!! Internet werkt en je klikt op alle locaties die wij je aangeven…Illegale werknemers mis yen…Daarom veel geld’. Op 19 augustus 2021 stuurde ‘ [alias 12] ’ ‘
[naam 25]sana 600 mu verdi’en
‘hoe vaak heb je in totaal getankt’. Verder bespreken ze de benodigde PCR-testbewijzen en gaf ‘ [alias 12] ’ aan dat [naam 25] het al geregeld had. In een groepschat met [naam 12] , [medeverdachte 5] en ‘ [telefoonnummer 22] ’ werd door [telefoonnummer 22] een video gedeeld waarop een witte bus met wit kenteken werd getoond, werd er uitleg gegeven over vignetten en werd op 19 augustus 2021 een afbeelding gestuurd van een vervalst COVID-19 testbewijs. [medeverdachte 5] deelde in deze groepschat live locaties. In de telefoon van [naam 12] werd verder een video aangetroffen waarop te zien was dat 18 mensen in de laadruimte van een witte bus werden geladen. Degene die filmde, telde hardop in het Nederlands, Engels en Turks de personen. [143]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat zij deze Volkswagen Polo leasde [144] en uit onderzoek volgt dat ook het telefoonnummer [telefoonnummer 22] in gebruik was bij [verdachte] . [145]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat [naam 12] 18 gesmokkelden in een Citroën Jumper vervoerde. [naam 12] voldeed niet aan de aanwijzingen van de Kroatische politie om te stoppen en reed met de Citroën Jumper, met daarin 18 mensen, in een greppel en is zelf uit het voertuig gesprongen, terwijl het voertuig nog reed. Het voertuig bleef ongecontroleerd voortbewegen tot een beekkanaal waar het stopte. Daarbij hebben 6 gesmokkelden in het voertuig letsel opgelopen. 3 van hen liepen contusie van de borstkas op, 1 van hen contusie van het bovenbeen, 1 van hen letsel in de vorm van een open wond aan de vingers, en een kneuzing aan de enkel en één van hen liep lichamelijk letsel op in de vorm van contusie van de borstkas en het hoofd. Uit de verklaring van één van de gesmokkelden blijkt dat hij niet wist waar ze heen gingen, omdat ze opgesloten waren aan de achterkant van het voertuig, zonder ramen of ventilatie. Ze zaten op de vloer waar geen banken of stoelen waren. Op een gegeven moment begon het voertuig plotseling te versnellen en weer langzamer te rijden, en plotseling naar links en rechts te rijden zodat alle passagiers achter in het voertuig heen en weer rolden en van links naar rechts werden geslingerd en ook naar de voorkant en achterkant van het voertuig. Hierbij botsten zij tegen elkaar en tegen de wanden van het busje. [146]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 12] , de chauffeur, die de migranten daadwerkelijk feitelijk heeft vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervult.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] [naam 12] heeft opgehaald en vervoerd naar Duitsland om daar de Citroën Jumper te huren. Door dit handelen heeft [verdachte] geholpen bij het doen huren van het voertuig dat bestemd was voor de mensensmokkel. Door dit handelen is [verdachte] in een nauwe samenwerking met chauffeur [naam 12] behulpzaam geweest bij de doorreis door, toegang tot en verblijf in de betreffende landen (i.i.g. Kroatië en Italië) van de 18 migranten. Daarnaast is er ook voor deze smokkel een groepschat aangemaakt, waarin instructies werden gegeven, locaties, video’s en een PCR-test werden gedeeld. Uit deze groepschat volgt dat [verdachte] ook samen met [medeverdachte 5] en ene ‘ [alias 12] ’ de chauffeur aanstuurden en daarmee ook in nauwe samenwerking met hen de doorreis heeft bevorderd en vergemakkelijkt.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat door het vervoeren van 18 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt bestelbusje, onder de omstandigheden zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor de gesmokkelden. Op basis van de hiervoor beschreven betrokkenheid van [verdachte] bij dit smokkelincident, is de rechtbank van oordeel dat dit ook voor [verdachte] voorzienbaar was toen zij met [naam 12] de bus huurde in Duitsland en samen met [medeverdachte 5] de chauffeur begeleidde. Het betrof immers een bestelbus met een laadruimte, bestemd voor goederenvervoer, waarin de migranten niet konden beschikken over veiligheidsgordels, airbags, ventilatie en luchtcirculatie.
Zaaksdossier [naam 13] [147]
Op 27 oktober 2021 is [naam 13] aangehouden in Hongarije wegens het smokkelen van 24 illegale migranten uit Syrië. [naam 13] reed in een Mercedes Benz, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 13] . [148]
[aangever] heeft aangifte gedaan van de verduistering van deze bestelbus Mercedes Benz. Hij verklaarde in de aangifte dat hij de reservesleutel aan [verdachte] had gegeven. [149]
[naam 13] heeft onder andere verklaard dat [verdachte] aan hem voorstelde dat hij
€ 500,00 zou krijgen voor elke gesmokkelde, maar dat er geen afspraak was over hoeveel mensen hij moest vervoeren. [verdachte] had voor de Mercedes gezorgd, zodat hij daarmee de migranten kon vervoeren. [naam 13] verklaarde verder dat hij vanuit Nederland met een andere man, [alias 2] Mucaco, naar Hongarije is gegaan en dat hij via WhatsApp GPS-coördinaten voor de route en de ophaallocatie kreeg. [verdachte] vroeg via WhatsApp af en toe om informatie met betrekking tot het transport, ook vroeg zij om een filmpje van het instappen van de migranten en van het uitstappen. Na ongeveer tien tot vijftien minuten na het ongeluk, is hij opgepakt. [150] Ook heeft [naam 13] verklaard dat hij geen rijbewijs heeft. [151]
Uit de uitgewerkte tapgesprekken van de telefoonnummers in gebruik bij [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [naam 13] volgt dat [verdachte] , [naam 13] ook wel ‘ [alias 13] ’, ‘ [alias 14] ’, ‘ [alias 15] ’ of ‘ [alias 16] ’ noemde. [152] Hieruit volgt ook dat [medeverdachte 4] – voorafgaande aan het mensensmokkelincident – gebeld heeft naar [verdachte] en gezegd heeft hij dat hij de bus zou huren voor hem en [alias 15] / [alias 13] . [153] Een paar dagen later belde [medeverdachte 4] dat de bus geannuleerd moest worden en dat de reservering op zijn naam moest, maar dat er geen geld was. [verdachte] gaf daarop aan dat ze gezocht heeft naar de bus van [naam 26] en dat ze haar geld aan het verliezen was. [154] Kort daarna heeft [verdachte] gebeld naar [medeverdachte 3] dat ze de bus niet kon vinden en [medeverdachte 3] heeft toen voorgesteld om samen te kijken, waarna [verdachte] naar [medeverdachte 4] belde dat ze de bus heeft gevonden. [155] [medeverdachte 3] belde twee dagen later naar [medeverdachte 4] en zei dat ze rond 12 uur zouden vertrekken en dat ze [alias 13] nog moesten ophalen. Ook vroeg ze aan [medeverdachte 4] : ‘
