Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- de vader;
- de moeder en de grootmoeder, vergezeld door E.M. Kosanovic tolk en bijgestaan door hun advocaat;
- [naam 1] namens de Raad voor de Kinderbescherming, verder te noemen: de raad;
2.De feiten
[minderjarige], geboren te [woonplaats 3] op
3.Het verzoek
4.Het standpunt van de GI
5.Het mondelinge advies van de raad
6.De beoordeling
eenhoofdigouderlijk gezag over [minderjarige] . Het onderhavige verzoek van moeder en grootmoeder is gegrond op artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek. Dat artikel ziet op geschillen tussen ouders met
gezamenlijkouderlijk gezag over de uitvoering van dat gezag. De rechtbank heeft dus enkel de mogelijkheid om een geschil te beslechten
tussen ouders met gezamenlijk gezag, die verzoeken om de hoofdverblijfplaats van hun kind bij een van de ouders te bepalen.