ECLI:NL:RBOVE:2025:6522

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 november 2025
Publicatiedatum
11 november 2025
Zaaknummer
71.013771.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel en drugshandel met levensgevaar voor gesmokkelden

Op 10 november 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel en drugshandel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaren. De verdachte is schuldig bevonden aan het mensensmokkelen van meerdere personen van verschillende nationaliteiten, waaronder Afghanen, Somaliërs, en Turken, in de periode van 1 juli 2020 tot en met 18 januari 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, op verschillende momenten mensen heeft geholpen bij het verkrijgen van toegang tot en doorreis door Nederland en andere EU-lidstaten, waarbij levensgevaar voor de gesmokkelden te duchten was. De verdachte heeft hierbij gebruik gemaakt van ongeschikte voertuigen voor het vervoer van mensen, wat de levensgevaarlijke situatie heeft vergroot. Daarnaast is de verdachte ook veroordeeld voor het opzettelijk verkopen en aanwezig hebben van XTC en andere verdovende middelen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij de verdachte niet heeft stilgestaan bij de risico's die de gesmokkelden liepen. De rechtbank heeft de strafmaat bepaald op basis van de landelijke oriëntatiepunten voor strafoplegging en heeft rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn, wat heeft geleid tot een vermindering van de straf. De verdachte is ook vrijgesproken van enkele onderdelen van de tenlastelegging, maar de bewezenverklaring van mensensmokkel en drugshandel is gehandhaafd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.013771.22 (P)
Datum vonnis: 10 november 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats] (Turkije),
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van
30 september 2025, 3 oktober 2025, 6 oktober 2025 en 27 oktober 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R.D. Maessen, advocaat in [plaats] , naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 15 november 2022, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 1 juli 2020 tot en met 18 januari 2022, zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan (een in een aantal gevallen levensgevaarlijke vorm van) mensensmokkel, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
feit 2:in de periode van 1 januari 2021 tot en met 18 januari 2022, samen met anderen, cocaïne buiten het grondgebied van heeft gebracht, XTC tabletten heeft verkocht en MDMA en/of heroïne aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op een of meer (nader te noemen) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2020 tot en met 18 januari 2022 te [plaats] en/althans (elders) in Nederland en/of in België en/of Italië en/of Kroatië en/of Slovenië en/althans elders,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen en/althans alleen
(telkens) een of meer nader te noemen perso(o)n(en) (met nader te noemen
nationaliteit), en wel:
- op of omstreeks 17 juli 2020, 23, althans een of meer perso(o)n(en) van Afghaanse
en/of Somalische en/of Pakistaanse en/of Iraanse nationaliteit (zaakdossier
“Mensensmokkel [betrokkene 13] ”), en/of
- op of omstreeks 22 juli 2020, 29, althans een of meer perso(o)n(en) van Afghaanse
en/of Somalische en/of Pakistaanse nationaliteit (zaakdossier “Mensensmokkel [betrokkene 7]
”), en/of
- op of omstreeks 17 augustus 2020, 28, althans een of meer perso(o)n(en) van
Afghaanse en/of Bengalese (inwoners uit Bangladesh) nationaliteit (zaakdossier
“Mensensmokkel [betrokkene 8] ”), en/of
- op of omstreeks 15 januari 2021, 15, althans een of meer perso(o)n(en) van Syrische en/of Iraanse en/of Egyptische nationaliteit (zaakdossier “Mensensmokkel [betrokkene 5] / [betrokkene 6] ”), en/of
- op of omstreeks 17 maart 2021, 24, althans een of meer perso(o)n(en) van Turkse en/of Bengalese nationaliteit (zaakdossier “Mensensmokkel [betrokkene 1] / [betrokkene 2] ”), en/of
- op of omstreeks 28 maart 2021, 6, althans een of meer perso(o)n(en) van Bengalese
nationaliteit (zaakdossier “Mensensmokkel [betrokkene 3] / [betrokkene 4] ”), en/of
- op of omstreeks 9 april 2021, 8, althans een of meer perso(o)n(en) van Syrische en/of Iraanse en/of Egyptische nationaliteit (zaakdossier “ [betrokkene 9] ”),
* behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door,
en/of
* uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, Ijsland, Noorwegen en/of een
staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen
Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot
aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of die bovengenoemde(e) (gesmokkelde) perso(o)n(en) (telkens) daartoe
gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
door (meermalen):
- een bestelbus/auto/voertuig (voor telkens het vervoer/transport van voornoemde
gesmokkelde personen) te huren / regelen / organiseren, en/of
- de chauffeur(s) voor die/dat bestelbus (sen) / auto (s) / voertuig(en) te
regelen / organiseren, en/of
- voornoemde (gesmokkelde) perso(o)n(en) te (laten) vervoeren en/of te (laten)
begeleiden en/of het vervoer/transport van die perso(o)n(en) (telkens) te regelen en/of te organiseren, en/of
- de betaling(en) /financiering met betrekking tot die (smokkel)reis/zen te doen en/of te regelen en/of te incasseren en/of daartoe een of meer van verdachtes bankrekening(en) ter beschikking te stellen,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat die toegang en/of doorrei(s)z(en) en/of dat verblijf
wederrechtelijk was, en/of
terwijl door die/dat feit(en) (telkens) levensgevaar voor een of meer van de voornoemde (gesmokkelde) personen te duchten was,
door die perso(o)n(en) (telkens) te (laten) vervoeren en/of op te (laten) sluiten in een
(zeer) beperkt(e) ruimte/compartiment in/van een voertuig/bestelbus/auto, welk(e)
ruimte / compartiment:
+ als zodanig niet voor het vervoer van personen bestemd/ingericht/geschikt was, en/of
+ geen, althans (een) zeer beperkt(e) faciliteit(en) voor een goede zuurstof toevoer en/of ventilatie en/of verwarming en/of verkoeling had,
+ niet was voorzien van stoelen en/of veiligheidsgordel(s) en/of een dakconstructie
en/of een veiligheidsframe en/of een goed sluitende deur, en/of
door (meermalen) die/dat voertuig/bestelbus/auto te laten besturen door een persoon
die niet in het bezit was van het voor dat voertuig/die bestelbus/auto vereiste rijbewijs
en/of die persoon/bestuurder een verslavingsproblematiek had,
en verdachte, van het plegen van dit/deze feit(en) een beroep of gewoonte heeft
gemaakt;
2
hij op een of meer tijdstip (pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 18 januari 2022 te [plaats] en/althans (elders) in Nederland en/of Duitsland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (naar Duitsland) heeft
gebracht, en wel:
* op of omstreeks 16 april 2021 (ongeveer) 50 gram van een hoeveelheid vermoedelijk bevattende cocaïne, en/of
- (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
heeft afgeleverd en/of heeft verstrekt en/of vervoerd, en wel:
* op of omstreeks 9 juli 2021 een hoeveelheid van 985 XTC tabletten bevatten MDMA, en/of
* op of omstreeks 4 augustus 2021 een hoeveelheid van 48 XTC tabletten bevattende 2-CB en/of amfetamine, en/of
- (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, en wel:
* op 18 januari 2022 in de woning aan de Weidmanstraat, 4 pillen/tabletten en/of een
hoeveelheid bruine brokken/poeder, bevattende MDMA en/of heroïne,
in elk geval (telkens) een (grote) hoeveelheid/hoeveelheden van (een) materia(a)l(en)
bevattende MDMA/XTC/amfetamine/2-CB/cocaïne en/of heroïne, en/althans/zijnde
(telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De bewijsmotivering

3.1
Inleiding mensensmokkel [1]
Nadat op 22 juli 2020 de Nederlander [betrokkene 14] bij de grens van Slovenië-Kroatië werd aangehouden voor de smokkel van 29 illegale migranten, stuurde Europol een Siena-bericht naar de Koninklijke Marechaussee. Naar aanleiding van de bevindingen die hierop volgden, werd in augustus 2020 door het Landelijk Parket het onderzoek 27TOLTOL gestart. Dit onderzoek richtte zich op het mogelijk in georganiseerd verband smokkelen van illegale migranten in gehuurde voertuigen via de Balkan route. In de periode van augustus 2020 tot december 2020 werden bijna wekelijks Siena-berichten ontvangen uit Kroatië en Slovenië met daarin informatie over voor mensensmokkel aangehouden Nederlandse chauffeurs. De voertuigen, die gebruikt werden voor de smokkel werden in Nederland of Duitsland gehuurd. [2] Dit betrof veelal voor goederenvervoer bedoelde bestelbusjes, waarin de illegale migranten in de laadruimte vervoerd werden. Een enkele keer werd er gebruik gemaakt van personenauto’s. De chauffeurs werden per gesmokkelde betaald. Uit analyse van de historische verkeersgegevens van de inbeslaggenomen telefoons van de aangehouden chauffeurs kwamen drie IMEI-nummers naar voren. Deze IMEI-nummers waren in gebruik bij een persoon, die leek te verblijven in een woning aan de [adres 2] . Op dit adres stond [medeverdachte 1] ingeschreven. Zij verbleef daar samen met [verdachte] . [3] In het onderzoek naar een mensensmokkelincident op 15 januari 2021 kwam op de huurovereenkomst van de gebruikte Volkswagen Crafter de naam van [medeverdachte 2] naar voren. [4] Uit opgenomen en afgeluisterde telefoongesprekken volgde dat het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] contact had met [verdachte] . [medeverdachte 2] woonde in die periode samen met [medeverdachte 3] aan de [adres 1] . [5] [medeverdachte 4] kwam als contact van [medeverdachte 2] naar voren. Ook was er te zien dat er overboekingen van de gezamenlijke bankrekening van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] naar de bankrekening van [medeverdachte 4] werden gedaan. [6]
Op 20 april 2021 voegde een opsporingsambtenaar werkzaam bij de afdeling observatie en techniek Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten van de Koninklijke Marechaussee (hierna: BSB) zich toe aan de openbare groep [bedrijf 8] op Telegram. Daarin kwam meerdere malen een oproep voorbij met de tekst: ‘
Chff gezocht per direct rit Italië goede verdiensten’. Nadat er nadere informatie was verkregen, vond er op 2 juni 2021 een ontmoeting plaats tussen [medeverdachte 4] en een, niet als zodanig te herkennen, opsporingsambtenaar van de BSB. [medeverdachte 4] vertelde daar dat hij een bedrijf had, genaamd [bedrijf 2] en dat hij fungeerde als tussenpersoon in het vervoer/transport van illegalen van Slovenië naar Italië. Hij regelde verder alles. De chauffeur verdiende volgens [medeverdachte 4] € 6.000,00 en de bijrijder € 4.000,00. Na een rit werd er uitbetaald. Een vervoersmiddel, hotel, telefoon en handgeld werd geregeld. [7]
Op 26 juli 2021, 4 augustus 2021 en 21 oktober 2021 vonden er ontmoetingen plaats tussen [verdachte] en een, niet als zodanig te herkennen, opsporingsambtenaar van de BSB. Tijdens deze gesprekken heeft [verdachte] onder andere verklaard dat hij een lijn (
drugs) heeft gehad naar Kroatië. Ook sprak [verdachte] over werkzaamheden in het kader van mensensmokkel. Hij vertelde dat hij chauffeurs regelde, die hij busjes bij ‘ [bedrijf 1] ’ liet huren. [verdachte] gaf aan dat hij een groepschat aanmaakte op WhatsApp, waarin hij de opstaplocatie en routes deelde. De chauffeurs moesten hun live locatie delen, zodat alles gevolgd kon worden. [verdachte] sprak over vluchtelingen en gaf uitleg over het smokkelen van mensen. Ook toonde [verdachte] een filmpje op zijn mobiele telefoon, waarop te zien was dat er 26 mensen uit de achterdeur van een busje springen. Hij vertelde dat hij per gesmokkelde geld ontving en dat dit uiteindelijk op was gelopen tot € 900,00 per gesmokkelde. De geldstroom verliep via Western Union en er werd pas betaald zodra de gesmokkelden waren afgezet in Triëst. [8]
Binnen het onderzoek 27TOLTOL werden er 48 smokkelincidenten geregistreerd. In 16 van de mensensmokkelincidenten heeft dit geleid tot het al dan niet betrokken zijn van de verdachten waar in deze inleiding overgesproken wordt. Verdachte [medeverdachte 5] (hierna: [medeverdachte 5] ) werd ervan verdacht de opdrachtgever te zijn van in ieder geval 15 van de smokkelincidenten. [9]
Op 11 januari 2022 werden [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] aangehouden. Aansluitend heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan de [adres 1] en in het voertuig, dat op naam van [medeverdachte 2] stond, een Volkswagen Tiguan voorzien van voormalig kenteken [kenteken 1] . In dit voertuig werden in het dashboardkastje twee notitieboekjes aangetroffen en inbeslaggenomen. [10] Op het blauwe notitieboekje stond “Smart”. [11] In het voertuig gekoppeld aan [bedrijf 3] , een Volkswagen Polo, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , zijn twee rode schriften aangetroffen. [12] [medeverdachte 2] is eigenaar van het bedrijf [bedrijf 3] . [13]
Op 18 januari 2022 zijn [verdachte] en [medeverdachte 1] aangehouden in de woning aan de [adres 2] .
