Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 11,
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De zaak in het kort
2.2. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] tegenover [eisers] onrechtmatig heeft gehandeld. [gedaagde] is in de gesprekken met [eisers] niet, althans onvoldoende duidelijk geweest over het verkooptraject en -voorwaarden van de kavel. Hierdoor heeft [eisers] gerechtvaardigd erop vertrouwd dat hij de kavel voor de vraagprijs had gekocht.
Hoewel [gedaagde] tegenover [eisers] niet heeft gehandeld zoals in het maatschappelijk verkeer betamelijk is, hoeft [gedaagde] geen schadevergoeding aan [eisers] te betalen. De reden hiervan is dat [eisers] de kavel ook voor € 271.000,- zou hebben aangekocht als [gedaagde] tegenover hem niet onrechtmatig zou hebben gehandeld.
3. De feiten
“
(…) 9. Bijzondere afspraken:Opstarten verkoop in overleg, nadat voorkeurskandidaten [eisers] en [naam 2] als eerste een kans hebben gehad om overeenstemming mee te bereiken.(…)”
€ 255.000,- is, er twee voorkeurskandidaten voor de kavel zijn en hij de andere kandidaat de volgende dag spreekt. Ook zegt [gedaagde] dat [eisers] ten opzichte van de andere kandidaat een voorsprong van een dag heeft.
Dank voor het prettige gesprek van vanochtend en voor het telefoongesprek zojuist. Bij deze mijn contactgegevens ter bevestiging van de optie. Heel blij mee en dank alvast !”
e-mail van 22 maart 2023 van [gedaagde] heeft ontvangen. In dit gesprek zegt [gedaagde] toe dat hij de bieding van [eisers] aan [naam 1] zal doorgeven.
“(…)
“
(…) Even een reactie op deze mail(opmerking kantonrechter: e-mail van [eisers] aan [gedaagde] van 28 maart 2023)
. Aangezien er meerdere gegadigden zijn gaan we niet akkoord
3.11. Op 31 maart 2023 bericht [gedaagde] [eisers] telefonisch dat [naam 1] heeft gezegd dat hij een bod kan uitbrengen.
3.13. Op 5 april 2023 mailt [gedaagde] naar [eisers] dat er op dit moment twee kandidaten zijn die de vraagprijs van € 255.000,- willen betalen en dat [eisers] wordt uitgenodigd om éénmalig een bod op de kavel uit te brengen.
4.Het geschil
I.
[gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 16.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente,
II.
[gedaagde] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van primair
€ 4.044,65 en subsidiair € 935,-;
III.
[gedaagde] veroordeelt in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
€ 255.000,-, terwijl hij de kavel uiteindelijk voor € 271.000,- heeft kunnen kopen.
5.De beoordeling
-voorwaarden niet nader toe te lichten, bij [eisers] het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat hij koper van de kavel is als hij nog diezelfde dag de vraagprijs biedt. Deze handelswijze van [gedaagde] past niet bij de opdracht van [naam 1] aan hem om beide voorkeurskandidaten gelijke kansen te geven. [gedaagde] is daarmee getreden buiten de bevoegdheid die hij van [naam 1] had gekregen.
-voorwaarden. [gedaagde] had dit moeten weten en daar naar moeten handelen. Hij had ervoor moeten zorgen dat hij bij de aanvang van de gesprekken het verkooptraject en de -voorwaarden scherp had, zodat hij de kandidaten op duidelijke en gelijke wijze daarover had kunnen informeren. Nu uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat hij dit niet, althans onvoldoende heeft gedaan, is [eisers] in de veronderstelling komen te verkeren dat hij de kavel voor de vraagprijs had gekocht. Deze veronderstelling heeft [gedaagde] niet (tijdig) weggenomen. Met deze handelswijze heeft [gedaagde] tegenover [eisers] onrechtmatig gehandeld.
Het onrechtmatig handelen van [gedaagde] heeft niet tot schade bij [eisers] geleid5.14. Mogelijke schade kan alleen voor vergoeding in aanmerking komen als deze het gevolg van het onrechtmatige handelen van [gedaagde] is.
€ 271.000,-. [gedaagde] betwist dat zijn handelswijze tot schade heeft geleid. Hij wijst erop dat [naam 1] , ook als hij van meet of aan duidelijk was geweest over het verkooptraject en de -voorwaarden de kavel nimmer voor € 255.000,- zou hebben verkocht.
-voorwaarden van de kavel heeft geïnformeerd, worden vergeleken met de situatie waarin [gedaagde] wel voldoende informatie aan [eisers] zou hebben gegeven. Anders dan [eisers] stelt, moet dus niet enkel de exclusieve koopoptie worden weggedacht.