Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van 14 mei 2025, met 1 productie,
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
6.De beslissing
19 november 2025.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft partij B (een besloten vennootschap) het dak van de woning van partij A gerenoveerd en een dakkapel geplaatst. Na oplevering van de werkzaamheden heeft partij A gesteld dat partij B niet alle gebreken heeft hersteld, terwijl partij B dit ontkent. Partij A heeft een derde partij ingeschakeld om de werkzaamheden te beoordelen, die nieuwe gebreken heeft geconstateerd. Partij A vordert herstelkosten van partij B, terwijl partij B betaling van een openstaande factuur van partij A eist. De rechtbank oordeelt dat partij B toerekenbaar tekortgeschoten is in haar verplichtingen, omdat zij drie gebreken die bij oplevering bekend waren niet heeft hersteld. De kosten voor het herstel van deze gebreken moeten door partij B aan partij A worden betaald. De rechtbank wijst de vordering van partij A tot betaling van herstelkosten slechts deels toe, omdat partij B niet verantwoordelijk is voor nieuwe gebreken die na de oplevering zijn geconstateerd. Partij A heeft recht op opschorting van de betaling van de openstaande factuur van partij B, en de rechtbank gaat over tot verrekening van de vorderingen van beide partijen. Uiteindelijk wordt partij A veroordeeld tot betaling van een bedrag aan partij B, na verrekening van de toegewezen schadevergoeding.