Gaan wij een beetje geld verdienen of wat?! [156] Op de dag van het mensensmokkelincident belde [medeverdachte 4] naar [medeverdachte 3] met de mededeling dat hij net op tijd was weggekomen en de politie naar het hotel was gekomen. [medeverdachte 4] zei in dit gesprek ook ‘
Hij heeft ongeluk gemaakt met die mensen in de wagen.’ [157] [medeverdachte 3] heeft daarna gebeld met [verdachte] dat [medeverdachte 4] uit het hotel moest, waarop [verdachte] zei dat [alias 13] de naam ‘ [alias 2] ’ kon noemen, maar dat ‘hij’ geen ‘ [alias 2] ’ heet. [158] Een aantal dagen na het mensensmokkelincident heeft [medeverdachte 4] naar [verdachte] gebeld en hebben ze gesproken over dat ‘hij’ met iemand een ongeluk had, dat ‘hij’ is doorgereden en dat ‘hij’ in voorlopige hechtenis zit voor het vervoer van mensen. Hierop reageerde [medeverdachte 4] ‘
ik snap sowieso niet hoe hij überhaupt die ongeluk heeft kunnen maken want kort daarvoor was ik nog met hem en [medeverdachte 5] in gesprek alles ging goed en wat was er nou, had hij mensen opgepikt hij was onderweg en hij was lekker op weg hij moest niet heel lang meer trouwens’. [159]
In één van de onder [naam 13] inbeslaggenomen telefoons, zijn onder andere Nederlandse en Engelse voice-berichten en WhatsApp-gesprekken aangetroffen. Deze voice-berichten waren gericht aan ene ‘ [alias 10] ’ en ene ‘ [medeverdachte 5] ’. Ook werd de naam ‘ [alias 2] ’ genoemd. Er zijn afbeeldingen aangetroffen van een PCR-test op naam van ‘ [alias 16] [naam 13] ’, voorzien van nummer [nummer] en een afbeelding van een telefoon met daarop te zien een boekingsbevestiging bij Booking.com. Ook waren er meerdere video-opnames te zien waarbij er mensen in of uit een bestelbus, met kenteken beginnend met [kenteken 14] , stapten of waarbij de laadruimte van een bestelbus werd gefilmd.
In de groepschat ‘ [alias 15] 2.0, die door ‘ [alias 2] ’ is aangemaakt met deelnemers ‘ [alias 2] ’, ‘ [alias 10] ’ ( [verdachte] ), [medeverdachte 5] en [naam 13] werden linkjes naar locaties in Google-maps, voice-berichten, opdrachten en aanwijzingen gestuurd. Verder gaf ‘ [alias 2] ’ aanwijzingen zoals:
‘Als je bij de mensen bent’, ‘Maak goed filmpje en ‘En als de mensen eruit gaan goed filmen’. ‘ [alias 10] ’ stuurde ‘
Gooi die locatie hier aan’.
Voor het mensensmokkelincident werd door [verdachte] aangegeven dat ze iemand al
€ 1.000,00 had gegeven, maar dat ze hem nog wel € 100,00 ging geven om te tanken. [verdachte] vroeg om een rekeningnummer, waarop ‘ [alias 14] ’ reageerde ‘ [rekeningnummer 13] ’. Op 27 oktober 2021 stuurde ‘ [alias 14] ’ dat hij nog geld moest hebben om te vertrekken, waarop [verdachte] reageerde dat zij naar [alias 2] geld heeft gestuurd. ‘ [alias 14] ’ gaf vervolgens aan dat hij ging vertrekken en [verdachte] stuurde dat hij zijn live-locatie aan moest zetten en dat hij moest proberen een film te maken als ze instappen. Op de dag van het mensensmokkelincident vroeg [naam 13] aan [medeverdachte 5] om € 50,00 te storten op het bankrekeningnummer van [medeverdachte 4] . [160]
In de periode van 25 oktober 2021 tot en met 6 november 2021 hebben tien afschrijvingen plaatsgevonden van de bankrekening van [verdachte] naar het bankrekeningnummer [rekeningnummer 11] op naam van [medeverdachte 4] , met omschrijvingen als boodschappen, tickets, eten en auto. [161]
In de onder [verdachte] en [medeverdachte 3] in beslag genomen desktopcomputer zijn twee PCR-testresultaten aangetroffen, beide met de datum 23 oktober 2021 en nummer [nummer] , op naam van [alias 16] [naam 13] en [medeverdachte 4] . In de iPhone 7 die onder [medeverdachte 4] in beslag is genomen, is dit PCR-testresultaat op naam van [naam 13] eveneens aangetroffen. In de onder [medeverdachte 3] inbeslaggenomen Samsung Galaxy Note 10+ is een afbeelding aangetroffen van de achterzijde van een witte bus, voorzien van het kenteken [kenteken 13] en een afbeelding van de voorzijde van een verblijfsvergunning op naam van [naam 13] . [162]
[verdachte] heeft op 12 januari 2022 verklaard dat [naam 13] geen rijbewijs had. [163]
[medeverdachte 4] heeft op 21 januari 2021 verklaard dat hij samen met [naam 13] , bijnaam [alias 13] , naar Hongarije is geweest. [164]
[medeverdachte 3] heeft op 1 maart 2022 verklaard dat zij bij dit smokkelincident hand- en spandiensten heeft verricht, waaronder het zoeken naar de bus van [aangever] . Die bus heeft zij vervolgens afgeleverd bij [medeverdachte 4] . Verder heeft zij verklaard dat [verdachte] het geld tijdens deze smokkel overmaakte naar [medeverdachte 4] en dat [naam 13] dit werk wilde doen. Ook was [medeverdachte 4] ervan op de hoogte dat [naam 13] geen rijbewijs had en zij heeft [medeverdachte 4] geadviseerd het land te verlaten nadat [naam 13] het ongeluk had veroorzaakt tijdens het smokkelen van migranten. [medeverdachte 3] heeft ook verklaard dat zij de vervalste PRC-testen heeft gemaakt. [165]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat [naam 13] niet in het bezit was van een rijbewijs gedurende het mensensmokkelincident en kampte met verslavingsproblematiek. [naam 13] was sinds 24 juni 2021 woonachtig bij een woonvoorziening voor mensen met een dubbele diagnose (verslavingsproblematiek en psychiatrische problematiek). Verder is uit onderzoek naar voren gekomen dat de gesmokkelden ongeveer 0,14m2 bewegingsruimte hadden als zij rechtop zouden staan, terwijl een persoon gemiddeld een ruimte van 0,15m2 in beslag neemt in een staande positie. Nu de hoogte van de laadruimte 1,4 meter was, konden de volwassen gesmokkelden waarschijnlijk niet rechtop staan, waardoor hun bewegingsruimte nog beperkter was. [166] Uit de Verkeersongevallenanalyse volgt verder dat de laadruimte van de Mercedes-Benz Vito niet was ingericht op personenvervoer en dat er hiervoor geen veiligheidsvoorzieningen aanwezig waren. [167]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [naam 13] , de chauffeur, die de 24 migranten daadwerkelijk feitelijk heeft vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervult.
