ECLI:NL:RBOVE:2025:6964

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 december 2025
Publicatiedatum
4 december 2025
Zaaknummer
11586843 \ CV EXPL 25-387
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van leaseovereenkomsten en incassokosten door BMW Financial Services Nederland B.V.

In deze zaak vordert BMW Financial Services Nederland B.V. (hierna: BMW FS) betaling van openstaande bedragen van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in verband met zes leaseovereenkomsten voor BMW's. De vordering omvat een hoofdsom van € 40.867,31, wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en een tweede vordering van € 14.615,43 met bijbehorende kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] en BMW FS een overeenkomst hebben gesloten, waarbij [gedaagde 1] meer kilometers heeft gereden dan afgesproken en verkeersboetes heeft gemaakt. Tevens is er schade aan de voertuigen vastgesteld bij inname. [gedaagde 2] heeft zich garant gesteld voor de verplichtingen van [gedaagde 1]. De rechtbank oordeelt dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn en dat [gedaagde 1] deze heeft aanvaard. De vorderingen van BMW FS worden toegewezen, waarbij de kantonrechter de buitengerechtelijke kosten matigt tot een redelijk bedrag. De proceskosten worden ook toegewezen aan BMW FS, aangezien [gedaagden] grotendeels in het ongelijk zijn gesteld.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11586843 \ CV EXPL 25-387
Vonnis van 2 december 2025
in de zaak van
BMW FINANCIAL SERVICES NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Breda,
eisende partij,
hierna te noemen: BMW FS,
gemachtigde: Jongejan & Wisseborn,
tegen

1.[gedaagde 2] HOLDING B.V.,

kantoorhoudende te [kantoorplaats],
hierna te noemen: [gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
hierna te noemen: [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden],
gemachtigde: mr. R.G.J. Geurts.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 8;
- de conclusie van antwoord;
- de akte overlegging producties van eiser met producties 9 t/m 16;
- de mondelinge behandeling van 30 oktober 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde 1] en BMW FS hebben op 30 december 2019 vijf leaseovereenkomsten afgesloten en ondertekend voor de lease van vijf BMW’s van BMW FS. Daarna heeft [gedaagde 1] met BMW FS op 16 juni 2021 een zesde leaseovereenkomst, met nummer [nummer], afgesloten voor de lease van een zesde BMW. In alle zes de afgesloten leaseovereenkomsten staan gelijkluidende bepalingen, waarvan de volgende bepalingen relevant zijn voor deze zaak:
1 De Overeenkomst
1.1
In deze Overeenkomst staan de voorwaarden die voor u gelden als u kiest voor Operational Lease. De volgende documenten horen onlosmakelijk bij deze Overeenkomst:
- De Algemene Voorwaarden Operational Lease en, als de verzekering in de Leaseprijs is
opgenomen, de Verzekeringsvoorwaarden. U ontvangt deze voorwaarden tegelijkertijd
met de Overeenkomst.(…)
U verklaart dat u de documenten heeft ontvangen en dat u akkoord gaat met de inhoud van
deze documenten.

7.Hoofdelijke aansprakelijkheid

U bent hoofdelijk aansprakelijk voor de Overeenkomst. Dit betekent dat u de verplichtingen
moet nakomen die bij de Overeenkomst horen. Als u de Overeenkomst met iemand anders
heeft ondertekend, is de mede-leasenemer ook hoofdelijk aansprakelijk.

9.Algemene voorwaarden en verzekeringsvoorwaarden

U verklaart dat u de aan de Overeenkomst gehechte Algemene Voorwaarden en, als u de
verzekering in de Leaseprijs heeft opgenomen, Verzekeringsvoorwaarden heeft ontvangen.
U bent volledig bekend met de inhoud en gaat ermee akkoord. De Algemene Voorwaarden
en Verzekeringsvoorwaarden maken onverbrekelijk deel uit van de Overeenkomst zoals
omschreven in artikel 1.1.
In deze overeenkomsten staat telkens – voor zover in deze zaak relevant – het volgende:

1.De Overeenkomst

1.1
In deze Overeenkomst staan de voorwaarden die voor u gelden als u kiest voor Operational Lease. De volgende documenten horen onlosmakelijk bij deze Overeenkomst:
- De Algemene Voorwaarden Operational Lease en, als de verzekering in de Leaseprijs is
opgenomen, de Verzekeringsvoorwaarden. U ontvangt deze voorwaarden tegelijkertijd
met de Overeenkomst. (…)
(…)
U verklaart dat u de documenten heeft ontvangen en dat u akkoord gaat met de inhoud van
deze documenten.
(…)

