ECLI:NL:RBOVE:2025:6792
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke afwijzing verzoek inzage in politiegegevens door korpschef
Deze uitspraak betreft de gedeeltelijke afwijzing van een verzoek van [eiser] tot inzage in politiegegevens die over hem worden verwerkt. [eiser] is het niet eens met deze gedeeltelijke afwijzing en heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de korpschef van 9 september 2024, waarin het inzageverzoek gedeeltelijk werd afgewezen. De rechtbank Overijssel heeft de zaak behandeld en beoordeeld of de korpschef de inzage gedeeltelijk mocht weigeren op basis van de weigeringsgronden van artikel 27, eerste lid, van de Wet politiegegevens (Wpg). De rechtbank concludeert dat de korpschef het inzageverzoek gedeeltelijk mocht afwijzen, omdat de belangen van de openbare veiligheid en de rechten van derden zwaarder wegen dan het belang van [eiser] bij inzage in de gegevens. De rechtbank heeft vastgesteld dat de korpschef voldoende heeft gemotiveerd waarom de gedeeltelijke afwijzing gerechtvaardigd is en dat de geheimhouding van bepaalde stukken noodzakelijk was om de belangen van derden te beschermen. Het beroep van [eiser] is ongegrond verklaard, wat betekent dat de gedeeltelijke afwijzing van het inzageverzoek in stand blijft. [eiser] krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.