[verdachte] heeft [naam 13] geronseld, aangestuurd, begeleid en financieel ondersteund tijdens de smokkelreis en daarmee in nauwe samenwerking met hem de toegang, de doorreis en het (verdere) verblijf van de migranten heeft bevorderd of gemakkelijk gemaakt. Ook uit de specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepschat, waarin instructies werden gegeven en locaties werden gedeeld, volgt dat [verdachte] samen met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] de chauffeur aanstuurde en daarmee in nauwe samenwerking met hen die toegang, doorreis en verblijf heeft bevorderd en vergemakkelijkt.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat door het vervoeren van 24 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt bestelbusje, onder de omstandigheden zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor de gesmokkelden. Op basis van de hiervoor beschreven betrokkenheid van [verdachte] bij dit smokkelincident, is de rechtbank van oordeel dat dit ook voor [verdachte] voorzienbaar was toen zij de Mercedes Benz samen met medeverdachte [medeverdachte 3] afleverde voor de smokkel. Het betrof immers een bestelbus met een laadruimte, bestemd voor goederenvervoer, waarin de migranten niet konden beschikken over veiligheidsgordels, airbags, ventilatie en luchtcirculatie.
3.4.1.3 De bewijsoverwegingen ten aanzien van alle zaaksdossiers
Winstbejag
De rechtbank is van oordeel dat verdachte heeft gehandeld uit winstbejag. Uit meerdere verklaringen van gesmokkelden blijkt dat zij forse bedragen moesten betalen voor de doorreis. Ook heeft [verdachte] ter terechtzitting verklaard dat geld de belangrijkste drijfveer was om zich bezig te houden met de mensensmokkelincidenten en dat zij een behoorlijk geldbedrag eraan verdiend heeft.
Beroep/gewoonte
[verdachte] heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere mensensmokkelfeiten. Het ging daarbij niet om een eenmalig of incidenteel handelen, maar om een terugkerend en planmatig patroon, waarbij steeds volgens eenzelfde werkwijze werd gehandeld. Deze herhaling maakt dat sprake is van een gewoonte in de zin van de tenlastelegging.
De periode van 18 augustus 2020 tot en met 11 januari 2022
De rechtbank is van oordeel dat de hiervoor besproken mensensmokkelincidenten hebben plaatsgevonden in de ten laste gelegde periode en ziet daarom geen aanleiding om de ten laste gelegde periode te beperken.
3.4.2
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde witwassen
3.4.2.1 Financieel onderzoek [168]
Er is onderzoek gedaan naar de inkomsten en uitgaven van [verdachte] en [medeverdachte 3] over de periode van 1 juli 2020 tot 11 januari 2022. Uit de saldo- en transactieoverzichten van bankrekeningen op naam van [verdachte] blijkt dat in de ten laste gelegde periode contante stortingen hebben plaatsgevonden met een totaalbedrag van € 17.315,00, te weten:
- een contante storting van € 5.140,00 [169] in de periode 10 april 2021 tot en met 8 mei 2021 en
€ 3.000,00 [170] in de periode 5 november 2021 tot en met 5 december 2021 op bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] ;
- een contante storting van € 600,00 op 13 maart 2021 op bankrekeningnummer [rekeningnummer 9] [171] ;
- een constante storting op 21 september 2020 van € 1.010,00 en een contante storting van € 300,00 op 15 februari 2021 op bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] [172] ;
- negen constante stortingen voor een totaalbedrag van € 7.265,00 op de en/of rekening van [verdachte] en [medeverdachte 3] in de periode van 1 januari 2020 tot 13 december 2021. [173]
Verder zijn er zes contante stortingen gedaan met een totaalbedrag van € 8.425,00 [174] in de periode van 17 september 2021 tot en met 27 oktober 2021 op bankrekeningnummer [rekeningnummer 5] . [175] Deze bankrekening stond op naam van [naam 27] , de ex-partner van [verdachte] .
[verdachte] heeft meerdere contante betalingen gedaan, waaronder de aanschaf van een Volkswagen Tiguan op 12 oktober 2021 van € 19.200,00 [176] , schadeherstelwerkzaamheden aan deze Volkswagen Tiguan van € 6.900,00 in oktober 2021 en de aanschaf van een bromfiets Vespa (kenteken [kenteken 15] ) van € 4.250,00 [177] op 13 april 2021. [medeverdachte 3] is van 13 april 2021 tot 11 mei 2022 kentekenhouder geweest van deze Vespa.
Tijdens een doorzoeking op 11 januari 2022 in de woning van [verdachte] en [medeverdachte 3] is er een contant geldbedrag van € 6.350,00 aangetroffen. [178] Ook is er een factuur gedateerd 10 augustus 2021 van Coolblue gevonden, waaruit blijkt dat een Samsung Galaxy Note 20 Ultra en een Apple iPhone 12 Pro Max zijn gekocht voor een totaal bedrag van € 2.227,00 [179] , die op 12 augustus 2021 contant zijn betaald.
Op de onder [verdachte] inbeslaggenomen telefoon (
iPhone 12, voorzien van het IMEI-nummer 350888747788002) zijn in de map ‘Images’ meerdere afbeeldingen aangetroffen waarop onder andere [verdachte] en/of [medeverdachte 3] staan afgebeeld met een groot contant geldbedrag. [180] Op één afbeelding is [medeverdachte 3] te zien met een bankbiljet van 500 euro.