7.Hoofdelijke aansprakelijkheid

U bent hoofdelijk aansprakelijk voor de Overeenkomst. Dit betekent dat u de verplichtingen
moet nakomen die bij de Overeenkomst horen. Als u de Overeenkomst met iemand anders
heeft ondertekend, is de mede-leasenemer ook hoofdelijk aansprakelijk.
(…)

9.Algemene voorwaarden en verzekeringsvoorwaarden

U verklaart dat u de aan de Overeenkomst gehechte Algemene Voorwaarden en, als u de
verzekering in de Leaseprijs heeft opgenomen, Verzekeringsvoorwaarden heeft ontvangen.
U bent volledig bekend met de inhoud en gaat ermee akkoord. De Algemene Voorwaarden
en Verzekeringsvoorwaarden maken onverbrekelijk deel uit van de Overeenkomst zoals
omschreven in artikel 1.1.
2.2.
BMW FS hanteert bij het afsluiten van leaseovereenkomsten met bedrijven zakelijke algemene voorwaarden. In de algemene voorwaarden die BMW FS, in de voorwaarden aangeduid met Lessor, op 30 december 2019 hanteerde, zijn – voor zover in deze zaak relevant – de volgende bepalingen opgenomen:
3. Betaling
3.1.
De verschuldigde maandtermijnen worden maandelijks via automatische incasso van uw rekening afgeschreven. U heeft hiervoor in uw overeenkomst toestemming gegeven. De datum van betaling is de datum waarop het bedrag op de rekening van Lessor is bijgeschreven.
(…)
3.4.
Als u niet op tijd het hele bedrag betaalt, brengt Lessor de wettelijke rente
u in rekening over het door u verschuldigde bedrag. U wordt hiervoor
niet eerst in gebreke gesteld. De wettelijke rente wordt berekend vanaf de
vervaldatum tot aan de dag waarop u het hele verschuldigde bedrag plus de
wettelijke rente heeft betaald.
3.5.
Als u niet of niet op tijd een betalingsverplichting bent nagekomen, dan zijn
alle buitengerechtelijke incassokosten van Lessor voor uw rekening. Het
gaat in ieder geval om 15% van het door u verschuldigde bedrag, met een
minimum van € 225,- exclusief btw per keer.
3.6.
Lessor brengt administratiekosten bij u in rekening voor het verwerken van boetes of andere door de overheid of justitie opgelegde kosten, zoals parkeerbelastingen. De hoogte van deze administratiekosten wordt jaarlijks vastgesteld.
(…)

4.Leaseprijs

Uw Leaseprijs is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Hieronder leest u daar meer over, Ook leest u in welke gevallen Lessor de Leaseprijs mag aanpassen. (…)

4.2.
De volgende kosten zijn nooit inbegrepen in de Leaseprijs:
(…)
c. Alle heffingen, belastingen, boetes en andere door de Overheid of justitie opgelegde kosten die te maken hebben met het Voertuig of het gebruik van het Voertuig. Met uitzondering van de motorrijtuigenbelasting omdat deze opgenomen kan zijn in de Leaseprijs.
(…)

13.Beëindiging en opeisbaarheid

13.1.
De Overeenkomst tussen u en Lessor eindigt van rechtswege wanneer de
leaseperiode is verstreken. Daarbij gaat Lessor ervan uit dat het Voertuig op
de einddatum wordt ingeleverd. Als u of de Bestuurder het Voertuig na de
einddatum bij Lessor inlevert, blijft de Overeenkomst tot aan de datum van
inlevering onverkort van kracht. Ook moet u de maandtermijn naar verhouding
aan Lessor betalen en brengt Lessor u de meer kilometers in rekening.
Verplichtingen die vanwege hun aard bestemd zijn om ook na beëindiging van
de Overeenkomst voort te duren, blijven na beëindiging bestaan.
(…)