Modus Operandi
De aard van de diverse mensensmokkelincidenten kenmerkte zich door eenzelfde modus operandi en een professionele aanpak. Voor het uitvoeren van een mensensmokkel werden er voertuigen gehuurd en werd er telefonisch contact gehouden met de chauffeurs. Daarnaast was te zien dat er overboekingen zijn gedaan om onder andere voertuigen te huren en de reis naar Kroatië of Slovenië te maken. Ook werden chatgroepen in WhatsApp aangemaakt. Via zo’n groepschat werden opstaplocaties en routes gedeeld met de chauffeurs. De chauffeurs werd verzocht om een livelocatie te delen, zodat alles goed gevolgd en aangestuurd kon worden. De bedoeling was om de vluchtelingen via sluiproutes naar de volgende locatie voor de doorreis door de Europese Unie te brengen. [14]
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de aan verdachte ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat [verdachte] vrijgesproken moet worden van het onder 1 ten laste gelegde strafverzwarende omstandigheid ‘te duchten levensgevaar’ nu dit onvoldoende vast is komen te staan en van het mensensmokkelincident [betrokkene 1] / [betrokkene 2] wegens het ontbreken van een nauwe en bewuste samenwerking.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman bepleit dat [verdachte] vrijgesproken moet worden van het uitvoeren van cocaïne op 16 april 2021 en het voorhanden hebben van de aangetroffen – veronderstelde – verdovende middelen in de woning op 18 januari 2022.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
3.4.1
Mensensmokkel
3.4.1.1 De juridische kaders
Artikel 197a Wetboek van Strafrecht (mensensmokkel)
Voor een bewezenverklaring van artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is vereist dat de verdachte, al dan niet uit winstbejag, behulpzaam is geweest een persoon toegang tot of doorreis door of verblijf te verschaffen in Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie (EU), of dat de verdachte daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden, dat de toegang of doorreis of het verblijf wederrechtelijk is.
Naar vaste rechtspraak moet het bestanddeel ‘behulpzaam zijn bij’ uitgelegd worden overeenkomstig artikel 48 Sr, waarin medeplichtigheid in algemene zin strafbaar is gesteld. [15] In deze strafzaak gaat het erom of de verdachte behulpzaam is geweest bij het verschaffen van de doorreis door, het verblijf in en toegang tot een lidstaat van de EU van een persoon of dat de verdachte daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft of dit in enigerlei opzicht bevorderd heeft of gemakkelijk heeft gemaakt. Als behulpzaamheden die onder artikel 197a Sr vallen, is onder meer genoemd [16] : de begeleiding tijdens de reis, bijvoorbeeld door feitelijk met een groep gesmokkelden mee te reizen, het verlenen of verzorgen van onderdak en vervoer tijdens de reis en het verzorgen van (valse of vervalste) documenten.
Wederrechtelijkheid
Het begrip ‘wederrechtelijk’ in de delictsomschrijving van artikel 197a Sr moet worden uitgelegd als ‘zonder enig subjectief recht of enige bevoegdheid’. De hulp moet dus verleend zijn ten opzichte van iemand die tot het verblijf of de toegang in Nederland of het Schengen-rechtsgebied aan geen rechtsregel – van nationale of internationale herkomst – enige titel kan ontlenen.
Winstbejag (lid 2)
De term winstbejag strekt ertoe om handelen met zuiver ideële motieven uit de werkingssfeer van artikel 197a, lid 2 Sr te houden. Van winstbejag is sprake als het handelen van de verdachte is ingegeven door een gerichtheid op verrijking, waarbij het niet noodzakelijk hoeft te gaan om geldelijk voordeel. Ook is niet bepalend of het beoogde voordeel daadwerkelijk is behaald. Voldoende is dat de verdachte op verrijking uit is geweest.
Beroep /gewoonte maken van (lid 4)
Een beroep of gewoonte maken als bedoeld in artikel 197a, lid 4 Sr duidt erop dat de verdachte zich vaker en met enige regelmaat, al dan niet beroepsmatig, schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel of behulpzaam zijn bij het wederrechtelijk verschaffen van verblijf, toegang of doorreis.
Of er gesproken kan worden van het maken van een beroep of gewoonte hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan de aard van de gedragingen, de omstandigheden waaronder deze gedragingen zijn verricht, het aantal gedragingen en het tijdsbestek waarbinnen zich dit heeft afgespeeld. Daarbij geldt niet de eis dat er sprake moet zijn van een minimum aantal van gedragingen.
Levensgevaar (lid 5)
In lid 5 van artikel 197a Sr is, levensgevaar voor een ander te duchten als strafverzwarende omstandigheid opgenomen. Voor de invulling van het begrip ‘levensgevaar’ wordt er in de jurisprudentie aansluiting gezocht bij de jurisprudentie, die ziet op ‘levensgevaar’ zoals bedoeld in artikel 157 Sr. De Hoge Raad vult het te duchten gevaar aan de hand van het vereiste van voorzienbaarheid in. Daarbij wordt uitgegaan van voorzienbaarheid ten tijde van het handelen van de verdachte. Om het levensgevaar voor een ander als vaststaand te kunnen aannemen is in algemene zin vereist dat uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen volgt dat dat levensgevaar te duchten was. Dit betekent dat het levensgevaar ten tijde van het behulpzaam zijn bij de doorreis in de Europese Unie naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest. [17] Dat de verdachte zelf dat gevaar wellicht niet heeft voorzien, is niet van belang.
Medeplegen
De medepleger wordt ingevolge artikel 47 Sr als dader bestraft. Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat voor een bewezenverklaring van medeplegen vereist is dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen twee of meer personen aan een delict, waarbij de intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. [18] Deze samenwerking kan in sommige gevallen afgeleid worden uit een gezamenlijk plan of gezamenlijk optreden. Het begrip samenwerking heeft ook een intentionele betekenis; uit de uiterlijke verschijningsvorm van gedragingen kan in bepaalde gevallen het doelgerichte karakter worden afgeleid en daarmee ook de gezamenlijke intenties van de betrokken verdachten om het doel te verwezenlijken.
Algemene overweging van de rechtbank vooraf ten aanzien van levensgevaar
Op voorhand overweegt de rechtbank dat uit de hiervoor geschetste modus operandi het volgende naar voren komt.
Voor het smokkelen van de personen werd veelal gebruik gemaakt van de laadruimte van bestelbusjes. Voor het huren van een voertuig werd aan de geronselde chauffeurs geld overgemaakt. Daarbij werden geen instructies gegeven dat de te huren voertuigen, geschikt moesten zijn voor personenvervoer en een minimum aantal zitplaatsen moesten hebben. Laadruimtes zijn per definitie niet ingericht en geschikt voor het vervoeren van personen. Betaling vond per gesmokkelde plaats, hetgeen het vervoeren van meer personen dan toegestaan in de hand werkt. Een en ander levert naar het oordeel van de rechtbank op dat levensgevaar in ieder geval vooraf (dat wil zeggen ten tijde van het verrichten van de in artikel 197a Sr besloten liggende ‘medeplichtigheid’) voorzienbaar is geweest. Uiteraard heeft dan wel te gelden dat het regelen of huren van het betreffende voertuig wordt gezien als een in artikel 197a Sr bedoelde ‘behulpzaamheidshandeling’. De rechtbank zal daar bij de bespreking van de afzonderlijke zaaksdossiers nader op ingaan.
Voor het vaststellen of er daadwerkelijk levensgevaar te duchten is geweest, zal de rechtbank per zaaksdossier aansluiting zoeken bij de rapportage die de Koninklijke Marechaussee (hierna: rapportage van de KMAR) daarover heeft opgesteld.
3.4.1.2 De zaaksdossiers
De rechtbank zal hieronder eerst per zaaksdossier (‘smokkelincident’) de relevante feiten en omstandigheden op basis van de bewijsmiddelen vast stellen. Vervolgens zal de rechtbank telkens haar oordeel geven over de betrokkenheid van [verdachte] daarbij en hoe die betrokkenheid strafrechtelijk moet worden geduid. Dit laatste wordt uiteraard gedaan tegen de achtergrond van de hiervoor geschetste juridische kaders, algemene modus operandi (waaronder hetgeen [verdachte] daarover in het kader van de stelselmatige informatie-inwinning tegen de betreffende opsporingsambtenaren heeft verteld) en verklaringen van [verdachte] over zijn betrokkenheid in algemene zin.
Zaaksdossier [betrokkene 13] [19]
Op 17 juli 2020 is [betrokkene 13] aangehouden voor mensensmokkel in Kroatië. [betrokkene 13] bestuurde een bestelbus van het merk Iveco, voorzien van het Duitse kenteken [kenteken 6] , en vervoerde 23 personen – zonder geldig verblijfsrecht in Europa – in de laadruimte. Deze personen moesten naar de grens met Slovenië gebracht worden en daarvoor ontving hij via Western Union een bedrag van € 4.618,31. [20] Van de aangetroffen gesmokkelden hadden 15 de Afghaanse, 5 de Somalische, 2 de Pakistaanse en 1 de Iraanse nationaliteit. [21]
Het voertuig werd door [betrokkene 13] in Keulen bij [bedrijf 1] gehuurd in de periode van 6 juli 2020 tot en met 10 juli 2020 voor een bedrag van € 1.842,35. [22] Op de rekening van [betrokkene 13] werd op 6 juli 2020 een totaalbedrag van € 673,52 afgeschreven door [bedrijf 1] . [23] Ook werd er op 16 juli 2020 een totaalbedrag van € 2.100,00 bijgeschreven met als omschrijving ‘mama’, afkomstig van het rekeningnummer [rekeningnummer 1] op naam van [medeverdachte 1] .
Een telefoon (Samsung Galaxy S6 Edge) van [verdachte] is in beslag genomen en onderzocht. In deze telefoon stond het telefoonnummer van [betrokkene 13] opgeslagen. In de periode van 26 juni 2020 tot en met 17 juli 2020 waren er 74 contacten tussen de telefoonnummers van [betrokkene 13] en [verdachte] . Op 17 juli 2020 vond er een groepsgesprek via WhatsApp plaats met de telefoonnummers van [verdachte] , [medeverdachte 5] en [telefoonnummer 1] (vermoedelijk ‘ [alias 7] ’). In de telefoon waren screenshots opgeslagen van een gesprek met ‘ [alias 8] ’. Hierin werd het e-mailadres [e-mailadres] genoemd en werd gevraagd
‘hoe die opje id staat’,waarna er geantwoord werd ‘ [betrokkene 13] ’. Verder werd er gesproken over Western Union en het storten van geld en werd verzonden
‘Je moet die bus metje bankpas betalen’. Ook is er een screenshot van de locatie van ‘ [alias 8] ’ gedeeld. [betrokkene 13] bevond zich op dat moment in de omgeving van ‘ [alias 9] ’, ten oosten van Zagreb, in Kroatië. In de eigenschappen van deze afbeelding staat dat deze is gewijzigd op 17 juli 2020. [24]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat het gebruikte voertuig een bestelwagen is met een laadruimte, welke is voorzien van drie zitplaatsen en niet ingericht is voor personenvervoer. De laadruimte was niet voorzien van ramen, ventilatieopeningen, stoelen en veiligheidsgordels. In het voertuig zijn 23 vreemdelingen aangetroffen, waaronder mogelijk minderjarige personen en andere kwetsbare personen. Toen [betrokkene 13] door de Kroatische politie werd gesommeerd te stoppen, gaf hij hier geen gehoor aan, maar vluchtte hij met hoge snelheid, waarbij hij een politievoertuig ramde. Ten tijde van de achtervolging waren de 23 gesmokkelden aanwezig in de laadruimte. [25]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij contact had met [betrokkene 13] in opdracht van [medeverdachte 5] , dat hij hiervoor geld kreeg en dat hij wist dat er mensen gesmokkeld werden. [26]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [betrokkene 13] , de chauffeur die de migranten daadwerkelijk feitelijk heeft vervoerd, zelfstandig de delictsomschrijving van artikel 197a Sr vervult. [verdachte] heeft [betrokkene 13] aangestuurd, begeleid en financieel ondersteund. Er was in de periode voorafgaand aan 17 juli 2020, de dag waarop [betrokkene 13] in Kroatië is aangehouden, veelvuldig telefonisch contact tussen [verdachte] en de chauffeur; zelfs kort voor de aanhouding van de chauffeur was er nog contact. Ook uit de specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepschat, waarin instructies worden gegeven over het huren van de bus en locaties werden gedeeld, volgt dat [verdachte] de chauffeur aanstuurde en daarmee de doorreis van de 23 migranten niet alleen zelfstandig effectief heeft bevorderd en vergemakkelijkt, maar dit ook in een nauwe samenwerking met die chauffeur heeft gedaan. Door tezamen – kort gezegd – het vervoer van de migranten te verzorgen, zijn [verdachte] en [betrokkene 13] als medeplegers behulpzaam geweest bij de in artikel 197a Sr bedoelde toegang, doorreis en verblijf.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat het vervoeren van 23 personen in de laadruimte van een bestelbusje, gelet op de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van levensgevaar voor de gesmokkelden. Op basis van de hiervoor beschreven betrokkenheid van [verdachte] bij dit smokkelincident, is de rechtbank van oordeel dat dit ook voor [verdachte] voorzienbaar was toen hij dit bestelbusje liet huren. Op grond immers van de reeds eerder beschreven wijze waarop de 23 migranten zijn vervoerd (gebruik van een slechts van drie zitplaatsen voorziene niet op personenvervoer ingerichte bestelwagen met een laadruimte niet voorzien van ramen, ventilatieopeningen, stoelen en veiligheidsgordels) leidt de rechtbank af dat het voor [verdachte] op het moment dat hij de chauffeur de bus liet huren, het te duchten levensgevaar naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest.