[medeverdachte 3] heeft op 15 juni 2022 verklaard dat zij € 25.000,00 hebben verdiend met ‘gewonnen mensensmokkel’ en dat ze hier onder andere de Volkswagen Tiguan van hebben betaald en de reparatie van deze auto. [181] Ook heeft zij verklaard dat zij in augustus
€ 10.000,00 in België heeft opgehaald in opdracht van [verdachte] . [182]
[verdachte] heeft ter terechtzitting op 30 september 2025 verklaard dat zij een behoorlijk geldbedrag heeft verdiend met de mensensmokkelincidenten. Ook heeft zij verklaard dat het geld dat te zien is op de foto’s afkomstig was van de mensensmokkelorganisatie en dat zij en [medeverdachte 3] beiden geld hebben gestort op de bankrekeningen. [183]
3.4.2.2 Bewijsoverwegingen ten aanzien van witwassen, artikel 420bis Sr
- ad a contante storting van in totaal € 8.425,00 op rekeningnummer [rekeningnummer 5] ten name van [naam 27]
Het geldbedrag van € 8.425,00 is naar het oordeel van de rechtbank (onmiddellijk) afkomstig uit een door [verdachte] zelf begaan misdrijf (
mensensmokkel). Vervolgens moet de rechtbank beoordelen of er een gedraging van [verdachte] kan worden vastgesteld, die meer omvat dan het enkele voorhanden hebben van het geldbedrag. Die gedraging moet gericht zijn op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het door het eigen misdrijf verkregen geldbedrag. De rechtbank is van oordeel dat hiervan sprake is, nu verdachte het geldbedrag op een bankrekening op naam van [naam 27] heeft gestort, terwijl de bankrekening weliswaar voor [verdachte] zelf bedoeld was. Door zo te handelen heeft [verdachte] van de betreffende € 8.4250,00 getracht te verhullen wie de rechthebbende is alsook de werkelijke herkomst verhuld.
De rechtbank zal [verdachte] voor wat betreft deze storting vrijspreken van het tenlastegelegde medeplegen.
- ad a contante stortingen op eigen bankrekeningen en aanschaf van meerdere voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat door contante stortingen op eigen bankrekeningen te doen en meerdere voorwerpen aan te schaffen niet vast is komen te staan dat er ten aanzien van die bedragen en voorwerpen sprake is van verbergen of verhullen van de criminele herkomst. Van die gedachtenstreepjes onder a spreekt de rechtbank [verdachte] vrij.
-
ad b contante storting van € 8.425,00 op eigen bankrekening
De rechtbank zal [verdachte] vrijspreken van de onder ad b genoemde contante storting van
€ 8.425,00, omdat dit een dubbeltelling betreft in het tenlastegelegde.
- ad b contante stortingen op eigen bankrekeningen en aanschaf van meerdere voorwerpen
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of zij voor de overige ten laste gelegde gedachtenstreepjes tot een bewezenverklaring kan komen van witwassen, als bedoeld in artikel 420bis, eerste lid Sr. [verdachte] en [medeverdachte 3] hebben verklaard dat zij geld hebben ontvangen voor het faciliteren van de mensensmokkelincidenten en zij dit geld onder andere besteed hebben aan een Volkswagen Tiguan, mobiele telefoons en een Vespa en daarnaast contante stortingen hebben gedaan op bankrekeningen. Daarmee hebben zij deze geldbedragen ‘omgezet’, hetgeen maakt dat de rechtbank met betrekking tot de aanschaf van de betreffende voorwerpen van oordeel is dat sprake is geweest van (‘gewoon’) witwassen als bedoeld in artikel 420bis lid 1 onder b. Sr.
Ten aanzien van de contante stortingen overweegt de rechtbank als volgt.
Met betrekking tot de contant gestorte geldbedragen (die dus onmiddellijk afkomstig zijn uit door verdachte zelf begane misdrijven) kunnen geen gedragingen van verdachte(n) worden vastgesteld, die meer omvatten dan het enkele voorhanden hebben van deze geldbedragen. [184]
Hoewel de tenlastelegging niet (expliciet) mede de verdenking van eenvoudig witwassen (artikel 420bis.1 Sr) inhoudt, aangezien daarin niet is opgenomen dat de geldbedragen afkomstig waren uit enig ‘eigen’ misdrijf, hoeft dit niet aan kwalificatie (van eenvoudig witwassen) in de weg te staan, nu de vermelding in de tenlastelegging dat het gaat om een eigen misdrijf niet is vereist. [185] De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte zich (tezamen met [medeverdachte 3] ) schuldig heeft gemaakt aan het eenvoudig witwassen van de contant gestorte geldbedragen die onmiddellijk afkomstig zijn uit de door de verdachte zelf begane mensensmokkel.
-
ad c opzetheling
Gelet op de bewezenverklaring van de hiervoor besproken varianten van witwassen, zal de rechtbank zowel [verdachte] als [medeverdachte 3] vrijspreken van het onder ad c tenlastegelegde.
-
periode van 18 januari 2020 tot en met 11 januari 2022
De rechtbank is van oordeel dat de hiervoor besproken varianten van witwassen hebben plaatsgevonden in de ten laste gelegde periode en ziet daarom geen aanleiding om de ten laste gelegde periode te beperken.
3.4.3
Ten aanzien van de onder 3 ten laste gelegde valse verblijfsdocument
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het in haar woning aangetroffen valse verblijfsdocument, vals was.