14.Meer/minder kilometers - opgave kilometerstanden

Lessor maakt in de Overeenkomst afspraken met u over het aantal kilometers
dat u gedurende de Overeenkomst denkt te gaan rijden. Hieronder ziet u wat
er gebeurt als u meer of minder kilometers rijdt dan in de Overeenkomst is
vastgelegd.
14.1.
Als tijdens of na afloop van de Overeenkomst blijkt dat u meer kilometers
rijdt dan in de Overeenkomst is vastgelegd, dan brengt Lessor de meer
verreden kilometers bij u in rekening. Dit artikel is alleen van toepassing als de
afwijking minder dan 10% is van de geschatte kilometers bij aanvang van de
Overeenkomst.
(…)

15.Inlevering

15.2.
U moet bij inlevering van het Voertuig ook de volgende zaken inleveren:
- kentekencard;
- alle overige documenten die bij het Voertuig horen;
- de oorspronkelijk door Lessor geleverde (reserve)sleutels
- de servicecard;
- de tankpas/oplaadpas
- eventuele startcode en alarm-transponders.
Als een van deze zaken ontbreekt, moet u de kosten voor vervanging betalen.
15.3.
Constateert Lessor na inlevering van het Voertuig, tijdens de taxatie, een niet
gemelde schade, of ziet Lessor dat er sprake is van onzorgvuldig beheer, dan
moet u de kosten van waardevermindering aan Lessor betalen.
2.3.
In de zakelijke algemene voorwaarden die BMW FS op 16 juni 2021 hanteerde en bij het afsluiten van de leaseovereenkomst op 16 juni 2021 door [gedaagde 1] zijn getekend, zijn – voor zover in deze zaak relevant – de volgende bepalingen opgenomen:
6. Welke kosten van het gebruik van het voertuig zijn niet in de leaseprijs inbegrepen.
c Alle heffingen, belastingen, bekeuringen en andere door een overheid of justitie van welk land dan ook opgelegde kosten die te maken hebben met het voertuig of het gebruik van het voertuig. Met uitzondering van de Nederlandse motorrijtuigenbelasting, omdat deze opgenomen is in de leaseprijs.
(…)

9.Wat gebeurt er als ik niet op tijd betaal?

Als u de maandtermijn storneert (terugstort) of de maandtermijn niet automatisch geïncasseerd kan worden, sturen wij u een aanmaning met de termijn waarvoor u uiterlijk moet betalen (ingebrekestelling). Als u niet binnen deze termijn betaalt, brengen wij vertragingsrente bij u in rekening over het door u verschuldigde bedrag. De vertragingsrente bestaat uit de wettelijke rente vermeerderd met 5%. U wordt voor de vertragingsrente niet eerst in gebreke gesteld. U betaalt de genoemde rente vanaf de vervaldatum van het verschuldigde bedrag tot aan de dag waarop u het hele verschuldigde bedrag en de rente heeft betaald. Wij kunnen hulp inschakelen van andere partijen, zoals aan incassobureau of gerechtsdeurwaarder. Alle kosten die hieruit voortkomen, zijn voor uw rekening. Dit zijn onder andere kosten voor juridische bijstand, proceskosten,
innamekosten van het voertuig en in bepaalde gevallen de notariskosten.
De buitengerechtelijke incassokosten zijn in ieder geval 15% van het door u verschuldigde bedrag, met een minimum van € 225.- exclusief btw per keer. Ook hebben wij de mogelijkheid om de overeenkomst te ontbinden en kunnen wij uw vordering verkopen.
10. Hoe worden bekeuringen en naheffingen parkeerbelasting en dergelijke afgehandeld?
Bekeuringen, naheffingen parkeerbelastingen en de gevolgen van andere maatregelen in verband met het gebruik van het voertuig ontvangen wij. De kosten hiervan belasten wij aan u door. In sommige gevallen brengen wij administratiekosten bij u in rekening voor het verwerken van bekeuringen of andere door de overheid of justitie opgelegde kosten, zoals parkeerbelastingen.

34.Wat gebeurt er als er sprake is van meer- of minderkilometers?

(…)
Heeft u meer kilometers gereden dan vastgelegd in uw overeenkomst, dan
zijn er 2 scenario’s mogelijk:
1. Als na afloop van de Overeenkomst blijkt dat het aantal werkelijk gereden kilometers 10% of minder afwijkt van het in de overeenkomst genoemde geschatte kilometrage, dan brengen wij de meer verreden kilometers bij u in rekening. Het tarief waartegen de meer/minder kilometers worden afgerekend, staat in uw overeenkomst.
2. Als tijdens of na afloop van de overeenkomst blijkt dat het aantal werkelijk gereden kilometers (pro rata) 10% of meer afwijkt van het in de Overeenkomst genoemde geschatte kilometrage dan passen wij de leaseprijs aan. Wij maken een nieuwe berekening gebaseerd op de werkelijk gereden kilometers. Deze aanpassing wordt met terugwerkende kracht ingevoerd vanaf de startdatum van uw overeenkomst. U bent dan verplicht om deze aangepaste leaseprijs aan ons te betalen. Bovendien kan deze aanpassing tot gevolg hebben dat de afgesproken looptijd wordt gewijzigd.