Zaaksdossier [betrokkene 14] [27]
Op 22 juli 2020 is [betrokkene 14] bij de grens tussen Slovenië en Kroatië, aangehouden voor de smokkel van 29 illegalen (vierentwintig Afghanen en vijf Somaliërs). [betrokkene 14] reed in een gehuurde Citroen Jumper, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 7] . [28]
Aan [betrokkene 14] was beloofd dat hij € 2.000,00 tot € 3.000,00 zou verdienen voor het vervoer van illegale migranten. [betrokkene 14] ontving via WhatsApp aanwijzingen voor zijn reis naar de plaats van bestemming waar hij de gesmokkelden heeft opgehaald. De telefoon van [betrokkene 14] is in beslag genomen en onderzocht. Er is een berichtenwisseling via WhatsApp met ‘ [telefoonnummer 2] [alias 10] ’ aangetroffen, waarin ‘ [alias 10] ’ aan [betrokkene 14] locaties stuurde, ‘ [alias 10] ’ vroeg naar de live locatie van [betrokkene 14] en ‘ [alias 10] ’ op 22 juli 2020 aanwijzingen met betrekking tot het inladen van mensen gaf. De WhatsApp groepen ‘ [groep] ’ en ‘ [groep] ’ waren door ‘ [alias 10] ’ op 22 juli 2020 (vier deelnemers) en op 21 juli 2020 (drie deelnemers) aangemaakt. In de WhatsApp groep ‘ [groep] ’ ontving [betrokkene 14] berichten over een route om de grens tussen Kroatië en Slovenië over te steken. [29]
In de telefoon van [verdachte] zijn afbeeldingen aangetroffen van een rijbewijs op naam van [betrokkene 14] , van een bankpas op naam van [betrokkene 14] en van een autobus. In de telefoon werd ook het telefoonnummer van [betrokkene 14] aangetroffen. Uit de belgeschiedenis volgde dat [verdachte] in de periode van 20 juli 2020 tot en met 22 juli 2020 contact heeft gehad met [betrokkene 14] [30]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat er in de laadruimte van de Citroën Jumper 29 illegale vreemdelingen werden aangetroffen, waaronder meerdere minderjarige personen. [betrokkene 14] reed met de 29 gesmokkelden in de laadruimte, zonder pauze te nemen van Kroatië richting Slovenië. De dichtheid in de laadruimte bij het incident betrof 6,3 personen per vierkante meter. De hoogte van de laadruimte van dit voertuig bedroeg 1,65 meter, waardoor de gesmokkelden waarschijnlijk niet rechtop konden staan. De buitentemperatuur op het moment waarop de gesmokkelden in het voertuig werden aangetroffen betrof 27 graden Celsius. Uit de bevindingen van het Sloveense onderzoek kwam naar voren dat er tijdens de rit met de gesmokkelden in de laadruimte geen licht en/of ventilatie of andere soorten van luchttoevoer in de laadruimte aanwezig was. Wel hing er een deurrubber van de linker achterdeur van het voertuig los. In één van de berichten uit de telefoon van [betrokkene 14] stond
‘ze zeggen dat ze moeilijk zuurstof krijgen omdat het te warm is’. Verder was in het Sloveense vonnis van [betrokkene 14] te lezen dat toen de politieagenten het voertuig hadden gestopt, een reddingsteam in moest grijpen in verband met de slechte gezondheidsstatus van de gesmokkelden. [31]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat ‘ [alias 10] ’ zijn bijnaam is, dat hij locaties en berichten heeft verstuurd en dat hij de afbeeldingen van het rijbewijs en de bankpas van [betrokkene 14] van [medeverdachte 5] had gekregen om de auto te kunnen huren. Hij heeft verklaard dat hij de bus gereserveerd heeft, maar dat hij deze niet betaald heeft. [32]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van de hiervoor weergeven gang van zaken vast dat [verdachte] de chauffeur [betrokkene 14] heeft aangestuurd bij het vervoeren van de 29 migranten. Dit aansturen vond aldus plaats in de vorm van (onder meer) het sturen van locaties, het geven van aanwijzingen met betrekking tot het inladen van de migranten, het sturen van berichten over de te rijden route en het hebben van telefonisch contact op zowel de dagen voorafgaand aan de smokkel als op de ‘smokkeldag’ zelf. Door het op deze wijze aansturen en begeleiden van de chauffeur, is [verdachte] niet alleen zelfstandig behulpzaam geweest bij de toegang, doorreis en verblijf van de migranten en heeft hij deze bevordert en gemakkelijk gemaakt, maar heeft hij dit tevens in een nauwe samenwerking met de chauffeur gedaan.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat het vervoeren van 29 personen in de laadruimte van een bestelbusje, gelet op de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van levensgevaar voor de gesmokkelden. Op basis van de hiervoor beschreven betrokkenheid van [verdachte] bij dit smokkelincident, is de rechtbank tevens van oordeel dat dit ook voor [verdachte] voorzienbaar was toen hij dit bestelbusje liet huren. Op grond immers van de reeds eerder beschreven wijze waarop de 29 migranten zijn vervoerd (gebruik van een niet op personenvervoer ingerichte bestelwagen waarin maar liefst 29 migranten ‘op elkaar waren gepropt’) leidt de rechtbank af dat het voor verdachte op het moment dat hij chauffeur [betrokkene 14] de bus liet huren, het te duchten levensgevaar naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest. Dat [verdachte] wist dat bij de smokkel gebruik werd gemaakt van dergelijke voor personenvervoer ongeschikte busjes blijkt onder meer uit de algemene modus operandi alsmede uit de gang van zaken rond bijvoorbeeld het hiervoor besproken smokkelincident ‘ [betrokkene 13] ’ en het hierna te bespreken smokkelincident ‘ [betrokkene 8] ’. Daarbij overweegt de rechtbank nog dat ook met betrekking tot [betrokkene 14] op de telefoon van [verdachte] een afbeelding van de betreffende autobus is aangetroffen.
Zaaksdossier [betrokkene 8] [33]
Op 17 augustus 2020 is [betrokkene 8] aangehouden in Kroatië, terwijl hij 28 personen afkomstig uit Afghanistan en Bangladesh vervoerde in een gehuurde bus. [34]
Via Snapchat kreeg [betrokkene 8] een locatie doorgestuurd waar hij de 28 illegale immigranten op moest pikken. [betrokkene 8] reed in een Volkswagen Crafter met het kenteken [kenteken 8] en had de telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4] in gebruik. Uit de historische verkeersgegevens bleek dat de telefoonnummers van [betrokkene 8] op 11 en 12 augustus 2020 meerdere malen contact hebben gehad met telefoonnummers van [verdachte] . Daarnaast stond het telefoonnummer van [verdachte] sinds 11 augustus 2020 als contact opgeslagen op de iPhone van [betrokkene 8] onder de naam ‘ [alias 10] ’. In een WhatsApp-gesprek stuurt ‘ [alias 10] ’ de volgende berichten:
‘Is gewoon taxi rijden’, ‘Kroatië in’, ‘mensen van a naar b vervoeren’, ‘mensen die geen papieren hebben, daarom krijg je ook geld’, ‘we moeten geld op je rekening storten voor bus huren’, ‘broer eerste groep arriveert maandag’, ‘Ik geloof dat 30 zijn’, ‘bij het uitladen moet je altijd tellen, ik laat je op de video zien’en
‘gooi je live in de groep en telefoon op luid voor als je wegvalt’. [35]
Op 5 augustus 2020 stuurde ‘ [alias 11] ’ aan [betrokkene 8] dat hij naar [plaats] moest komen, dat hij zijn paspoort en zijn bankpasje mee moest nemen en dat er geld op zijn rekening gestort moest worden voor de huur van de bus. Op 12 augustus 2020 ontving [betrokkene 8] een e-mail van verhuurmaatschappij [bedrijf 1] met een huurovereenkomst van de Volkswagen Crafter, voorzien van het Duitse kenteken [kenteken 9] , op zijn naam. Op 17 augustus 2020 is er om 01:21 uur een WhatsApp-groep aangemaakt met de deelnemers ‘ [alias 11] ’, [medeverdachte 5] , [betrokkene 8] en een onbekende gebruiker. In deze groep werd een locatie in Kroatië gestuurd. Omstreeks 04:48 uur gaf [betrokkene 8] in een bericht aan ‘ [alias 11] ’ aan dat hij er bijna is. Om 06:30 uur stuurde [betrokkene 8] naar ‘ [alias 11] ’ dat twee politieauto’s hem passeerden en dat ze naar hem keken. [36]
Uit onderzoek in de Nokia van [betrokkene 8] volgt uit de belgeschiedenis dat er op 15 augustus 2020 vier keer en op 16 augustus 2020 één keer gebeld is naar het algemene telefoonnummer van het autoverhuurbedrijf [bedrijf 1] in Duitsland. Ook wordt er op 17 augustus 2020 een sms-bericht gestuurd naar telefoonnummer van [verdachte] (opgeslagen als [alias 12] ) met de tekst:
‘Ik ben gepakt k ga mee’. [37]
In de telefoon van [verdachte] stond het telefoonnummer van [betrokkene 8] ( [telefoonnummer 3] ) opgeslagen en is er een afbeelding aangetroffen van een bankpas op naam gesteld van [betrokkene 8] . [38]
Op 11 augustus 2020 is € 50,00 overgemaakt vanaf de zakelijke rekening van [medeverdachte 1] naar de bankrekening op naam van [betrokkene 8] met als omschrijving ‘mam’.
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat [betrokkene 8] door de Kroatische autoriteiten werd geobserveerd vanwege een vermoeden van mensensmokkel. Dit heeft tot zijn aanhouding geleid, waardoor de illegale vreemdelingen slechts vijf minuten in de laadruimte van het voertuig hebben gezeten. De gehuurde en gebruikte Volkswagen Crafter heeft een laadruimte van 4,12 m (lengte) bij 1,77 m (breedte) bij 2,00 m (hoogte), zonder zitplaatsen. Dit betreft 7,3 vierkante meter en daarbij geldt een dichtheid van 3,8 personen per vierkante meter. Er waren geen zitplaatsen, veiligheidsriemen of ramen en ventilatie in de laadruimte van het voertuig aanwezig, waardoor het leven van de betrokken gesmokkelden op het spel stond. De buitentemperatuur betrof op het moment van het mensensmokkelincident 31 graden Celsius. Deze omstandigheden hadden mogelijk tot een levensgevaarlijke situatie kunnen leiden wanneer de rit drie uur had geduurd. [39]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van de hiervoor weergeven gang van zaken vast dat [verdachte] de chauffeur [betrokkene 8] heeft geronseld en hem een bus heeft laten huren waarmee de 28 migranten moesten worden vervoerd. Daarnaast heeft [verdachte] [betrokkene 8] aangestuurd, begeleid en financieel ondersteund bij dat vervoeren. Zo heeft hij immers in de dagen voorafgaand aan de smokkel alsook op de betreffende dag zelf (17 augustus 2020) telefonisch contact gehad met [betrokkene 8] en worden in een specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepsapp locaties gedeeld en informatie gewisseld. Ook is [verdachte] de eerste persoon aan wie door [betrokkene 8] wordt medegedeeld dat hij ‘is gepakt’. Door op deze manier als initiator en organisator van dit smokkelincident te fungeren, is [verdachte] niet alleen zelfstandig behulpzaam geweest bij de toegang, de doorreis en het verblijf van de migranten en heeft hij deze bevorderd en vergemakkelijkt, maar heeft hij dit tevens in een nauwe samenwerking met (in ieder geval) chauffeur [betrokkene 8] gedaan.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat het vervoeren van 28 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt bestelbusje, onder de omstandigheden zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor de 28 migranten. Dat de migranten op het moment dat de bus door de politie werd gestopt nog maar 5 minuten in de laadruimte hadden vertoefd maakt dit niet anders, nu het levensgevaar ten tijde van het (doen) huren van de bus en het starten van het vervoer naar algemene ervaringsregels voorzienbaar was en op een later moment zeker te duchten was. Ook voor verdachte was dit dus voorzienbaar, nu hij – zoals hierboven reeds is overwogen – wist dat voor de smokkel gebruik werd gemaakt van dergelijke voor personenvervoer ongeschikte busjes en dat het om lange buitenlandse ritten zou gaan waarbij veel personen tegelijk zouden worden vervoerd.