De rechtbank spreekt [verdachte] dan ook vrij van het onder 3 ten laste gelegde.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode van 18 augustus 2020 tot en met 11 januari 2022 in Nederland en/of in België en/of Italië en/of Kroatië en/of Hongarije, tezamen en in vereniging met anderen telkens een of meer nader te noemen personen (met nader te noemen
nationaliteit), en wel:
- op of omstreeks 17 maart 2021, 24, personen van Turkse of Bengalese (inwoners uit Bangladesh) nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 1] / [naam 15] "), en
- op of omstreeks 28 maart 2021, 6, personen van Bengalese nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 2] / [naam 3] "), en
- op of omstreeks 5 april 2021, 12, personen van Bengalese of Egyptische of Irakese nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 4] "), en/of
- op of omstreeks 8 april 2021, 12, personen van Irakese nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 5] "), en
- op of omstreeks 19 april 2021, 47, personen van Syrische nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 6] "), en
- op of omstreeks 24 april 2021, 4, personen van Bengalese nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 7] / [naam 8] "), en
- op of omstreeks 8 mei 2021, 11, personen van Syrische nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 9] "), en
- op of omstreeks 22 juli 2021, 20, personen van Turkse nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 10] "), en
- op of omstreeks 5 augustus 2021, 24, personen van Irakese nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 11] "), en
- op of omstreeks 21 augustus 2021, 18, personen van Bengaalse of Pakistaanse of een onbekende nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 12] "), en
- op of omstreeks 27 oktober 2021, 24, personen van Syrische nationaliteit (zaakdossier "Mensensmokkel [naam 13] "),
* behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van doorreis door, en
* uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in een lidstaat van de Europese Unie,
en die bovengenoemde (gesmokkelde) personen telkens daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door meermalen:
- een bestelbus/auto (voor telkens het vervoer van voornoemde gesmokkelde personen) te huren/regelen/organiseren, en
- de chauffeurs voor die bestelbussen /auto’s te regelen/organiseren, en
- voornoemde (gesmokkelde) personen te laten vervoeren en/of het vervoer van die personen telkens te regelen en/of te organiseren, en
- de betalingen /financiering met betrekking tot die (smokkel)reizen te doen en/of te
regelen en/of te incasseren en/of daartoe verdachtes bankrekeningen ter beschikking te stellen,
terwijl zij, verdachte, en haar mededaders telkens wisten dat die doorreizen en dat verblijf wederrechtelijk was, en terwijl door die feiten (telkens) levensgevaar voor een of meer van de voornoemde (gesmokkelde) personen te duchten was, door die personen (telkens) te laten vervoeren en/of op te (laten) sluiten in een
(zeer) beperkte ruimte van een bestelbus/auto, welke ruimte:
+ als zodanig niet voor het vervoer van personen bestemd/ingericht/geschikt was, en
+ geen, althans zeer beperkt faciliteiten voor een goede zuurstof toevoer en/of ventilatie en/of verwarming en/of verkoeling had,
+ niet was voorzien van stoelen en/of veiligheidsgordels en/of een dakconstructie
en/of een veiligheidsframe en/of een goed sluitende deur, en
door een bestelbus te laten besturen door een persoon die niet in het bezit was van het voor die bestelbus vereiste rijbewijs en die persoon verslavingsproblematiek had,
en verdachte, van het plegen van deze feiten een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
2.
zij in de periode van 18 januari 2020 tot en met 11 januari 2022, in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
a)
telkens voorwerpen, te weten (contante) geldbedragen tot een totaalbedrag van (circa) 8.425,00 euro, te weten:
- in de periode van 17 september 2021 tot en met 27 oktober 2021 zes, contante stortingen op rekeningnummer [rekeningnummer 5] voor een totaalbedrag van euro 8.425,00,
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verhuld en/of terwijl zij wist dat dat voorwerp geheel - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf,
en
b)
telkens voorwerpen, te weten (contante) geldbedragen tot een totaalbedrag van (circa) 66.242,00 euro, en goederen, te weten:
- in de periode van 1 juli 2020 tot en met 21 december 2021 contante stortingen op rekeningnummer [rekeningnummer 6] voor een totaalbedrag van euro 8.140,00, en
- op 13 maart 2021 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 2] voor een totaalbedrag van euro 600,00, en
- op 21 september 2020 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 3] voor een totaalbedrag van euro 1.010,00, en
- op 15 februari 2021 een contante storting op rekeningnummer
[rekeningnummer 3] voor een totaalbedrag van euro 300,00, en
- in de periode van 30 april 2021 tot en met 12 december 2021 negen, contante stortingen voor een totaalbedrag van euro 7.265,00, en
- op 13 april 2021 de aanschaf en (vervolgens) contante betaling van een bromfiets, merk Vespa, voor een geldbedrag van euro 4.250,00, en
- in de maand augustus 2021, een
geldbedrag van euro 10.000,00 (Brussel/België), en
- omstreeks 12 augustus 2021 de aanschaf en/of contante betaling van een Samsung Galaxy Note 20 Ultra en een Apple iPhone 12 Pro Max voor een (totaal)bedrag van euro 2.227,00, en
- op 10 oktober 2021 de aanschaf en vervolgens (contante) betaling van een auto, merk Volkswagen Tiguan, voor een bedrag van euro 19.200,00, en
- omstreeks de maand oktober 2021 de contante betaling van een schadebedrag van euro 6.900,00, en
- op 11 januari 2022 (in de woning [adres 1] ) een geldbedrag van euro 6.350,00,
voorhanden heeft gehad of heeft omgezet, terwijl zij en haar mededader wisten dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 197a, 420bis en 420bis.1 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt, en het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen en terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is
en
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn geweest bij het zich verschaffen van verblijf in een lidstaat van de Europese Unie, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt, en het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen en terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
feit 2
het misdrijf:
witwassen,
en
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd
en
medeplegen van eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft – rekening houdende met een overschrijding van de redelijke termijn – gevorderd een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar en 9 maanden, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest op te leggen. Daarnaast heeft de officier van justitie de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte gevorderd met ingang van de datum van het vonnis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat er sprake is van een ernstige overschrijding van de redelijke termijn, die zou moeten lijden tot een strafvermindering met 20 procent. Zij heeft verzocht een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek van het voorarrest op te leggen en de vordering om het geschorste bevel voorlopige hechtenis op te heffen, af te wijzen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de strafbare feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een groot aantal mensensmokkelincidenten. Bij mensensmokkel wordt misbruik gebruik gemaakt van de afhankelijkheid van de gesmokkelden, door voor het transport uit winstbejag (veel) geld te vragen. De internationale georganiseerde smokkel van vreemdelingen is een fenomeen dat afbreuk doet aan de waardigheid van de mens omdat de mens daarbij slechts als handelswaar wordt gezien, waarmee geld te verdienen valt. Het vervoer vindt vaak onder mensonterende en gevaarlijke omstandigheden plaats, zoals ook in verschillende zaaksdossiers schrijnend naar voren is gekomen. Door mensensmokkel wordt bovendien het overheidsbeleid inzake de bestrijding van illegaal verblijf in een land en de illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie doorkruist en wordt ook bijgedragen aan een illegaal circuit. De handelswijze van verdachte ondermijnt dit beleid en veroorzaakt onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Ook leiden dit soort feiten makkelijk tot vormen van uitbuiting en misbruik van kwetsbare personen. De rechtbank verwijt verdachte dat zij niet heeft stilgestaan bij het ontwrichtende karakter van mensensmokkel en evenmin bij de (levensgevaarlijke) risico’s die de gesmokkelden tijdens het vervoer liepen.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het meermalen medeplegen van (eenvoudig) witwassen van grote geldbedragen (in totaal ruim € 60.000,00). Het witwassen van geld heeft een ontwrichtende werking op de integriteit van het financieel en economisch verkeer en op de openbare orde. Met haar handelen heeft verdachte opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie onttrokken. Het betreft een ondermijnend feit dat de maatschappij veel schade toebrengt.