36. Welke zaken moet ik tegelijk met het voertuig inleveren?

- Kentekenbewijs;
- Alle overige documenten de bij het voertuig noren;
- De oorspronkelijk door ons geleverde (reserve)sleutels. Bij verlies van

sleutels bepalen wij of de slotenset ook vervangen moet worden. De kosten hiervan zijn dan ook voor uw rekening;

- Service Card;
- Tankpas of combinatiepas;
- Eventuele startcode en alarm-tansponders.

Als een van deze zaken ontbreekt moet u de kosten voor vervanging betalen (…).

37.Hoe wordt de staat van het voertuig bij inlevering vastgesteld?

Na inlevering van het voertuig beoordelen wij of daartoe aangewezen personen of het voertuig beschadigd is, schoon is en of alle bij het voertuig afgeleverde toebehoren, onderdelen en documenten aanwezig zijn. Indien dit niet het geval is, dan moet u de kosten van de door ons vastgestelde waardevermindering of kosten voor vervanging aan ons betalen.
2.4.
[gedaagde 2] en BMW FS hebben op 16 juni 2021 in een verklaring als volgt vastgelegd:
De Garantsteller
Naam: De heer [gedaagde 2]
(…)
Garantsteller verklaart, door ondertekening van deze garantieverklaring, volledig bekend te zijn met de inhoud van Operational Lease overeenkomst [nummer] en de daarbij behorende Algemene Voorwaarden.
- Garantsteller verklaart zich voorts tegenover BMW Financial Services onvoorwaardelijk
garant voor de volledige nakoming van de genoemde overeenkomst en de daarbij behorende
Algemene Voorwaarden als had garantsteller genoemde overeenkomst en de daarbij behorende Algemene Voorwaarden zelf met BMW Financial Services aangegaan.
2.5.
BMW FS heeft in verband met de op 30 december 2019 afgesloten leaseovereenkomsten de onderstaande kosten en creditnota’s aan [gedaagde 1] gefactureerd:
Datum factuur Omschrijving Bedrag
30-01-2024 verkeersboete - kenteken [kenteken 1] € 81,70
04-03-2024 verkeersboete - kenteken [kenteken 2] € 81,70
21-05-2024 verkeersboete - kenteken [kenteken 1] (deels betaald) € 165,84
24-06-2024 km-afrekening - kenteken [kenteken 2] € 2.928,70
25-06-2024 innameschade - kenteken [kenteken 2] € 1.333,99
01-07-2024 huurtermijn juli -vijf kentekens € 4.842,04
09-07-2024 verkeersboete - kenteken [kenteken 3] € 61,34
10-07-2024 verkeersboete - kenteken [kenteken 3] € 61,34
10-07-2024 verkeersboete - kenteken [kenteken 3] € 106,34
16-07-2024 verkeersboete - kenteken [kenteken 4] € 83,84
01-08-2024 huurtermijn augustus - twee kentekens € 2.065,82
06-08-2024 km-afrekening - kenteken [kenteken 5] € 9.449,04
07-08-2024 innameschade - kenteken [kenteken 5] € 1.515,65
12-08-2024 km-afrekening - kenteken [kenteken 4] € 5.256,30
12-08-2024 credit huurtermijn - kenteken [kenteken 3] € -1.421,94
12-08-2024 credit huurtermijn - kenteken [kenteken 4] € -1.110,38
12-08-2024 km-afrekening - kenteken [kenteken 3] € 6.015,94
13-08-2024 credit huurtermijn kenteken [kenteken 1] € -157,59
13-08-2024 km-afrekening - kenteken [kenteken 1] € 7.708,05
16-08-2024 innameschade - kenteken [kenteken 4] € 264,83
16-08-2024 innameschade - kenteken [kenteken 3] € 843,69
16-08-2024 innameschade - kenteken [kenteken 1]
€ 691,07
Totaal € 40.867,31
2.6.
BMW FS heeft in verband met de op 16 juni 2021 afgesloten leaseovereenkomst de onderstaande kosten en creditnota’s aan [gedaagde 1] gefactureerd:
Datum factuur Omschrijving Bedrag