Zaaksdossier [betrokkene 5] / [betrokkene 6] [40]
Op 15 januari 2021 zijn [betrokkene 6] en [betrokkene 5] aangehouden, terwijl ze 15 personen vervoerden met een Volkswagen Crafter, met het kenteken [kenteken 10] , van Kroatië naar Slovenië. [41] De 15 personen waren 11 Egyptische staatsburgers, 3 staatsburgers van Irak en 1 Syrische staatsburger. De gesmokkelden hadden de afspraak gemaakt, dat zij voor hun vervoer vanuit Bosnië Herzegovina naar Triëst in Italië tenminste € 4.000,00 per persoon zouden betalen. Gesmokkelden [naam 6] en [naam 7] hebben verklaard dat zij met een groep van 15 buitenlanders waren en dat er een busje op hen wachtte. [naam 6] heeft verklaard dat [betrokkene 5] hem vertelde dat hij in de richting van Slovenië reed en dat ze in de laadruimte van het busje zaten, zonder stoelen en ramen. Zo reden zij ongeveer 3 tot 4 uur, waarna zij zijn uitgestapt en na ongeveer 10 minuten weer in het voertuig zijn gestapt. [42]
Op de telefoon van [betrokkene 5] zijn verschillende chats aangetroffen. Zo is er een Telegram-chat aangetroffen van 10 januari 2021 met de gebruiker ‘[alias 15]’. In deze chat stuurde ‘[alias 15]’ onder andere de volgende berichten naar [betrokkene 5] :
‘Je moet mensen van a naar b brengen’, ‘Zijn mensen zonder paspoort’, ‘Je krijgt 200 € per persoon als je 30 man in de bus doet heb je 6000€’, ‘Ja we gaan samen een bus huren’, ‘Huur en borg word betaald’, ‘Je krijgt 700€ zakgeld mee’, ‘Als de rit gedaan is word je uitbetaald’, ‘Kan via western union of contant’, ‘Dan stuur ik je gelijk een filmpje datje een idee hebt wat het werk inhoud’en
‘Ooh dan app mij even’en ‘
[telefoonnummer 15]’. Dit telefoonnummer werd door [verdachte] gebruikt in de periode van 7 januari 2021 tot en met 3 maart 2021. [43]
Ook zijn er meerdere WhatsApp-groepschats aangetroffen in de periode van 10 januari 2021 tot en met 15 januari 2021. [verdachte] deelde informatie over routes, aanwijzingen, locaties en geld met [betrokkene 5] ten behoeve van de mensensmokkel in Kroatië.
In een groepschat stuurde [verdachte] onder meer meerdere filmpjes waarop te zien is dat personen in of uit de laadruimte van een busje stappen en een filmpje waarop personen in een laadruimte zitten en geteld worden, [verdachte] vroeg om een kopie van een rijbewijs of een ID van degene die de bussen op naam huurde, waarna [betrokkene 5] een foto van het rijbewijs van [betrokkene 6] stuurde, daarop stuurde [verdachte] ‘
[bedrijf 6]’ en dat hij verschillende bedragen zou laten overmaken (op 13 januari 2021 € 200,00 en € 350,00 en op 14 januari 2021 € 150,00). Op 15 januari 2021 om 05.36 uur stuurde [betrokkene 5] naar [verdachte]
‘Bro we glijden naar beneden, vet gevaarlijk en geen grip’. Ook stuurde [betrokkene 5] op 15 januari 2021 om 06:11 uur een video, waarop de laadruimte te zien is van een witte bus voorzien van het kenteken [kenteken 11] , waarop met rode letters staat ‘
[bedrijf 6] Limburg’, en waaruit 15 personen uitstappen. Hierop reageert [verdachte] met ‘
Wat heb je gedaan man, waarom gooi je ze daar eruit’.
In de groepschat met [verdachte] , [betrokkene 5] en [medeverdachte 5] vroeg [verdachte] op 13 januari 2021 of de chauffeur zijn live locatie wilde delen en stuurden [verdachte] en [medeverdachte 5] op 15 januari 2021 diverse locaties, waaronder een locatie aan de grens tussen Kroatië en Servië en om 06:04 en 06:08 uur worden door [verdachte] en [medeverdachte 5] nogmaals twee locaties verstuurd van dezelfde omgeving. Uit de door de Sloveense autoriteiten verstrekte stukken volgt dat [betrokkene 5] en [betrokkene 6] op 15 januari 2021 tussen 07:15 uur en 07:26 uur de grens gepasseerd zijn tussen Kroatië en Slovenië. [44]
Op 13 januari 2021 werd er op de bankrekening van [betrokkene 6] een contante storting van € 700,00 gedaan bij een geldautomaat te [plaats] . Diezelfde dag vond er een afschrijving van € 650,00 plaats bij [bedrijf 6] B.V. [45] Op 13 en 14 januari 2021 hebben twee overboeking van € 350,00 en € 150,00 plaatsgevonden van het rekeningnummer [rekeningnummer 2] op naam van [medeverdachte 1] h/o [bedrijf 7] JCI aan het bankrekeningnummer van [betrokkene 5] .
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat de gesmokkelden zijn vervoerd in de laadruimte van een bestelwagen, die niet bedoeld is voor het vervoer van personen en waarin geen stoelen of veiligheidsgordels waren gemonteerd. Elke gesmokkelde had ongeveer 0,38 m3 tot zijn beschikking in de laadruimte tijdens de rit. De hoogte van de laadruimte betrof waarschijnlijk 1,65 m. De beschikbare oppervlakte per gesmokkelde dus betrof vermoedelijk 0,23 m2. Elke gesmokkelde had nog maar 0,08 m2 bewegingsruimte tijdens de rit, als ze al rechtop konden staan. Tevens hadden de gesmokkelden geen frisse lucht en aangezien de laadruimte niet van binnenuit geopend kon worden, had dit mogelijk een tekort aan zuurstof kunnen opleveren. Verder was het in het voertuig donker en koud. De laadruimte was niet verwarmd en de buitentemperatuur lag op het moment van de aanhouding onder het vriespunt. Dit zou vermoedelijk ernstige gevolgen kunnen opleveren voor de gezondheid van personen, met mogelijk gevaar voor het leven. Verder blijkt uit verstuurde berichten dat het aannemelijk is dat er grote risico's zijn genomen en dat er gevaar te duchten was ten aanzien van de gesmokkelden, aangezien [betrokkene 5] onder andere naar [verdachte] stuurde dat ze naar beneden glijden, ze geen grip hebben, dat de weg bevroren is en dat ze glijden tijdens het remmen. [46]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij bij deze zaak betrokken was. [47]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is van oordeel dat uit de hiervoor weergegeven gang van zaken rond dit smokkelincident volgt dat verdachte het vervoer van de 15 migranten heeft geregeld door het doen huren van een bus en het aansturen en begeleiden van de chauffeur (en daarmee het vervoer). Dat laatste heeft hij in een specifiek voor deze smokkel aangemaakte groepsapp ook samen met [medeverdachte 5] gedaan. Daarmee is verdachte niet alleen zelfstandig de 15 migranten behulpzaam geweest bij de toegang, de doorreis en het verblijf en heeft hij deze bevorderd en vergemakkelijkt, maar heeft hij dit tevens in een nauwe samenwerking met de chauffeur en [medeverdachte 5] gedaan.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat het vervoeren van 15 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt bestelbusje, onder de omstandigheden zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor die migranten. Dit gevaar was voor [verdachte] ten tijde van het (doen) huren van de bus en het vervoeren de migranten naar algemene ervaringsregels ook voorzienbaar, nu hij – zoals gezegd – wist dat voor de smokkel gebruik werd gemaakt van dergelijke voor personenvervoer ongeschikte busjes en dat het om lange buitenlandse ritten zou gaan waarbij veel personen tegelijk zouden worden vervoerd.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat bij het smokkelincident [betrokkene 5] / [betrokkene 6] personen met de Iraanse nationaliteit zijn gesmokkeld, nu uit het zaaksdossier volgt dat het gaat om personen met de Irakese nationaliteit. De rechtbank spreekt [verdachte] dan ook partieel vrij van het onderdeel ‘Iraanse’, zoals onder 1 ten laste is gelegd.
Zaaksdossier [betrokkene 1] / [betrokkene 2] [48]
Op 17 maart 2021 zijn in Kroatië [betrokkene 1] en [betrokkene 2] aangehouden ter zake mensensmokkel. Ze reden in een IVECO Daily voorzien van het Nederlandse kenteken: [kenteken 3] . In de laadruimte van het voertuig bevonden zich 24 migranten, waarvan 16 Turkse staatsburgers en 8 staatsburgers uit Bangladesh. [49]
[betrokkene 1] heeft verklaard dat zij en [betrokkene 2] waren gevraagd om deze rit te doen. Toen zij onderweg wilden stoppen, werden ze bedreigd. Toen ze terug naar Nederland wilden gaan, omdat zij medicijnen vergeten waren, werden ze opnieuw bedreigd en werd er gezegd dat ze de klus moesten afmaken. Toen zij onderweg tegen een tunnel aan zijn gereden, waardoor de gehele bovenkant van het voertuig er af lag. Ook hierna mochten ze niet stoppen. Ze zouden € 2.000,00 per persoon krijgen of € 5.000,00 in totaal. [betrokkene 1] wist dat in de laadruimte geen stoelen, veiligheidsgordels of ventilatieroosters zaten. Ze kreeg de coördinaten via WhatsApp in een groepsapp door, zodat ze wisten waar ze naartoe moesten. [betrokkene 2] heeft verklaard dat een vriendinnetje van vroeger haar had gevraagd om deze rit samen met [betrokkene 1] te doen, dat ze werden bedreigd toen ze het niet wilden doen en dat er op haar telefoon te zien was dat er meerdere locaties werden verstuurd die ze moesten volgen. [50]
3 Turkse gesmokkelden hebben verklaard dat zij in Kroatië door een vrachtwagen werden opgehaald. De gesmokkelden verklaarden unaniem dat ze tussen de € 2.000,00 en
€ 2.500,00 hebben betaald voor transport van Istanbul naar Duitsland. Een persoon met de Bengalese nationaliteit heeft verklaard dat een onbekende vrouw hem voor € 600,00 van Zagreb naar een ander land in de Europese Unie zou brengen. [51]
Op de bankrekening van [betrokkene 1] vonden op 13 maart 2021 en 14 maart 2021 bijschrijvingen plaats van in totaal € 500,00 met omschrijvingen als ‘vakantie’ en ‘tank’. Op 14 maart 2021 vond er ook een bijschrijving van € 10,00 plaats afkomstig van het rekeningnummer [rekeningnummer 3] op naam van [medeverdachte 3] . [52] Op 13 maart 2021 heeft er van de bankrekening van [betrokkene 2] een afschrijving van 600,00 euro plaatsgevonden ter betaling aan [bedrijf 4] . Voorafgaand aan deze afschrijving van [bedrijf 4] vond er op dit bankrekeningnummer een bijschrijving van € 620,00 plaats afkomstig van een bankrekeningnummer op naam van [betrokkene 1] . [53]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 5] stond op naam van [medeverdachte 3] . [54] Het telefoonnummer [telefoonnummer 6] was in gebruik is bij [medeverdachte 2] . [55]
Uit onderzoek aan de telefoon van [betrokkene 2] kwamen meerdere chatgesprekken tussen haar en [medeverdachte 2] naar voren. [betrokkene 2] stuurde foto’s naar [medeverdachte 2] van het rijbewijs van [betrokkene 1] en een foto van haar eigen paspoort. [medeverdachte 2] stuurde onder meer dat ze aan het kijken was naar een bus, dat dit niet zomaar dingen zijn waar je even ja of nee tegen zegt, dat er altijd een escort vooroprijdt en dat ‘ [alias 1] ’ voor hen meegaat, ze vroeg of [betrokkene 2] ‘live kon delen’, omdat ze die nodig had voor ‘ [alias 1] ’ en ook vroeg [medeverdachte 2] in een spraakbericht of ze een groep kon aanmaken met [alias 1] en haar en of [betrokkene 2] dan vervolgens haar live locatie kon delen. In de groepschat met onder andere [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [betrokkene 2] stuurde [medeverdachte 2] een video waarin de vrachtwagen van het merk Iveco met het kenteken [kenteken 3] te zien was en een adres in Zutphen waarbij ze aangaf dat het voor ‘ [alias 2] ’ was.
Op 16 maart 2021 heeft [medeverdachte 2] in de groepschat met [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [betrokkene 2] en [betrokkene 1] , om 23:24 uur gestuurd: ‘
Net gebeld, alles is nu geregeld’ en ‘
22 people’, waarna [medeverdachte 3] heeft gestuurd ‘
Ff allemaal bidden’. Ook stuurde [medeverdachte 2] ‘
Mensen tellen filmen aub’en ‘
trap ze erin’, [medeverdachte 3] heeft gestuurd dat ze de telefoon opgeladen moesten hebben, waarna de gebruiker van [telefoonnummer 7] stuurde ‘
Gooi ze erin alles mag zolang ze dr maar in zitten’.