Persoon van de verdachte
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op het strafblad van verdachte van 20 mei 2025. Hieruit blijkt dat verdachte is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit, namelijk schuldwitwassen. De rechtbank zal rekening houden met artikel 63 Sr vanwege een recente strafoplegging.
Ter terechtzitting heeft verdachte naar voren gebracht dat zij werk heeft, een nieuwe relatie en dat er sprake is van een flinke schuld, waarvoor zij in de schuldsanering zit.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat in verband met de ernst van de feiten niet kan worden volstaan met een andersoortige straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank heeft bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf grote betekenis toegekend aan de wezenlijk sturende en faciliterende rol die verdachte heeft gespeeld bij de levensgevaarlijke mensensmokkelincidenten.
De landelijke oriëntatiepunten straftoemeting indiceren voor mensensmokkel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden per gesmokkelde persoon. Bij meerdere gesmokkelden volgt in beginsel een lineaire verhoging, dus wordt het oriëntatiepunt vermenigvuldigd met het aantal gesmokkelden. Dit impliceert voor alle mensensmokkelincidenten samen met een totaal van 203 gesmokkelden dat als uitgangspunt heeft te gelden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 609 maanden. Bij dit uitgangspunt zijn dan nog niet betrokken de strafverzwarende gronden dat het feit in vereniging is begaan en dat er levensgevaar was te duchten.
Redelijke termijn
De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn is aangevangen op 11 januari 2022 op het moment van inverzekeringstelling. Gelet op dit vonnis van 10 november 2025 is er sprake van een overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank kwalificeert deze overschrijding als een (ernstige) schending van het recht op berechting binnen een redelijke termijn. Zonder deze schending had de rechtbank 11 jaar opgelegd, maar zal gelet op deze schending één jaar op deze straf in mindering brengen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is en zij zal verdachte daartoe dan ook veroordelen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank is, mede gelet op het arrest van de Hoge Raad van 24 juni 2025 [186] en het feit dat de voorlopige hechtenis al geschorst is sinds 13 januari 2023 en er geen nieuwe omstandigheden zijn die een opheffing van het geschorste bevel noodzakelijk maken, van oordeel dat de schorsing van de voorlopige hechtenis moet voortduren.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat alle in beslag genomen voorwerpen moeten worden verbeurdverklaard.
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen over de in beslag genomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen moeten worden verbeurdverklaard, omdat het een voorwerpen betreffen met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid en omdat het voorwerpen betreffen die aan verdachte toebehoren en die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de strafbare feiten zijn verkregen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt, en het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen en terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is
en
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn geweest bij het zich verschaffen van verblijf in een lidstaat van de Europese Unie, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt, en het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen en terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
feit 2
het misdrijf:
witwassen,
en
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.L. Beljaars, voorzitter, mr. S.K. Huisman en
mr. R. ter Haar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard en
mr. R. van der Hulst, griffiers, en is in het openbaar uitgesproken op 10 november 2025.

Voetnoten

1.Hierna wordt verwezen naar het procesdossier behorende bij het onderzoek 27TOLTOL, proces-verbaalnummer 039.
2.Algemeen dossier, pagina 9 tot en met 11.
3.Persoonsdossier Verdachte [medeverdachte 1] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 18 januari 2022 (pagina 82).
4.Zaaksdossier 4 [naam 29] / [naam 30] , pagina 107.
5.Persoonsdossier Verdachte [verdachte] : Het proces-verbaal vaststellen identiteit (pagina 15) en het persoonsdossier Verdachte [medeverdachte 3] : Het proces-verbaal vaststellen identiteit (pagina 49).
6.Persoonsdossier Verdachte [medeverdachte 4] : Het proces-verbaal van verdenking (pagina 12).
7.Algemeen dossier, ARVO-relaas, proces-verbaal begeleiding informatie-inwinning art.3 PW, nummer 2106091 100: AMB, zie bijlage 01, pagina 991, 1006 tot en met 1008.
8.Zaaksdossier 1 [naam 31], bijlagen, pagina’s 35 tot en met 57, inhoudende processen-verbaal van bevindingen.
9.Algemeen dossier, ARVO- relaas, pagina 554.
10.Zaaksdossier 5 [naam 1] / [naam 15] , proces-verbaal van bevindingen, pagina 270.
11.Zaaksdossier 11 [naam 7] /[naam 8] , proces-verbaal van bevindingen, pagina 126.
12.Zaaksdossier 12 [naam 9] , proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 146 tot en met 151.
13.Zaaksdossier 6 [naam 2] / [naam 3] , uittreksel Kamer van Koophandel, pagina 117.
14.Zaaksdossier 1 [naam 31], bijlagen, inhoudende processen-verbaal van bevindingen, pagina 46, 4e alinea.
15.Hoge Raad 7 april 1998, ECLI:NL:HR:1998: ZD001, NJ1998, 558, overweging 5.5.
16.Kamerstukken II 1995/96, 24269, 5, pagina’s 8 en 9.
17.HR 17 februari 2009, LJN BG 1653, NJ 2009, 120.
18.Overzichtsarrest HR 2 februari 2014: ECLI:HR: 2014:3474, NJ 2015/39.
19.Aanvullend proces-verbaal, Zaak 20: [naam 11] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 31 mei 2021 (pagina 453, regel 15).
20.Persoonsdossier [verdachte] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 12 januari 2022 (pagina 93, alinea 10).
21.Persoonsdossier [verdachte] : Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Inzien uittreksel - [bedrijf 2] ’ van de Kamer van Koophandel van 30 september 2021 (pagina 145).
22.Zaaksdossier 5 [naam 1] / [naam 15] : Het proces-verbaal van bevindingen van 19 augustus 2022 (pagina’s 149 tot en met 153).
23.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, 3 oktober 2025 en 6 oktober 2025voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
24.Zaaksdossier 8 [naam 5] : Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie’ van 30 maart 2021 (pagina 51).
25.Persoonsdossier [verdachte] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 24 januari 2022 (pagina 130).
26.Zaaksdossier 14 [naam 12] , Het proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2022 (pagina 41, alinea 5).
27.Zaaksdossier 14 [naam 12] : Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie’ van 2 december 2021 (pagina 52) en een schriftelijk bescheid, te weten ‘Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie’ van 30 maart 2021 (pagina 53).