08-12-2023 verkeersboete (teveel betaald) € -74,40
16-07-2024 verkeersboete € 128,84
30-07-2024 verkeersboete € 77,84
09-08-2024 credit huurtermijn i.v.m. einde 24-07-2024 € -298,35
09-08-2024 km-afrekening € 13.763,60
16-08-2024 innameschade € 913,06
26-08-2024 verkeersboete
€ 104,84
Totaal € 14.615,43
2.7.
Omdat de onder r.o. 2.5. en 2.6. genoemde facturen van BMW FS niet binnen de respectievelijke vervaltermijnen van die facturen werden betaald, heeft de gemachtigde van BMW FS bij brief van 4 november 2024 [gedaagde 1] gevraagd de openstaande facturen alsnog te voldoen en medegedeeld dat, omdat de vorderingen niet zijn betaald binnen de respectievelijke vervaltermijnen, door BMW FS daarnaast aanspraak zal worden gemaakt op de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente. Op het moment van het dagvaarden van [gedaagden] is het totaal aan kosten dat door BMW FS wordt gevorderd niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
BMW FS vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
  • [gedaagde 1] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 48.209,89, bestaande uit de hoofdsom van € 40.867,31, een bedrag aan wettelijke rente tot 29 januari 2025 van € 1.212,48 en de buitengerechtelijke kosten van € 6.130,10, waarbij over het bedrag van € 40.867,31 de wettelijke handelsrente wordt gevorderd vanaf 29 januari 2025 tot de dag dat dit bedrag volledig is betaald;
  • [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 17.423,20 bestaande uit de hoofdsom van € 14.615,43, een bedrag aan contractueel overeengekomen vertragingsrente tot 29 januari 2025 van € 615,46 en de buitengerechtelijke kosten van € 2.192,31, waarbij over het bedrag van
  • [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de kosten van deze procedure.
3.2.
BMW FS legt aan de vordering het volgende ten grondslag. BMW FS heeft zes leaseovereenkomsten afgesloten met [gedaagde 1] voor de lease van BMW’s. [gedaagde 1] heeft volgens BMW FS meer kilometers gereden met de BMW’s dan was afgesproken, zijn met de BMW’s boetes gereden en bleek bij inname van de BMW’s dat sprake was van schade en het ontbreken van accessoires, zogenoemde ‘innameschade’. De kosten die hiermee verband houden moet [gedaagde 1] volgens BMW FS betalen op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden. [gedaagden] is hoofdelijk aansprakelijk voor de kosten die verband houden met de op 16 juni 2021 met [gedaagde 1] afgesloten leaseovereenkomst omdat [gedaagde 2] zich garant heeft gesteld voor de volledige nakoming daarvan.
3.3.
[gedaagden] voert verweer. [gedaagden] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van BMW FS, met veroordeling van BMW FS in de kosten van deze procedure.
3.4.
[gedaagden] zegt over de vorderingen het volgende. Zij vindt dat zij als een consument moet worden beschouwd en dat daarom de algemene voorwaarden, die ten grondslag liggen aan de vordering van BMW FS, niet van toepassing zijn. Daarbij staan volgens [gedaagden] in leaseovereenkomst zeer veel teksten die zij niet heeft gelezen. Ook heeft zij uit die teksten niet begrepen dat zij akkoord is gegaan met bepaalde (algemene) voorwaarden. De voorwaarden zijn ook niet met haar besproken. Ook was met BMW FS afgesproken dat aan het einde van de lease [gedaagden] de BMW’s van BMW FS mocht kopen.