Op de dag van het mensensmokkelincident stuurde [medeverdachte 2] naar [betrokkene 2] dat ze voorzichtig moesten rijden en wees zij erop dat ze moest controleren of er wellicht een GPS trekker onder het voertuig was geplaatst. In de groepschat stuurde [medeverdachte 2] ‘
jullie kunnen starten’en vroeg zij wederom of ze of zij hun ‘live’ in de groep kunnen gooien. [56]
Ook de telefoon van [betrokkene 1] is onderzocht. In de dagen voorafgaande aan het mensensmokkelincident heeft [betrokkene 1] meerdere malen een betaalverzoek gestuurd met ‘vakantie’ en ‘Benzine’ als omschrijving, waarna [betrokkene 1] stuurde ‘
nog niks binnen’. [medeverdachte 2] reageerde daarop, waarna [betrokkene 1] bevestigde dat het erop staat. [medeverdachte 2] stuurde audioberichten waarin [medeverdachte 3] en zijzelf duidelijk te horen waren en [medeverdachte 2] zei ‘
Is me vrouwtje’en
‘…morgen komt die groep, want vandaag, hij heeft gewoon niet genoeg mensen….’. [medeverdachte 3] zei onder andere
‘… mensen met documenten, dus het zijn geen illegalen. Maar dan weet je dat, dus eh ja, I am sorry for that but eh ik maak het goed…’. Daarna zei [medeverdachte 2] ‘
Is misschien ook beter dan jullie eigenlijk ff beetje rust hebben, weet je waarom met politie en zo toch’, waarna [medeverdachte 3] zei ‘
ja daarom, dat sowieso joh, is ff beter’. [medeverdachte 2] stuurde vervolgens
‘ [alias 3] zegt: niks verder in onze groep app zetten als gelukt enz’. In de telefoon is een door [medeverdachte 2] gemaakte video aangetroffen, waarin een voertuig te zien was, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 3] . Te horen was ‘
Look big car, good car, it is good car’. Naast deze video, zijn er video’s aangetroffen, waarin te zien was dat het voertuig met het kenteken [kenteken 3] was vastgelopen onder een viaduct waardoor het dak er gedeeltelijk is afgeschoven en dat er meerdere personen in een laadruimte stappen en dat er in het Nederlands geteld wordt tot 24. [57]
In het blauwe notitieboekje dat in de auto van [medeverdachte 2] is aangetroffen, staat op pagina 3
‘ [alias 4] / [alias 5] , 600 huurauto, 500 zakgeld, 100 bank [alias 5] , 10 bank [alias 5] , 50 [alias 1] tank en 50 Tank [alias 5] ’en op pagina 18
‘ [alias 5] en [alias 4] gepakt’. [58]
In de telefoon van [verdachte] stonden de telefoonnummers die in gebruik waren bij [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , zonder naam, opgeslagen. Verder stonden in de map ‘call log’ de telefoonnummers van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [betrokkene 1] en [betrokkene 2] . Op 17 maart 2021 waren er twaalf contacten tussen het telefoonnummer dat in gebruik was bij [betrokkene 1] en het telefoonnummer [telefoonnummer 8] van [verdachte] . Ook zijn er een screenshot van een berichtenwisseling met [medeverdachte 2] , een foto van het paspoort van [betrokkene 2] , een Covid-test op naam van [betrokkene 2] , een foto van het paspoort van [betrokkene 1] en een Covid-test op naam van [betrokkene 1] aangetroffen. Verder werd een afbeelding van een huurovereenkomst van [bedrijf 4] , op naam van [betrokkene 1] , aangetroffen voor de periode 13 maart 2021 tot en met 15 maart 2021 met betrekking tot het voertuig voorzien van kenteken [kenteken 3] . Ook is er een video aangetroffen waarop te zien is dat de huurauto voorzien van het kenteken [kenteken 3] van verhuurbedrijf Kuperus is vastgelopen onder een viaduct waardoor het dak er gedeeltelijk is afgeschoven. [59]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat [betrokkene 1] voorafgaand aan de mensensmokkel tegen een tunnel aan was gereden met het voertuig, waardoor de bovenkant van het voertuig beschadigd was en openlag. [betrokkene 1] en [betrokkene 2] hadden dit bij hun opdrachtgevers aangegeven en gezegd dat ze wilden stoppen met de rit, maar door de opdrachtgevers werd gezegd dat er prima gereden kon worden. [betrokkene 1] en [betrokkene 2] hebben vervolgens de 24 gesmokkelden in de laadruimte laten plaats nemen. De gesmokkelden zaten op het dak dat in de laadruimte lag. De gesmokkelden moesten met een touw één van de twee deuren aan de achterkant dichthouden. Bovendien was de laadruimte van het voertuig niet geschikt voor het vervoeren van personen. In de laadruimte waren geen stoelen, geen veiligheidsgordels, geen dakconstructie en geen veiligheidsframe aanwezig. Ook werkte de achterste dubbele deur van de laadruimte niet naar behoren en was er een risico dat in het geval van een ongeluk de personen uit de laadruimte zouden vallen. Tot slot brachten de temperatuur, de uitlaatgassen en de gedwongen houding van de gesmokkelden een reëel risico met zich mee op het moment van vervoeren. [60]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij standaard werd toegevoegd aan een groepsapp en dat de in WhatsApp verstuurde afbeeldingen automatisch werden opgeslagen. [61]
Bewijsoverwegingen
Op basis van de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden rond dit smokkelincident stelt de rechtbank vast dat de chauffeurs [betrokkene 1] en [betrokkene 2] de door medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn aangestuurd, begeleid en financieel ondersteund. Op dag van de smokkel zelf (17 maart 2021) waren er, naast contacten met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , ook twaalf telefonische contacten tussen een van de chauffeurs ( [betrokkene 1] ) en [verdachte] , beschikte [verdachte] over relevante (op het vervoer van de migranten betrekking hebbende) informatie van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en had hij contact met [medeverdachte 2] over deze smokkel. In het licht van het feit dat [verdachte] [medeverdachte 2] in januari 2021 heeft benaderd om mensen te smokkelen en de geschetste algemene modus operandi, maakt een en ander dat de rechtbank van oordeel is dat [verdachte] in nauwe samenwerking met de beide chauffeurs en [medeverdachte 2] de toegang, doorreis en het verschaffen van verblijf van de 24 migranten heeft bevorderd en vergemakkelijkt.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat door het vervoeren van 24 personen in de laadruimte van een niet voor personenvervoer geschikt bestelbusje, onder de omstandigheden en op de wijze zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor die migranten. Dit gevaar was voor [verdachte] ten tijde van het (doen) huren van de bus en het vervoeren de migranten naar algemene ervaringsregels ook voorzienbaar, nu hij – zoals gezegd – wist dat voor de smokkels waarbij hij betrokken was (waaronder dus de onderhavige) gebruik werd gemaakt van dergelijke voor personenvervoer ongeschikte busjes, dat het om lange buitenlandse ritten zou gaan waarbij veel personen tegelijk zouden worden vervoerd onder vaak moeilijke omstandigheden en het doorgang laten vinden van het vervoer prioriteit heeft gelet op de financiële belangen die ermee gemoeid zijn.
Zaaksdossier [betrokkene 3] / [betrokkene 4] [62]
Op 28 maart 2021 heeft de Italiaanse grenspolitie op de grens tussen Slovenië en Italië, 6 illegale immigranten aangetroffen die uit een personenauto, Ford Galaxy voorzien van Nederlands kenteken [kenteken 4] (MPV), waren gestapt. [63]
De 6 personen, die werden aantroffen zonder geldige identiteitspapieren, verklaarden dat ze de Bengaalse nationaliteit hadden. Zij waren illegaal binnengekomen zonder de juiste papieren. De personenauto bleek eigendom te zijn van het verhuurbedrijf ‘ [bedrijf 5] ’ in Amsterdam. De gesmokkelde, [naam 2] , verklaarde hoe de reis was verlopen en dat ze door de landen Kroatië en Slovenië waren gereden.
[betrokkene 4] heeft verklaard dat ze immigranten hebben laten instappen in Kroatië, dat ze in totaal € 1.000,00 zouden krijgen en dat de opdracht van ene [alias 6] kwam, die ook wel [medeverdachte 2] werd genoemd. Verder heeft zij verklaard dat [alias 6] haar een voorschot had gegeven van € 500,00 en dat ze € 400,00 hadden gekregen via Western Union. [alias 6] was bij het autoverhuurbedrijf. Ze kreeg instructies van [alias 6] en onderweg kregen ze instructies van de oom waar ze naar toe moesten rijden. Ze moesten 12 personen meenemen, waarvan [naam 3] er 4 mee zou nemen. Ze kwamen er pas laat achter dat ze de grens tussen Kroatië en Slovenië moesten oversteken. [betrokkene 3] verklaarde dit ook. [naam 3] heeft verklaard dat hij als begeleider fungeerde bij 2 Nederlandse vrouwen die zijn aangehouden, dat hij € 1000,00 kreeg voor elke reis en dat hij illegale migranten uit Slovenië heeft opgehaald. [64]
Op de bankrekening van [betrokkene 4] werd er op 25 maart 20221 een storting gedaan van € 960,00. Na deze storting werd op dezelfde dag € 950,00 afgeschreven met als omschrijving ‘ [bedrijf 5] ’. Ook werd er op 26 maart 2021 een bedrag van € 102,40 overgeboekt naar de bankrekening van [betrokkene 4] afkomstig van het rekeningnummer [rekeningnummer 4] op naam van [bedrijf 3] met als omschrijving ‘Vakantie’. [bedrijf 3] stond op het moment van overboeking op naam van [medeverdachte 2] . Nadat het bedrag van [bedrijf 3] was ontvangen, werd er een hotel (€ 103,20) betaald gelegen in Zagreb, Kroatië. [65]
Op de camerabeelden van 25 maart 2025 van [bedrijf 5] was, op de parkeerplaats, de Ford met het kenteken [kenteken 4] te zien. Ook was er een Volkswagen te zien met het kenteken [kenteken 2] . Bij de Ford stonden 3 personen. De persoon met de groene jas, leek gezien het postuur, de lengte, de huidskleur en het kapsel op [medeverdachte 2] . [66] De Volkswagen stond op naam van [bedrijf 3] . [67] Het huurcontract van de auto met het kenteken [kenteken 5] bij [bedrijf 5] stond op naam van [betrokkene 4] , met als bestuurder [betrokkene 3] en de borg van € 950,00 was voldaan op 25 maart 2021. [68]
In het blauwe notitieboekje dat in de auto van [medeverdachte 2] is aangetroffen, staat op pagina 18 ‘
[naam 4] en [naam 5] gewonnen, 6 man, 3000,-
. [69]
In de telefoon van [verdachte] werd (en gegevens) aangetroffen:
  • dat hij in de periode van 25 maart 2021 tot en met 28 maart 2021 37 keer contact had gehad met de telefoonnummers in gebruik bij [betrokkene 4] en [betrokkene 3] ;
  • een screenshot van een Pdf-bestand van een reservering van [bedrijf 5] op naam gesteld van [betrokkene 4] met als huurperiode 25 maart 2021 tot en met 31 maart 2021;
  • een afbeelding van een negatieve PCR-test op naam van [betrokkene 4] ;
  • een foto van het paspoort van [betrokkene 4] ;
  • een afbeelding van een negatieve PCR test van [betrokkene 3] ;
  • een foto van het paspoort van [betrokkene 3] ;
  • een screenshot van het delen van een locatie van de telefoonnummers van [betrokkene 4] en [betrokkene 3] .
Ook zijn er groepsgesprekken aangetroffen met de telefoonnummers van [betrokkene 4] en de gebruikers van de telefoonnummers [telefoonnummer 9] , [telefoonnummer 10] en [telefoonnummer 6] . [70]
De telefoonnummers [telefoonnummer 10] , [71] [telefoonnummer 6] [72] en [telefoonnummer 11] [73] waren in gebruik bij [medeverdachte 2] .
In de telefoon van [betrokkene 4] werd onder het contact ‘ [alias 6] ’, het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van [medeverdachte 2] aangetroffen. Voorafgaande aan het mensensmokkelincident was er meerdere malen telefonisch contact en stuurde [medeverdachte 2] onder andere dat zij de PCR testen in orde ging maken en ‘
[naam 4] Zend jullie zo geld 500’, ‘Kan je hotel betalen verlengen enz’, ‘
[naam 4] komt 600 met western union’en ‘
Hij zegt tot de grens en daarna lopen ze wel zegt hij’en ‘
[naam 4] hoeveel hadden jullie pers’. [verdachte] stuurde op 28 maart 2021
‘vergeet geen video te maken’. [74]
Het onderzoek aan de telefoon van [betrokkene 3] liet ook verschillende chats zien, waarin onder meer een afspraak gemaakt werd met [medeverdachte 2] op 25 maart 2021 bij [bedrijf 5] . In een groepschat met de deelnemers [betrokkene 3] , [betrokkene 4] , [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] werden door [verdachte] twee handgeschreven PCR testen op naam van [betrokkene 3] en [betrokkene 4] gestuurd en stuurde [medeverdachte 5] afbeeldingen van locaties en Google Maps. [medeverdachte 2] en [verdachte] vroegen om een video van het moment van uitstappen van de gesmokkelden en gaven daarbij aan dat de video's direct verwijderd moesten worden. [betrokkene 3] stuurde op 27 maart 2021 een video waarin te zien is dat er 8 migranten uit een voertuig – een Ford Galaxy met kenteken [kenteken 14]-… – stappen. [medeverdachte 2] gaf instructies voor het ophalen van een nieuwe groep. Op 28 maart 2021 stuurde [betrokkene 4] dat ze naar de tweede locatie onderweg waren maar dat de auto al vol zat. [verdachte] en [medeverdachte 5] bleven aandringen dat ze iedereen moesten meenemen, ook al gaf [betrokkene 4] aan dat de ‘achterstoelen’ al naar beneden waren geklapt en de mensen al gepropt zaten. [betrokkene 4] stuurde vervolgens een video waarop te zien was hoe 6 migranten uit een Ford stapten. [verdachte] gaf hierop aan dat ze de chats moesten leegmaken. [75]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij er wel eens bij was als er auto’s gehuurd moesten worden. [76]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat 6 gesmokkelde personen vervoerd werden, terwijl er – naast de bestuurder en bijrijder – 5 zitplaatsen waren. Dit betekent dat in ieder geval één persoon geen gebruik kon maken een veiligheidsgordel. [77]
Bewijsoverwegingen
Op grond van de inhoud van de in telefoon van verdachte aangetroffen getroffen gegevens met betrekking tot deze smokkel, bezien in samenhang met de inhoud van de specifiek voor de smokkel aangemaakte groepschat is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] en de beide chauffeurs [betrokkene 3] en [betrokkene 4] de 6 migranten behulpzaam zijn geweest bij hun doorreis.