28.Zaaksdossier 13 [naam 10] : Het proces-verbaal van bevindingen van 23 augustus 2021 (pagina’s 45 tot en met 48).
29.Persoonsdossier [verdachte] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 12 januari 2021 (pagina’s 97, 4e en 2e alinea van onderen en 104 2e tot en met 7e alinea).
30.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
31.Persoonsdossier [medeverdachte 3] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 juni 2022 (pagina 178).
32.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 5 [naam 1] & [naam 15] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
33.Siena-bericht 1710197-1-1 (pagina 27).
34.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2022 (pagina 30 en 31, onder ‘Verhoor 2 [naam 1] ’ en pagina 30 en 32 onder ‘Verhoor 2 [naam 15] ’).
35.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2022 (pagina 33 onder ‘Verklaringen getuigen’).
36.Het proces-verbaal van bevindingen van 23 mei 2021 (pagina 259).
37.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 mei 2021 (pagina’s 255 en 256).
38.Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie’ van 8 juli 2021 (pagina 69).
39.Het proces-verbaal van bevindingen van 19 augustus 2022 (pagina’s 149 tot en met 152).
40.Het proces-verbaal van bevindingen van 3 april 2022 (pagina’s 89 tot en met 100).
41.Het proces-verbaal van bevindingen van 12 juli 2022 (pagina’s 363 tot en met 368).
42.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2022 (pagina’s 263 en 267).
43.Het proces-verbaal van bevindingen van 4 april 2022 (pagina’s 203 tot en met 210).
44.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina’s 562 en 563).
45.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
46.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 6 [naam 2] & [naam 3] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
47.SIENA bericht 1655119-6-1 (pagina 26).
48.Het proces-verbaal van bevindingen (pagina’s 29, 30, 35 tot en met 37).
49.Het proces-verbaal van bevindingen van 13 oktober 2021 (pagina’s 109 en 110) en het proces-verbaal van bevindingen van 8 maart 2022 (pagina 73).
50.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 juli 2022 (pagina’s 197 tot en met 202).
51.Het proces-verbaal van bevindingen van 10 februari 2022 (pagina’s 226 tot en met 229).
52.Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie’ (pagina 39).
53.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2022 (pagina’s 129).
54.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 april 2022 (pagina’s 243 tot en met 245).
55.Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Huurcontract: 52187’ (pagina 121).
56.Het proces-verbaal van bevindingen van 19 augustus 2022 (pagina’s 40 tot en met 43).
57.Aanvulling op het Zaaksdossier 20 (“Mensensmokkel [naam 11] , Onderzoek 27 [naam 28] ”): Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 1 juli 2021 (pagina 453).
58.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2022 (pagina’s 278 tot en met 281).
59.Het proces-verbaal van bevindingen van 31 oktober 2022 (pagina’s 251 tot en met 259).
60.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina 563).
61.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
62.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 6 [naam 2] & [naam 3] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
63.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 7: [naam 4] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
64.Siena-bericht 1718371-2-3 (pagina 20).
65.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2022 (pagina 124).
66.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 22 februari 2022 (pagina 90).
67.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2022 (pagina 106).
68.Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Bedrijfsprofiel - [bedrijf 1] ’ van de Kamer van Koophandel van 17 januari 2022 (pagina 42).
69.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2022 (pagina’s 110 en 111).
70.Het proces-verbaal van relaas van 20 oktober 2022 (pagina 12).
71.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2022 (pagina’s 105 tot en met 118).
72.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 juli 2022 (pagina’s 243 tot en met 247) en het proces-verbaal van bevindingen van 20 oktober 2022 (pagina 248).
73.Persoonsdossier [medeverdachte 3] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 juni 2022 (pagina’s 168 tot en met 170) en het proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 juni 2022 (pagina 2025).
74.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina 565).
75.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
76.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 8: [naam 5] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
77.Siena-bericht 1720187-1-1 (pagina 26).
78.Het proces-verbaal van relaas van 24 oktober 2022 (pagina 4, onder ‘omschrijving van de zaak’).
79.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 november 2021 (pagina 51, onder ‘X. [naam 5] huurt voertuig bij [bedrijf 4] ’) en het proces-verbaal van bevindingen van 22 april 2021 (pagina’s 32 tot en met 34).
80.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 november 2021 (pagina’s 50 tot en met 52).
81.Het proces-verbaal van bevindingen van 22 augustus 2022 (pagina 164) en het proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2022 (pagina 88).
82.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2022 (pagina’s 95 en 97).
83.Persoonsdossier [medeverdachte 4] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 21 januari 2021 (pagina 168).
84.Persoonsdossier [medeverdachte 3] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 juni 2022 (pagina’s 201 en 202).
85.Persoonsdossier [verdachte] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 24 januari 2022 (pagina’s 132, 133 en 136).
86.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina 566).
87.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 10: [naam 6] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
88.Siena-bericht 1724403-1-1 (pagina 22).
89.Het proces-verbaal van bevindingen van 9 november 2021 (pagina’s 29 tot en met 31).
90.Het proces-verbaal van bevindingen van 3 december 2021 (pagina’s 34 en 36).
91.Het proces-verbaal van bevindingen van 6 mei 2022 (pagina’s 37 tot en met 40).
92.Het proces-verbaal van relaas van 4 april 2022 (pagina’s 8 tot en met 15).
93.Algemeen dossier (pagina 399).
94.Het proces-verbaal van relaas van 4 april 2022 (pagina’s 18 en 19).
95.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2022 (pagina’s 50 en 51).
96.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina’s 566 en 567).
97.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
98.Het proces-verbaal van bevindingen van 3 april 2022 (pagina 100).
99.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 11 [naam 7] en [naam 8] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
100.Siena-bericht 1686309-18-1 (pagina’s 16 en 17).
101.Bijlage 10 van “Zaak 11 [naam 7] en [naam 8] ” (pagina’s 71 tot en met 73) en bijlage 8 van “Zaak 11 [naam 7] en [naam 8] ” (pagina’s 56 en 58).
102.Het proces-verbaal van bevindingen van 13 juni 2022 (pagina 30).
103.Het proces-verbaal van relaas van 24 oktober 2022 (pagina’s 6 tot en met 8).
104.Het proces-verbaal van bevindingen van 17 mei 2022 (pagina 122)
105.Het proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2022 (pagina 116) en het proces-verbaal van bevindingen van 18 augustus 2022 (pagina 124).
106.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2022 (pagina’s 131 tot en met 134).