4.De beoordeling

De algemene voorwaarden zijn van toepassing en ter hand gesteld

4.1.
De vordering van BMW FS tot het betalen van geldbedragen betreft in de kern een vordering tot nakoming van zes leaseovereenkomsten die zijn afgesloten met [gedaagde 1]. De gronden voor de geldbedragen die BMW FS vordert, blijken uit de algemene voorwaarden die in de respectievelijke leaseovereenkomsten van toepassing zijn verklaard. [1] [gedaagde 1] betwist dat zij de algemene voorwaarden heeft ontvangen en dat de inhoud van de algemene voorwaarden haar bekend was en beroept zich daarom op de niet-toepasselijkheid van die voorwaarden en daarnaast, zo begrijpt de kantonrechter, op vernietiging van deze voorwaarden.
4.2.
De vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de desbetreffende leaseovereenkomsten tussen BMW FS en [gedaagde 1] moet worden beantwoord aan de hand van de wettelijke bepalingen over aanbod en aanvaarding. [2] Als het oordeel is dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, dan doet zich vervolgens de vraag voor of de algemene voorwaarden vernietigbaar zijn waarbij moet worden beoordeeld of [gedaagde 1] kennis heeft kunnen nemen van de algemene voorwaarden. [3]
4.3.
De conclusie is dat de algemene voorwaarden tussen BMW FS en [gedaagde 1] van toepassing zijn. Ook is de conclusie dat [gedaagde 1] van de inhoud van die algemene voorwaarden kennis heeft kunnen nemen en dat om die reden geen grond bestaat voor vernietiging van de algemene voorwaarden. De kantonrechter zal hieronder uitleggen hoe hij tot zijn oordeel komt.
4.4.
[gedaagde 1] heeft er onder elke leaseovereenkomst apart voor getekend dat de respectievelijke algemene voorwaarden aan haar ter hand zijn gesteld, dat de inhoud daarvan bekend is, dat met de inhoud akkoord wordt gegaan en dat deze algemene voorwaarden onderdeel uitmaken van de desbetreffende leaseovereenkomsten.
4.5.
Omdat de leaseovereenkomsten door zowel BMW FS als door [gedaagde 1] zijn ondertekend en strekken tot bewijs van wat tussen hen is afgesproken en heeft plaatsgevonden, staat de inhoud van die leaseovereenkomsten in beginsel vast. De inhoud wordt daarom voor waar aangenomen, tenzij alsnog het tegendeel blijkt. [4] Nu [gedaagde 1] het niet eens is met de inhoud van de leaseovereenkomsten is het aan haar om allereerst gemotiveerd die inhoud te betwisten. Pas als zij dat heeft gedaan, dan kan zij eventueel de gelegenheid krijgen tot het leveren van tegenbewijs van haar betwisting. De mogelijkheid tot het leveren van tegenbewijs krijgt [gedaagde 1] niet. [gedaagde 1] heeft namelijk niet gemotiveerd betwist dat zij de mogelijkheid heeft gekregen om kennis te kunnen nemen van de algemene voorwaarden. [gedaagde 1] betwist namelijk niet dat zij de algemene voorwaarden heeft ontvangen. Zij zegt alleen dat zij de algemene voorwaarden niet heeft ontvangen omdat het tegendeel niet blijkt, nu in vijf gevallen de algemene voorwaarden niet door [gedaagde 1] zijn ondertekend. Met deze betwisting gaat [gedaagde 1] alleen eraan voorbij dat zij wel onder alle leaseovereenkomsten ervoor heeft getekend dat zij de algemene voorwaarden gelijktijdig met de leaseovereenkomsten heeft ontvangen en bekend is met de inhoud daarvan. De betwisting treft dan ook geen doel.
4.6.
De slotsom is dat tussen partijen vaststaat dat [gedaagde 1] de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden heeft aanvaard en zij daarmee aan de inhoud daarvan is gebonden. Verder blijkt uit de leaseovereenkomsten dat aan [gedaagde 1] de algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld. Daarmee heeft BMW FS aan [gedaagde 1] de redelijke mogelijkheid gegeven om van de algemene voorwaarden kennis te nemen en zijn de algemene voorwaarden om die reden niet vernietigbaar. De eventuele gevolgen van het alsnog niet lezen van de algemene voorwaarden door [gedaagde 1] komen voor haar eigen risico en rekening. [5]
[gedaagde 1] komt geen reflexwerking van artikel 6:233 aanhef en onder a BW toe
4.7.