De wijze waarop de 6 migranten zijn vervoerd (6 man in een Ford Galaxy personenauto) is weliswaar verre van ideaal, maar naar het oordeel van de rechtbank niet dusdanig dat gevaar voor het leven van deze migranten daadwerkelijk te duchten was.
Zaaksdossier [betrokkene 15] [78]
Op 9 april 2021 is [betrokkene 15] aangehouden in Slovenië in verband met mensensmokkel. [betrokkene 15] reed in een Audi A3 en vervoerde illegaal 4 Syrische burgers, 2 Afghaanse en 2 Egyptische burgers. [79]
[alias 13] [alias 14] [betrokkene 15] stak de grens over met een personenauto, Audi A3, met het Duitse kenteken [kenteken 12] . In het voertuig bevonden zich acht gesmokkelden, die niet aan de voorwaarden voldeden voor het binnenkomen en verblijf van en op het grondgebied van de Republiek Slovenië. Eén van de gesmokkelden zat op de passagiersstoel, 5 gesmokkelden zaten op de achterbank van de personenauto en twee gesmokkelden lagen in de kofferbak van de personenauto. [betrokkene 15] heeft onder andere verklaard dat hij de auto heeft gehuurd, dat hij op 7 april 2021 naar Zagreb is gereisd, dat hij via de telefoon gegevens en instructies ontving over de reis, waar hij moest zijn en dat hij geld zou krijgen afhankelijk van het aantal gesmokkelden. [naam 8] , één van de gesmokkelden, heeft verklaard dat zijn reis van Bosnië naar Triest (Italië) ongeveer € 3.000,00 kost, dat hij tijdens de reis nooit in het bezit is geweest van een geldig reisdocument, dat er in het voertuig vijf personen op de achterbank zaten en er twee mensen in de kofferbak moesten, dat ze in de auto erg opgepropt zaten en dat de personen die in de kofferbak lagen, later zeiden dat ze weinig zuurstof hadden. [80]
Op 6 april 2021 werd op station Eindhoven een observatie verricht. Rond 16:11 uur zag een verbalisant een zwarte Mercedes Benz CLA, voorzien van het kenteken [kenteken 13] . De bestuurder werd geïdentificeerd als [medeverdachte 1] , de bijrijder werd aangeduid als NN1. NN1 leek niet te weten naar wie hij op zoek was. Omstreeks 16:37 uur liep NN1 naar twee personen, die wat nerveus waren en vervolgens liep NN1 met de twee personen naar de Mercedes. NN3 stapte in. NN2 maakte contact met NN1 en liep weg. Vervolgens reed de Mercedes weg en stopte naast de auto waar NN2 in was gaan zitten, NN3 stapte even in die auto en stapte weer uit met een rode rugzak. NN3 stapte weer in de Mercedes, waarna deze wegreed. Omstreeks 17:02 uur werd de Mercedes weer door de verbalisanten gezien op het parkeerterrein van Adriaanse [bedrijf 9]. NN1 liep op het parkeerterrein richting de Mercedes, met [medeverdachte 1] als bestuurder, en stapte in de Mercedes. Omstreeks 17:16 uur stapte NN3 ook in de Mercedes, die ook uit de richting van [bedrijf 9] kwam lopen. NN1 en NN3 liepen nogmaals op en neer richting [bedrijf 9] en omstreeks 17:53 uur reed de Mercedes met de 3 inzittenden weg. [81]
Op de telefoon van [verdachte] stond het telefoonnummer [telefoonnummer 12] opgeslagen, zonder naam. De namen ‘ [betrokkene 15] ’, [alias 13] of [alias 14] kwamen voor in de map ‘contacts’. Op 6 april 2021 om 14:21 uur belde [verdachte] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 12] . Op 6 april 2021 had [verdachte] ook contact met [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 13] ). [82]
Uit de uitgewerkte tapgesprekken van het telefoonnummer [telefoonnummer 14] van [verdachte] kwam naar voren dat [verdachte] op 6 april 2021 om 13:39 uur heeft gebeld naar [telefoonnummer 12] over het huren van een voertuig en dat hij hem op station Eindhoven op zou pikken. [verdachte] zei onder andere ‘
je hebt alles in orde toch, papieren, rijbewijs en je paspoort enzo’, ‘
Gaan we auto huren he’, ‘
Dan geef ik je het geld, stort je het zelf op je bank en dan euh met je pasje kun je auto huren ja’, ‘
Ik betaal gewoon alles, geef ik je zakgeld, kun je vertrekken’en ‘
Dan geef ik je die geld in je hand dan kun je die geld zelf storten en dan euh moet je met die pinpas die huurauto betalen zegmaar’. [83]
Om 14:56 uur belde [verdachte] wederom naar [telefoonnummer 12] en op de achtergrond was te horen ‘
Hoe laat ben je daar [medeverdachte 1] ?’. Ook was een stem te horen, die zei: ‘
drie kwartier denk ik’, verder werd er afgesproken op station Eindhoven en werd gezegd ‘
veertig minuten zwarte Mercedes komt je daar oppikken ja’. [verdachte] gaf aan ‘
Oke, ze gaan een auto met jullie huren en dan geven ze een zakje met geld mee en dan verteld die je de details daar oke.’,
‘…euh kijk als je beetje piraat bent, je weet toch 1 rit duurt vijf, zes uurtjes. Als je per dag twee ritten kunt maken dan euh je weet toch, vijf dagen ofzo. Reken maar uit hoeveel je dan kan verdienen bro’ en
‘…die geld blijft stromen geloof mij’. [84]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van haar is en dat zij op 6 april 2021 een oude man heeft opgehaald bij het Centraal Station Eindhoven samen met [medeverdachte 5] . [verdachte] en [medeverdachte 5] hadden dat aan haar gevraagd. [85]
Op 6 april 2021 vond er een contante storing plaats van € 600,00 op de rekening van [betrokkene 15] . Op dezelfde dag vond er een afschrijving plaats van een totaalbedrag van € 501,09 door [bedrijf 1] te Duitsland. [86]
Op 7 april 2021 belde [verdachte] om 17:24 uur naar [telefoonnummer 12] . De gebruiker van [telefoonnummer 12] gaf aan dat hij al in Kroatië was en onderweg was richting Zagreb, waarop [verdachte] zei dat hij een simkaart moest kopen met EU-internet en ‘
Hij stuurt jou het nieuw adres van de chauffeur van de hotel’. [87] Om 17:33 uur belde [verdachte] naar [telefoonnummer 12] en zei ‘
Als je die simkaart hebt gekocht, klik je op die locatie, kom je bij die hotel van die chauffeur van mij, als je daarvoor bent bel mij op, dan laat ik hem beneden komen en dan helpt hij je verder’. [88] Om 20:45 uur belde [verdachte] naar [telefoonnummer 12] . Er werd onder meer gesproken over het delen van locaties via WhatsApp en werd er door de gebruiker van [telefoonnummer 12] gezegd dat hij in Zagreb is. [89] Om 21:57 uur belde [verdachte] weer naar [telefoonnummer 12] en zegt ‘
He, hij is onderweg naar jou’. [90]
Uit de rapportage van de KMAR volgt dat de Audi A3 zitplaatsen heeft voor maximaal vijf personen. De gesmokkelden waren met acht personen. Een van de gesmokkelden zat op de passagiersstoel, vijf zaten op de achterbank en twee zaten verstopt in de kofferbak. Uit de verklaring van één van de gesmokkelden bleek dat de zij ongeveer vijf uur in de auto hebben gezeten, maar dat de bestuurder een keer was gestopt langs de weg. De gesmokkelden mochten niet uit de auto en de kofferbak werd niet geopend. Hij verklaarde verder dat het heel krap was in de auto. Hij voelde zich erg ongemakkelijk in het voertuig, zat zeer opgekropt en had pijn in zijn benen. De twee gesmokkelden uit de kofferbak hebben gezegd dat zij het gevoel hadden dat ze weinig zuurstof kregen. [91]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de afspraak heeft gemaakt dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 5] naar Eindhoven zou brengen om een bus te huren voor de mensensmokkel. Hij verklaarde dat het de bedoeling was dat hij eerst zelf met [medeverdachte 5] mee zou gaan. Ook heeft hij verklaard dat hij [betrokkene 15] heeft gebeld om hem aanwijzingen te geven in opdracht van [medeverdachte 5] en dat hij wist waar hij mee bezig was. [92]
Bewijsoverwegingen
Op grond van de hiervoor weergegeven gang van zaken rond dit smokkelincident is de rechtbank van oordeel dat verdachte de chauffeur [betrokkene 15] niet alleen heeft geregeld en financieel ondersteund (in samenwerking met medeverdachte [medeverdachte 1] ), maar ook heeft begeleid en aangestuurd. Daarmee is verdachte in nauwe samenwerking met zowel [medeverdachte 1] als de chauffeur [betrokkene 15] de betreffende 8 migranten behulpzaam geweest bij het verschaffen van toegang, doorreis of verblijf als bedoeld in artikel 197a Sr, door deze te vergemakkelijken en te bevorderen.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat door het vervoeren van met name de 2 migranten in de kofferbak van de Audi A3 onder de omstandigheden en op de wijze zoals hiervoor geschetst in de rapportage van de KMAR, maakt dat er daadwerkelijk sprake is geweest van te duchten levensgevaar voor die migranten. Dit gevaar was voor de verdachte ten tijde van het (doen) huren van de auto naar algemene ervaringsregels ook voorzienbaar, nu hij het ‘volproppen’ van een personenauto voor een mensensmokkel uit winstbejag de reële niet onwaarschijnlijke mogelijkheid met zich brengt dat er ook daarbij migranten urenlang in een kofferbak moesten vertoeven.
Ten aanzien van alle zaaksdossiers
Winstbejag
De rechtbank is van oordeel dat verdachte heeft gehandeld uit winstbejag. Uit meerdere verklaringen van gesmokkelden blijkt dat zij forse bedragen moesten betalen voor de doorreis. Verdachte heeft ook verklaard dat hij aan de mensensmokkelincidenten heeft verdiend.
Beroep/gewoonte
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere mensensmokkelfeiten. Het ging daarbij niet om een eenmalig of incidenteel handelen, maar om een terugkerend en planmatig patroon, waarbij steeds volgens eenzelfde werkwijze werd gehandeld. Deze herhaling maakt dat sprake is van een gewoonte in de zin van de tenlastelegging.
3.4.2
Drugs [93]
Op 16 april 2021 50 gram cocaïne buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht
Op 3 april 2021 werd [verdachte] gebeld door de gebruiker van een Duits telefoonnummer. In het gesprek werd gesproken over grammen, het rijden naar Frankfurt en een chauffeur. [verdachte] heeft onder meer gezegd: ‘
Duitsland is geen grappe (fon) 3 uur is niet goed met drugs.’, ‘
… Frankfurt rijden ntv is groot risico he, snap je? Kan ik beter 1 keer goed risico pakken. Niet voor een beetje snap je?’ en ‘
Ja pak je 50 gram, 50 gram 2500 en 500 euro voor de chauffeur 3000, kom ik naar Frankfurt rijden goed?, waarna de beller zei ‘
Ja niet uuh gewoon puur, dan betaal ik ook meer.’ Op 12 april 2021 werd [verdachte] door hetzelfde Duitse telefoonnummer gebeld en in dit gesprek werd er een afspraak gemaakt om elkaar woensdag – overmorgen – in Frankfurt te ontmoeten. Ook werd er gezegd
‘Ok diezelfde wat ik vraag he, dus dat 3000, dus 50 gram, 500 voor de chauffeur, 3000 totaal ok?’. Op 16 april 2021 omstreeks 09:36 uur stuurde [verdachte] een sms-bericht met daarin de tekst ‘
ben onderweg, dat is een uur van Frankfurt, geen 30 min’.
Op 16 april 2021 hebben verbalisanten [verdachte] geobserveerd. [verdachte] verliet om 09:57 uur de [adres 2] met een – op dat moment – onbekende vrouw. [verdachte] en de vrouw stapten in een auto met het kenteken [kenteken 13] en de vrouw reed weg. De verbalisanten zagen de auto op de Rijksweg A76 de grens met Duitsland passeren. Ter terechtzitting van 30 september 2025 heeft [verdachte] verklaard dat hij samen met [medeverdachte 1] naar Duitsland is gereden op 16 april 2021 en dat zij daar uit eten zijn geweest.
Vrijspraak
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting vast dat [verdachte] op 16 april 2021 naar Duitsland is gereden en op die manier drugs buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De rechtbank kan echter op basis van het dossier niet vaststellen dat het cocaïne of een (ander) middel van lijst I van de Opiumwet betrof. Het enkele feit dat dit uit de gesprekken en de prijs, 50 euro per gram, zou volgen, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende.
De rechtbank zal [verdachte] vrijspreken van dit onder 2 ten laste gelegde onderdeel.