107.Het proces-verbaal van relaas van 24 oktober 2022 (pagina 13).
108.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
109.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 12: [naam 9] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
110.Siena-bericht 1735991-1-1 (pagina 19).
111.Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie’ van 30 maart 2021 (pagina 28).
112.Het proces-verbaal van relaas van 4 april 2022 (pagina’s 7 en 8).
113.Het proces-verbaal van bevindingen van 22 september 2021 (pagina’s 44 en 45).
114.Het proces-verbaal van relaas van 4 april 2022 (pagina’s 13 en 14).
115.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2022 (pagina 56).
116.Het proces-verbaal van relaas van 23 mei 2022 (pagina 150).
117.Het proces-verbaal van relaas van 4 april 2022 (pagina 12).
118.Persoonsdossier [medeverdachte 4] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 21 januari 2022 (pagina 167).
119.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina 565).
120.EOB vertaalde uitvoeringsstukken map 2: Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 10] van 5 juli 2021 (pagina’s 224 tot en met 227).
121.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
122.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 13: [naam 10] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
123.Siena-bericht 1791575-1-1 (pagina 23).
124.Tapgesprek 1 augustus 2021, sessienr. 1147 (pagina’s 40 tot en met 44).
125.Het proces-verbaal van bevindingen van 23 augustus 2021 (pagina’s 45 tot en met 48).
126.Het proces-verbaal van bevindingen van 20 april 2022 (pagina’s 65 tot en met 100).
127.Het proces-verbaal van bevindingen van 25 april 2022 (pagina’s 109 tot en met 110).
128.Het proces-verbaal van bevindingen van 13 juni 2022 (pagina’s 115 tot en met 117).
129.Persoonsdossier [medeverdachte 3] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 juni 2022 (pagina 205).
130.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina 567).
131.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
132.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 20: [naam 11] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
133.Siena-bericht 1798856-2-1 (pagina 414).
134.Het proces-verbaal van bevindingen van 30 november 2021 (pagina’s 347 tot en met 355).
135.Het proces-verbaal van bevindingen van 30 november 2021 (pagina’s 356 tot en met 362).
136.Aanvullend proces-verbaal, Zaak 20: [naam 11] : Het proces-verbaal van bevindingen van 19 september 2022 (pagina’s 420 tot en met 442).
137.Aanvullend proces-verbaal, Zaak 20: [naam 11] : Het proces-verbaal van bevindingen van 30 augustus 2022 (pagina 419).
138.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
139.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 14: [naam 12] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
140.Siena-bericht 1804853-1-1_HR.ENU_ Request (pagina 19).
141.Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2021 (pagina’s 21 tot en met 24).
142.Het proces-verbaal van bevindingen van 7 februari 2022 (pagina’s 25 tot en met 28).
143.Het proces-verbaal van bevindingen van 19 oktober 2022 (pagina’s 30 tot en met 37).
144.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
145.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2022 (pagina 41, alinea 5) en een schriftelijk bescheid, te weten ‘Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie’ van 2 december 20021 (pagina 52).
146.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina’s 567 en 568).
147.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 15: [naam 13] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
148.Siena-bericht 1627948-55-2 (pagina 41).
149.Het proces-verbaal van aangifte van 24 november 2021 (221).
150.EOB vertaalde uitvoeringsstukken map 4: verklaring van de verdachte [naam 13] van 27 oktober 2021 (pagina 246).
151.EOB vertaalde uitvoeringsstukken map 4: verklaring van de verdachte [naam 13] van 6 januari 2022 (pagina’s 251 en 252).
152.Het proces-verbaal van relaas van 4 november 2022 (pagina 9, eerste alinea).
153.Tapgesprek 15 november 2021, sessienr. 26324 (pagina 137).
154.Tapgesprek 19 oktober 2021, sessienr. 28569 (pagina’s 141 en 142) en Tapgesprek 19 oktober 2021, sessienr. 28580 (pagina 143).
155.Tapgesprek 21 oktober 2021, sessienr. 29860 (pagina 148) en Tapgesprek 21 oktober 2021, sessienr. 29876 (pagina 151).
156.Tapgesprek 23 oktober 2021, sessienr. 136697 (pagina 161).
157.Tapgesprek 27 oktober 2021, sessienr. 140338 (pagina 170) en Tapgesprek 27 oktober 2021, sessienr. 140345 (pagina 170).
158.Tapgesprek 27 oktober 2021, sessienr. 35933 (pagina 172).
159.Tapgesprek 2 november 2021, sessienr. 39792 (pagina’s 182 en 183).
160.Het proces-verbaal van bevindingen van 14 oktober 2022 (pagina’s 227 tot en met 239).
161.Het proces-verbaal van relaas van 4 november 2022 (pagina 32).
162.Het proces-verbaal van relaas van 4 november 2022 (pagina 28, laatste alinea, en pagina 30).
163.Persoonsdossier [verdachte] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 12 januari 2021 (pagina’s 94 tot en met 109).
164.Persoonsdossier [medeverdachte 4] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 21 januari 2021 (pagina’s 174 en 175).
165.Persoonsdossier [medeverdachte 3] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 juni 2022 (pagina’s 160 tot en met 164, 167 en 178).
166.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina’s 570 tot en met 572).
167.Het proces-verbaal van bevindingen van 27 oktober 2022 (pagina’s 457 en 462).
168.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Algemeen dossier”, bijlage 26, inhoudende proces-verbaal van bevindingen (witwassen) pagina 621 en verder. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
169.Het proces-verbaal van bevindingen van 22 september 2021 (pagina 683).
170.Het proces
171.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2022 (pagina 628).
172.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2022 (pagina 629) en het proces-verbaal van bevindingen van 2 april 2021 (pagina 698).
173.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2022 (pagina 630).
174.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2022 (pagina 632).
175.Het proces-verbaal van bevindingen van 31 januari 2022 (pagina 729).
176.Het proces-verbaal van bevindingen van 27 september 2022 (pagina’s 829 en 831, alinea 2).
177.Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Factuur – [bedrijf 8] BV’ van 13 april 2021 (pagina 945).
178.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2022 (pagina 638).
179.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 juli 2022 (pagina 933).
180.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2022 (pagina’s 636 en 637).
181.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2022 (pagina 648).
182.Persoonsdossier [medeverdachte 3] : Het proces-verbaal van verhoor van 15 juni 2022 (pagina 280).
183.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] .
184.Zie bijv. HR 18 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:215.
185.Onder enig misdrijf kan immers ook een eigen misdrijf worden verstaan.
186.HR 24 juni 2025 ECLI:NL:HR: 2025:987.