Nu de algemene voorwaarden van toepassing zijn en ter hand zijn gesteld, zijn BMW FS en [gedaagde 1] in beginsel aan de respectievelijke algemene voorwaarden gebonden. [gedaagde 1] beroept zich vervolgens op de niet-toepasselijkheid van de algemene voorwaarden omdat zij op grond van reflexwerking als een consument moet worden gezien. Daarom zouden de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zijn met als gevolg dat ze niet van toepassing zijn. Uit dat laatste begrijpt de kantonrechter dat [gedaagde 1] een beroep doet op vernietiging van de algemene voorwaarden op grond van artikel 6:233 aanhef en onder a BW. Hierover als volgt.
4.8.
Een beding in algemene voorwaarden is vernietigbaar indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij [6] . Hierbij wordt rekening gehouden met de hoedanigheid van partijen, hun maatschappelijke positie, hun onderlinge verhouding en hun deskundigheid.
4.9.
Ook een kleine rechtspersoon die zich materieel niet van een consument onderscheidt en met een beding op de zwarte [7] of de grijze lijst [8] wordt geconfronteerd, kan zich middels een reflexwerking via de open norm [9] beroepen op de vernietiging van die bedingen. Deze reflexwerking kan zich voordoen in het geval van rechtspersonen die geen beroep of bedrijf uitoefenen, of wanneer de rechtspersoon een overeenkomst weliswaar in de uitoefening van haar beroep of bedrijf heeft gesloten, maar deze overeenkomst geen betrekking heeft op de eigenlijke beroeps- of bedrijfsactiviteiten. Kortom, er kunnen zich dus gevallen voordoen waarin de rechtspersoon weliswaar geen consument is, maar haar positie grote gelijkenis vertoont met die van een consument. In die gevallen kan de omstandigheid dat het beding voorkomt op de zwarte of de grijze lijst worden betrokken bij de beoordeling of het beding voor die wederpartij onredelijk bezwarend is.
4.10.
[gedaagde 1] komt geen reflexwerking toe omdat dat wat [gedaagde 1] heeft aangevoerd onvoldoende is om de conclusie te rechtvaardigen dat zij een met een consument vergelijkbare positie inneemt. Omdat [gedaagde 1] zich beroept op de reflexwerking moet zij ter onderbouwing daarvan voldoende feiten en omstandigheden stellen die dat beroep rechtvaardigen. [gedaagde 1] heeft daartoe alleen geen feiten en omstandigheden aangevoerd. Daarnaast is voor een begrip van de inhoud van algemene voorwaarden die betrekking hebben op dit geschil geen specialistische kennis vereist. Verder is het afsluiten van in totaal zes deels gelijktijdig lopende leaseovereenkomsten niet iets dat een gemiddelde consument zou doen. Ook heeft [gedaagde 1] niet gesteld welke bepalingen in de algemene voorwaarden eventueel onredelijk bezwarend. Zij heeft juist, tijdens de mondelinge behandeling daarover bevraagd, erkend dat de bepalingen in de algemene voorwaarden die zien op het doorbelasten van kosten wegens ‘meer kilometer’, verkeersboetes en schades aan de geleasete voertuigen redelijk zijn.
4.11.
Bij de verdere beoordeling van het beroep op artikel 6:233 aanhef en onder a BW geldt als uitgangspunt dat terughoudendheid op zijn plaats is omdat dit ingrijpt in de contractuele verhouding tussen BMW FS en [gedaagde 1]. Nu [gedaagde 1] zich zonder verdere uitleg op vernietigbaarheid beroept en geen feiten en omstandigheden stelt die vernietiging rechtvaardigen, slaagt haar verweer niet.
[gedaagde 1] moet de vorderingen van € 40.867,31 en € 14.615,43, vermeerderd met de rente, betalen
4.12.
De volgende vraag is of [gedaagde 1] de twee vorderingen van BMW FS moet voldoen. De eerste vordering betreft een hoofdsom van € 40.867,31, vermeerderd met de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijke kosten. De tweede vordering betreft een hoofdsom van € 14.615,43, vermeerderd met de vertragingsrente (wettelijke handelsrente met een opslag van 5%) en de buitengerechtelijke kosten. Beide hoofdsommen zijn opgebouwd uit kosten die verband houden met ‘meer kilometers’, doorbelaste verkeersboetes, huurtermijnen en innameschade. BMW FS mag vergoeding van die kosten vorderen op grond van de algemene voorwaarden. De veroordeling tot betaling van beide hoofdsommen wordt toegewezen. De veroordelingen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten worden gedeeltelijk toegewezen. Hieronder wordt uitgelegd waarom.
4.13.