Op 9 juli 2021 985 XTC tabletten heeft verkocht
Op 9 juli 2021 werd een opsporingsambtenaar van de BSB ingezet als pseudokoper. De opsporingsambtenaar maakte een afspraak met [verdachte] voor de koop van ‘1000 stuks’. Op een parkeerplaats in [plaats] zag de opsporingsambtenaar dat [verdachte] met een man contact maakte, waarna hij zag dat [verdachte] een gesealde plasticzak uit een shopper pakte. In de gesealde plasticzak zag de opsporingsambtenaar blauwkleurige pillen met de opdruk van het ‘Bitcoin’ logo. De opsporingsambtenaar betaalde [verdachte] € 750,00 en kreeg de shopper met de gesealde plasticzak. [94] [verdachte] heeft 985 tabletten geleverd als zijnde XTC tabletten. Deze XTC tabletten zijn door de Koninklijke Marechaussee gekenmerkt met het nummer [code 1] . [95] Uit het rapport van het NFI blijkt dat de blauwe pillen MDMA bevatten. MDMA is een stof die is vermeld op lijst I van de Opiumwet. [96]
Op 4 augustus 2021 48 XTC heeft verkocht
Ook op 4 augustus 2021 vond er een pseudokoop plaats. [verdachte] stapte als bijrijder in de auto van de opsporingsambtenaar. Vervolgens verklaarde [verdachte] tegenover de opsporingsambtenaar dat hij drukke dagen heeft vanwege een grote bestelling van tweehonderdduizend Xtc-pillen. [verdachte] pakte een plastic boterhamzakje met, ongeveer vijfenveertig, groen kleurige pillen en een opdruk van “Starbucks” en toonde dat aan de opsporingsambtenaar. [verdachte] zei daarbij ‘dat deze vers van de pers komen en dat de machine volle bak aan het draaien is op dit moment’ en dat een gedeelte van het zakje pillen nog nat was. [verdachte] legde het zakje in het middenconsole. [97] [verdachte] heeft 48 tabletten geleverd als zijnde XTC tabletten. Deze XTC tabletten zijn door de Koninklijke Marechaussee gekenmerkt met het nummer [code 2] . [98] Uit het rapport van het NFI blijkt dat de groene tabletten 2C-B en amfetamine bevatten. Deze stoffen staan vermeld op lijst I van de Opiumwet. [99]
Overwegingen en conclusies
De rechtbank acht op grond van de hierboven aangehaalde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] op 9 juli 2021 en op 4 augustus 2021 opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd 985 XTC tabletten bevatten MDMA respectievelijk 48 XTC tabletten bevattende 2-CB en amfetamine, zoals ten laste is gelegd.
Op 18 januari 2022 4 pillen en bruine brokken/poeder aanwezig heeft gehad
Op 18 januari 2022 heeft er aan de [adres 2] te [plaats] een doorzoeking plaatsgevonden. In de woning verbleven op dat moment [medeverdachte 1] en [verdachte] . In de la van een bureau wordt een zakje aangetroffen met daarin een bruine substantie. Ook wordt er tijdens de doorzoeking een tweetal boterhamzakjes aangetroffen met daarin verschillende substanties. De substantie in het zakje is gekoppeld aan IBN (inbeslagname) nummer D.09.02.001. Er heeft vervolgens een indicatief onderzoek door de forensische opsporing van de Koninklijke Marechaussee plaatsgevonden. [100]
In de fouilleringszak zat een witte enveloppe met daarop SIN: [code 3] en de tekst ‘Alle drugs van zoeking [adres 2] (18-01-2022)’ en ‘D09.01.001, D09.02.001 en D10.01.002’. In de enveloppe zaten een drietal fouilleringszakken met op elke enveloppe een van de voorstaande nummers.
De fouilleringszak met opschrift ‘D09.01.001’ ‘4x pillen (drugs)’ bevatte een boterhamzakje met daarin drie keer een grijze pil en een halve groene pil met witte kern. Aan de 3 pillen werd het SIN-nummer [code 4] gekoppeld.
De fouilleringszak met opschrift ‘D10.01.002’ ‘meerdere bruine brokjes (verm drugs).’ bevatte een gripzakje met daarin driemaal grijze brokjes. De 3 grijze brokjes waren fragmenten van een of meerdere pillen waren. Hieraan werd het SIN-nummer [code 5] gekoppeld.
De fouilleringszak met opschrift ‘D09.02.001’ ‘zakje bruin poeder (drugs)’ bevatte een boterhamzakje met daarin bruin poeder. Hieraan werd het SIN-nummer [code 6] gekoppeld. [101]
Uit de rapporten van het NFI blijkt dat het bruine poeder ( [code 6] ) 1,2 gram heroïne betreft en dat de 3 pillen en de brokjes ( [code 7] en [code 8] ) MDMA bevatten. Heroïne en MDMA staan vermeld op lijst I van de Opiumwet. [102]
Verklaringen [medeverdachte 1] en [verdachte]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat [verdachte] al enige maanden bij haar verbleef. [103] Zij denkt dat [verdachte] drugs verkocht en dat het ging om cocaïne. Zij heeft hem wel eens met een weegschaaltje in haar huis gezien en zij heeft in een vest van [verdachte] een boterhamzakje aantroffen met envelopjes. Het was wit en daarom denkt [medeverdachte 1] dat het om cocaïne ging. [medeverdachte 1] heeft verder verklaard dat toen zij [verdachte] hiermee confronteerde, hij tegen haar zei dat het voor eigen gebruik was en dat hij alles weg zou halen. [104]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij heeft gehandeld in verdovende middelen en dat hij Xtc-pillen heeft verhandeld aan de opsporingsambtenaar van de BSB. [verdachte] heeft verklaard dat hij zich niet kan herinneren of de drugs die in de woning zijn aangetroffen van hem waren. [105]
Overwegingen en conclusies
Vast staat dat er door de politie op 18 januari 2022 tijdens de doorzoeking in de woning aan de Weidmanstraat, waar [verdachte] verbleef, in een lade van een bureau een zakje met een bruine substantie en twee boterhamzakjes met gevarieerde substanties zijn aangetroffen. Deze bureaulade was niet afgesloten. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat zij dacht dat [verdachte] iets met drugs deed en dat zij drugs in een vest van [verdachte] in haar huis gevonden heeft. [verdachte] ontkent ook niet dat deze drugs van hem zijn. Ook staat vast dat verdachte in de zomer van 2021 meer dan 1000 XTC tabletten verkocht heeft. De rechtbank verwijst naar wat zij hiervoor heeft overwogen over de aanwezigheid van [verdachte] in de woning. [verdachte] had toegang tot de gehele woning en dus de wetenschap en de beschikkingsmacht over de aangetroffen drugs. De rechtbank is dan ook, gelet op al het hiervoor overwogene in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat [verdachte] op 18 januari 2022 opzettelijk aanwezig heeft gehad drie pillen MDMA en een hoeveelheid heroïne.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten onder 1 en 2 heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 1 juli 2020 tot en met 18 januari 2022 in Nederland en/of in België en/of Italië en/of Kroatië en/of Slovenië, tezamen en in vereniging met anderen telkens meer nader te noemen personen (met nader te noemen nationaliteit), en wel:
- op of omstreeks 17 juli 2020, 23, personen van Afghaanse of Somalische of Pakistaanse of Iraanse nationaliteit (zaakdossier “Mensensmokkel [betrokkene 13] ”), en
- op of omstreeks 22 juli 2020, 29, personen van Afghaanse of Somalische of Pakistaanse nationaliteit (zaakdossier “Mensensmokkel [betrokkene 14] ”), en
- op of omstreeks 17 augustus 2020, 28, personen van Afghaanse of Bengalese(inwoners uit Bangladesh) nationaliteit (zaakdossier “Mensensmokkel [betrokkene 8] ”), en
- op of omstreeks 15 januari 2021, 15, personen van Syrische of Egyptische nationaliteit (zaakdossier “Mensensmokkel [betrokkene 5] / [betrokkene 6] ”), en
- op of omstreeks 17 maart 2021, 24, personen van Turkse of Bengalese nationaliteit (zaakdossier “Mensensmokkel [betrokkene 1] / [betrokkene 2] ”), en
- op of omstreeks 28 maart 2021, 6, personen van Bengalese nationaliteit (zaakdossier “Mensensmokkel [betrokkene 3] / [betrokkene 4] ”), en
- op of omstreeks 9 april 2021, 8, personen van Syrische of Iraanse of Egyptische nationaliteit (zaakdossier “ [betrokkene 15] ”),
* behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van doorreis door, en
* uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
een lidstaat van de Europese Unie,
en die bovengenoemde (gesmokkelde) personen telkens daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door meermalen:
- een bestelbus/auto voor telkens het vervoer van voornoemde gesmokkelde personen te huren / regelen / organiseren, en
- de chauffeurs voor die bestelbussen / auto’s te regelen / organiseren, en
- voornoemde (gesmokkelde) personen te laten vervoeren en/of het vervoer van die personen telkens te regelen en/of te organiseren, en
- de betalingen /financiering met betrekking tot die (smokkel)reizen te doen en/of te regelen en/of te incasseren,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders telkens wisten dat doorreizen en dat verblijf wederrechtelijk was, en terwijl door die feiten (telkens) levensgevaar voor een of meer van de voornoemde (gesmokkelde) personen te duchten was, door die personen (telkens) te laten vervoeren en/of op te (laten) sluiten in een (zeer) beperkte ruimte van een bestelbus/auto, welke ruimte:
+ als zodanig niet voor het vervoer van personen bestemd/ingericht/geschikt was, en
+ geen, althans zeer beperkte faciliteiten voor een goede zuurstof toevoer en/of ventilatie en/of verwarming en/of verkoeling had,
+ niet was voorzien van stoelen en/of veiligheidsgordels en/of een dakconstructie
en/of een veiligheidsframe en/of een goed sluitende deur,
en verdachte, van het plegen van deze feiten een beroep of gewoonte heeft
gemaakt;
2
hij in de periode van 1 januari 2021 tot en met 18 januari 2022 te [plaats] ,
- telkens opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd, en wel:
* op 9 juli 2021 een hoeveelheid van 985 XTC tabletten bevatten MDMA, en
* op 4 augustus 2021 een hoeveelheid van 48 XTC tabletten bevattende 2-CB en amfetamine, en
- opzettelijk aanwezig heeft gehad, en wel:
* op 18 januari 2022 in de woning aan de Weidmanstraat, 3 pillen en een
hoeveelheid bruin(e) brokken/poeder, bevattende MDMA en heroïne,
in elk geval telkens hoeveelheden van materialen bevattende MDMA/XTC/amfetamine/2-CB/ en heroïne, zijnde telkens middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in het artikel 197a Sr en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt, en het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen en terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is
en
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn geweest bij het zich verschaffen van verblijf in een lidstaat van de Europese Unie, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt, en het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen en terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
feit 2
het misdrijf:
het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd,
en
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar en 9 maanden, met aftrek van de tijd die [verdachte] in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis gevorderd met ingang van de datum van het vonnis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht aan [verdachte] een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest op te leggen met een lange voorwaardelijke gevangenisstraf, te vermeerderen met de maximale taakstraf. Subsidiair heeft de raadsman verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden op te leggen, met aftrek van het voorarrest en met een lange voorwaardelijk gevangenisstraf, te vermeerderen met de maximale taakstraf, eventueel twee taakstraffen voor beide feiten. Hierdoor kan de begeleiding door Probe weer opgepakt worden.
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met onder andere de persoonlijke omstandigheden van [verdachte] , zijn strafblad, het positieve reclasseringsrapport, de ondergeschikte rol van [verdachte] en jurisprudentie. Ook heeft de raadsman gesteld dat sprake is van een ernstige overschrijding van de redelijke termijn waardoor de straf met 20 procent gematigd dient te worden.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de strafbare feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van meerdere mensensmokkelincidenten. Bij mensensmokkel wordt misbruik gebruik gemaakt van de afhankelijkheid van de gesmokkelden, door voor het transport uit winstbejag (veel) geld te vragen. De internationale georganiseerde smokkel van vreemdelingen is een fenomeen dat afbreuk doet aan de waardigheid van de mens omdat de mens daarbij slechts als handelswaar wordt gezien, waarmee geld te verdienen valt. Het vervoer vindt vaak onder mensonterende en gevaarlijke omstandigheden plaats, zoals ook in verschillende zaaksdossiers schrijnend naar voren is gekomen. Door mensensmokkel wordt bovendien het overheidsbeleid inzake de bestrijding van illegaal verblijf in een land en de illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie doorkruist en wordt ook bijgedragen aan een illegaal circuit. De handelwijze van verdachte ondermijnt dit beleid en veroorzaakt onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Ook leiden dit soort feiten makkelijk tot vormen van uitbuiting en misbruik van kwetsbare personen.
De rechtbank verwijt verdachte dat hij niet heeft stilgestaan bij het ontwrichtende karakter van mensensmokkel en evenmin bij de (levensgevaarlijke) risico’s die de gesmokkelden tijdens het vervoer liepen.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan verkopen en afleveren van een grote hoeveelheid XTC tabletten en het bezit van harddrugs. De handel in harddrugs gaat vaak gepaard met andere strafbare feiten die ondermijnend en maatschappij-ontwrichtend werken. Om de mogelijke gevolgen voor afnemers van de drugs en voor de samenleving in het algemeen lijkt verdachte zich niet te hebben bekommerd.
Persoon van de verdachte
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op het strafblad van verdachte van 20 mei 2025. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 25 september 2025. De reclassering heeft geen delict analyse op kunnen stellen, omdat verdachte niet inhoudelijk over de zaak wilde verklaren. Er is geen sprake van een actueel delictpatroon. De reclassering beschrijft dat verdachte sinds zijn schorsing bij Probe woont en dat zijn psychische toestand stabiel is. Dat zijn zus zeer betrokken is en dat het contact met zijn zoontje hersteld is, zijn beschermende factoren. Het huidige schorsingstoezicht verloopt naar behoren en verdachte houdt zich aan de gemaakte afspraken en de bijzondere voorwaarden. De reclassering ziet wel de noodzaak voor onder andere de volgende bijzondere voorwaarden: het monitoren van de ingezette plaatsing bij Probe met de daar bijbehorende focus op huisvesting, dagbesteding en financiën. Daarnaast acht de reclassering behandeling bij de Rooyse Wissel of een soortgelijke instelling van belang zodat er inzicht en zicht komt rondom het psychisch functioneren, in combinatie met de huidige medicatie.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat in verband met de ernst van de feiten niet kan worden volstaan met een andersoortige straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank heeft geconstateerd dat in het verleden is gebleken dat een penitentiaire inrichting niet de beste plek voor verdachte is, maar dat van detentieongeschiktheid geen sprake is. De rechtbank heeft bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf grote betekenis toegekend aan de wezenlijke en sturende rol die verdachte heeft gespeeld bij de levensgevaarlijke mensensmokkelincidenten. Dat verdachte slechts de rol van tolk zou hebben vervuld, acht de rechtbank ongeloofwaardig.
De landelijke oriëntatiepunten straftoemeting indiceren voor mensensmokkel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden per gesmokkelde persoon. Bij meerdere gesmokkelden volgt in beginsel een lineaire verhoging, dus wordt het oriëntatiepunt vermenigvuldigd met het aantal gesmokkelden. Dit impliceert voor alle mensensmokkelincidenten samen met een totaal van 133 gesmokkelden dat als uitgangspunt heeft te gelden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 399 maanden. Bij dit uitgangspunt zijn dan nog niet betrokken de strafverzwarende gronden dat het feit in vereniging is begaan en dat er levensgevaar was te duchten.
Redelijke termijn
De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn is aangevangen op 18 januari 2022 op het moment van inverzekeringstelling. Gelet op dit vonnis van 10 november 2025 is er sprake van een overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank kwalificeert deze overschrijding als een (ernstige) schending van het recht op berechting binnen een redelijke termijn. Zonder deze schending had de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 11 jaar opgelegd, maar zal gelet op deze schending één jaar op deze straf in mindering brengen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is en zij zal verdachte daartoe dan ook veroordelen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank is, mede gelet op het arrest van de Hoge Raad van 24 juni 2025 [106] en het feit dat de voorlopige hechtenis al geschorst is sinds 7 juli 2023 en er geen nieuwe omstandigheden zijn die een opheffing van het geschorste bevel noodzakelijk maken, van oordeel dat de schorsing van de voorlopige hechtenis moet voortduren.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt, en het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen en terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is
en
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn geweest bij het zich verschaffen van verblijf in een lidstaat van de Europese Unie, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt, en het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen en terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
feit 2
het misdrijf:
het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd,
en
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.L. Beljaars, voorzitter, mr. S.K. Huisman en
mr. R. ter Haar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard en
mr. R. van der Hulst, griffiers, en is in het openbaar uitgesproken op 10 november 2025.

Voetnoten

1.Hierna wordt verwezen naar het procesdossier behorende bij het onderzoek 27TOLTOL, proces-verbaalnummer 039.
2.Algemeen dossier, pagina 9 tot en met 11.
3.Persoonsdossier Verdachte [medeverdachte 1] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 18 januari 2022 (pagina 82).
4.Zaaksdossier 4 [betrokkene 5] / [betrokkene 6] , pagina 107.
5.Persoonsdossier Verdachte [medeverdachte 2] : Het proces-verbaal vaststellen identiteit (pagina 15) en het persoonsdossier Verdachte [medeverdachte 3] : Het proces-verbaal vaststellen identiteit (pagina 49).
6.Persoonsdossier Verdachte [medeverdachte 4] : Het proces-verbaal van verdenking (pagina 12).
7.Algemeen dossier, ARVO-relaas, proces-verbaal begeleiding informatie-inwinning art.3 PW, nummer 2106091 100: AMB, zie bijlage 01, pagina 991, 1006 tot en met 1008.
8.Zaaksdossier 1 [betrokkene 13] , bijlagen, pagina’s 35 tot en met 57, inhoudende processen-verbaal van bevindingen.
9.Algemeen dossier, ARVO- relaas, pagina 554.
10.Zaaksdossier 5 [betrokkene 1] / [betrokkene 2] , proces-verbaal van bevindingen, pagina 270.
11.Zaaksdossier 11 [betrokkene 10] / [betrokkene 11] , proces-verbaal van bevindingen, pagina 126.
12.Zaaksdossier 12 [betrokkene 12] , proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 146 tot en met 151.
13.Zaaksdossier 6 [betrokkene 3] / [betrokkene 4] , uittreksel Kamer van Koophandel, pagina 117.
14.Zaaksdossier 1 [betrokkene 13] , bijlagen, inhoudende processen-verbaal van bevindingen, pagina 46, 4e alinea.
15.Hoge Raad 7 april 1998, ECLI:NL:HR:1998: ZD001, NJ1998, 558, overweging 5.5.
16.Kamerstukken II 1995/96, 24269, 5, pagina’s 8 en 9.
17.HR 17 februari 2009, LJN BG 1653, NJ 2009, 120.
18.Overzichtsarrest HR 2 februari 2014: ECLI:HR: 2014:3474, NJ 2015/39.
19.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 1: [betrokkene 13] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
20.Het proces-verbaal van bevindingen van 25 mei 2021 (pagina 28, eerste alinea en pagina 30 eerste alinea).
21.Europol Siena-bericht 15982751-1-1 en 1592751-2-3 (pagina 16).
22.Het proces-verbaal van bevindingen van 30 november 2020 (pagina 77, 4de en 5de alinea).
23.Het proces-verbaal van bevindingen van 30 november 2020 (pagina 82, eerste alinea).
24.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 april 2022 (pagina’s 73 tot en met 76).
25.Het proces-verbaal van relaas onder ‘Gevaarzetting incident mensensmokkel’ (pagina’s 7 en 8) en van het Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de
26.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte] .
27.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 2: [betrokkene 14] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
28.Europol Siena-bericht 1595412-1-1 (pagina 16).
29.Het proces-verbaal van bevindingen van 18 maart 2021 (pagina’s 47 tot en met 48).
30.Het proces-verbaal van bevindingen van 5 april 2022 (pagina’s 99 tot en met 101).
31.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de
32.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte] .
33.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 3 : [betrokkene 8] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
34.Siena-bericht 1627948-4-2 (pagina 21).
35.Het proces-verbaal van bevindingen van 26 juni 2021 (pagina’s 26 tot en met 28).
36.Het proces-verbaal van bevindingen van 7 juni 2021 (pagina’s 94 tot en met 100).
37.Het proces-verbaal van bevindingen van 10 mei 2021 (pagina’s 86 tot en met 89).
38.Het proces-verbaal van bevindingen van 6 april 2022 (pagina’s 236 en 237).
39.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de
40.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 4: [betrokkene 6] & [betrokkene 5] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
41.Siena-bericht 1672859-1-1 (pagina 104).
42.Het proces-verbaal van bevindingen van 7 juli 2021 (pagina’s 113 en 114).
43.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2021 (pagina’s 208 tot en met 210).
44.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2021 (pagina’s 211 tot en met 226).
45.Het proces-verbaal van bevindingen van 15 oktober 2021 (pagina’s 278 en 279).
46.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina’s 561 en 562).
47.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte] .
48.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 5 [betrokkene 1] & [betrokkene 2] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
49.Siena-bericht 1710197-1-1 (pagina 27).
50.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2022 (pagina 30 en 31, onder ‘Verhoor 2 [betrokkene 1] ’ en pagina 30 en 32 onder ‘Verhoor 2 [betrokkene 2] ’).
51.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2022 (pagina 33 onder ‘Verklaringen getuigen’).
52.Het proces-verbaal van bevindingen van 23 mei 2021 (pagina 259).
53.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 mei 2021 (pagina’s 255 en 256).
54.Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie’ van 8 juli 2021 (pagina 69).
55.Het proces-verbaal van bevindingen van 19 augustus 2022 (pagina’s 149 tot en met 152).
56.Het proces-verbaal van bevindingen van 3 april 2022 (pagina’s 89 tot en met 100).
57.Het proces-verbaal van bevindingen van 12 juli 2022 (pagina’s 363 tot en met 368).
58.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2022 (pagina’s 263 en 267).
59.Het proces-verbaal van bevindingen van 4 april 2022 (pagina’s 203 tot en met 210).
60.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina’s 562 en 563).
61.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.
62.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 6 [betrokkene 3] & [betrokkene 4] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
63.Siena-bericht 1655119-6-1 (pagina 26).
64.Het proces-verbaal van bevindingen (pagina’s 29, 30, 35 tot en met 37).
65.Het proces-verbaal van bevindingen van 13 oktober 2021 (pagina’s 109 en 110) en het proces-verbaal van bevindingen van 8 maart 2022 (pagina 73).
66.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 juli 2022 (pagina’s 197 tot en met 202).
67.Het proces-verbaal van bevindingen van 10 februari 2022 (pagina’s 226 tot en met 229).
68.Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie’ (pagina 39).
69.Het proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2022 (pagina’s 129).
70.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 april 2022 (pagina’s 243 tot en met 245).
71.Een schriftelijk bescheid, te weten ‘Huurcontract: 52187’ (pagina 121).
72.Het proces-verbaal van bevindingen van 19 augustus 2022 (pagina’s 40 tot en met 43).
73.Aanvulling op het Zaaksdossier 20 (“Mensensmokkel [naam 1] , Onderzoek 27 [naam 9] ”): Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 1 juli 2021 (pagina 453).
74.Het proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2022 (pagina’s 278 tot en met 281).
75.Het proces-verbaal van bevindingen van 31 oktober 2022 (pagina’s 251 tot en met 259).
76.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte] .
77.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina 563).
78.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 9 [betrokkene 15] ”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
79.Siena-bericht 1719003-1-1 (pagina 21).
80.Het proces-verbaal van bevindingen van 10 oktober 2022 (pagina’s 47 tot en met 51).
81.Het proces-verbaal van bevindingen van 7 april 2021 (pagina’s 36 tot en met 38).
82.Het proces-verbaal van bevindingen van 12 april 2022 (pagina’s 94 tot en met 96).
83.Tapgesprek 6 april 2021, sessienr. 34 (pagina’s 31 en 32).
84.Tapgesprek 6 april 2021, sessienr. 43 (pagina’s 33 tot en met 35).
85.Persoonsdossier Verdachte [medeverdachte 1] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 19 januari 2022 (pagina’s 107 tot en met 111).
86.Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022 (pagina’s 99 en 100).
87.Tapgesprek 7 april 2021, sessienr. 92 (pagina’s 40 en 41).
88.Tapgesprek 7 april 2021, sessienr. 93 (pagina 42).
89.Tapgesprek 7 april 2021, sessienr. 144 (pagina’s 43 tot en met 45).
90.Tapgesprek 7 april 2021, sessienr. 149 (pagina 46).
91.Algemeen dossier: Een schriftelijk bescheid, te weten de Rapportage over levensgevaar te duchten bij de gebruikte modus operandi mensensmokkel van 2 november 2022 (pagina 564).
92.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte] .
93.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, Robuust Team 2, met de aanduiding 27TOLTOL /27FCB200003 “Zaak 19 : Opiumwet Maastricht”. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
94.Aanvulling op het Zaaksdossier 19 (“Opiumwet Maastricht”): Het proces-verbaal van bevindingen d.d. vrijdag 09 juli 2021 van 15 juli 2021 (pagina’s 60 en 61).
95.Het proces-verbaal van relaas van 18 oktober 2022 (pagina 12, derde alinea).
96.Een schriftelijk bescheid, te weten het rapport van het NFI van 13 juli 2023 (pagina 47).
97.Aanvulling op het Zaaksdossier 19 (“Opiumwet Maastricht”): Het proces-verbaal van bevindingen d.d. woensdag 04 augustus 2021 (pagina’s 65 en 66).
98.Het proces-verbaal van relaas van 18 oktober 2022 (pagina 12, derde alinea).
99.Een schriftelijk bescheid, te weten het rapport van het Douane Laboratorium van 6 oktober 2021 (pagina 49).
100.Dossier inbeslagneming deel 2: het proces-verbaal van bevindingen ‘Foto’s doorzoeking [adres 2] te [plaats] ’ van 25 mei 2022 (pagina 579 en 580).
101.Het proces-verbaal van bevindingen van 14 februari 2022 (pagina 662 laatste alinea tot en met pagina 665).
102.Een schriftelijk bescheid, te weten het rapport van het NFI van 7 februari 2022 (pagina 671), een schriftelijk bescheid, te weten het rapport van het NFI van 7 februari 2022 (pagina 672) en een schriftelijk bescheid, te weten het rapport van het NFI van 7 februari 2022 (pagina 673).
103.Persoonsdossier Verdachte [medeverdachte 1] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 18 januari 2022 (pagina 82).
104.Persoonsdossier Verdachte [medeverdachte 1] : Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 19 januari 2022 (pagina’s 97 en 98).
105.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 september 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte] .
106.HR 24 juni 2025 ECLI:NL:HR: 2025:987.