Door [gedaagde 1] zijn de gevorderde ‘meer kilometers’ [10] , de doorbelaste verkeersboetes vermeerderd met administratiekosten [11] en de verhoging middels de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 40.867,31 [12] en de bedongen vertragingsrente over het bedrag van € 14.615,43 [13] niet betwist en aannemelijk zodat deze worden toegewezen. [gedaagde 1] zal deze kosten moeten betalen.
4.14.
Door [gedaagde 1] is betwist dat huurtermijnen [14] moeten worden betaald voor de periode juli en augustus 2024 omdat de BMW’s toen al waren ingeleverd. Uit de dagvaarding en de nadere toelichting ter zitting van BMW FS blijkt dat zij alleen de huurtermijnen vordert over telkens de periode tot het moment dat elke BMW is ingeleverd. Voor zover in eerste instantie door BMW FS huurtermijnen zijn gefactureerd over de periode na inlevering van de BMW’s, zijn deze facturen vervolgens weer gecrediteerd middels creditnota’s dan wel via verrekening met openstaande verkeersboetes. De juistheid van de gevorderde huurtermijnen is door [gedaagde 1] verder niet betwist en is aannemelijk. [gedaagde 1] zal deze schadepost moeten betalen.
4.15.
Tot slot is door [gedaagde 1] dat deel van de vorderingen betwist dat ziet op de innameschades [15] . [gedaagde 1] voert daartoe aan dat niet is gebleken dat sprake is van schade aan de BMW’s omdat de handtekening op de innameformulieren niet de handtekening van [gedaagde 2] is en [gedaagde 1] geen wetenschap heeft van de schade aan de BMW’s. Die betwisting is onvoldoende inhoudelijk. [gedaagde 1] betwist namelijk niet feitelijk de schade. Daarbij heeft BMW FS ter onderbouwing van de gevorderde innameschades niet alleen de innameformulieren van de BMW’s ingebracht waarop de schade staat vermeld, maar ook per BMW een schaderapport overgelegd. Uit die rapporten blijkt wat de beschadigingen aan en de missende onderdelen van de desbetreffende BMW’s zijn en wat onder aan de streep de schade is. De inhoud van die schaderapporten is door [gedaagde 1] niet betwist. De conclusie is dat de gemotiveerde stellingen van BMW FS onvoldoende worden weerlegd door [gedaagde 1]. Als gemotiveerd gesteld en onvoldoende gemotiveerd betwist, komt dan ook vast te staan dat de BMW’s ten tijde van de inname schade hadden. [gedaagde 1] moet deze innameschade betalen.
Het doet niet ter zake of was afgesproken dat [gedaagde 1] de BMW’s zou kopen
4.16.
Door [gedaagde 1] is nog aangevoerd dat zij niet is gehouden om de gevorderde kosten te betalen omdat was afgesproken dat zij de BMW’s zou kopen na afloop van de leaseovereenkomsten. Als zij daarnaast de gevorderde kosten zou betalen, dan zou zij dubbelop voor de BMW’s betalen. Voor dit verweer bestaat geen grond. Hoe dan ook is door BMW FS weersproken dat afspraken zijn gemaakt over de koop van de BMW’s en staat het vast dat uiteindelijk geen koop heeft plaatsgevonden. Daarnaast is niet gebleken waarom in het geval van een eventuele koop van de BMW’s, dit ertoe zou moeten leiden dat de gevorderde kosten niet zouden moeten worden betaald.
De buitengerechtelijke kosten worden deels toegewezen
4.17.
BMW FS vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van
€ 6.130,10 over de vordering van € 40.867,31 en € 2.192,31 over de vordering van
€ 14.615,43. [gedaagde 1] betwist allereerst dat een grondslag bestaat voor het moeten betalen van buitengerechtelijke incassokosten. Die betwisting wordt niet gevolgd. De wet [16] geeft hiervoor wel een grond en in de algemene voorwaarden staat dat de hoogte van de kosten een percentage van 15 % over de hoofdsom bedraagt. [17] Verder betwist [gedaagde 1] dat buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt. Die betwisting slaagt eveneens niet. BMW FS heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Zo blijkt dat de gemachtigde van BMW FS op 4 november 2024 een brief naar [gedaagde 1] heeft verzonden waarin [gedaagde 1] wordt gesommeerd de nog openstaande vorderingen te voldoen. Nu namens BMW FS incassowerkzaamheden zijn verricht, heeft zij recht op een vergoeding voor de kosten vanwege die werkzaamheden. De vraag is vervolgens wat het bedrag aan vergoeding moet zijn.
4.18.
De rechter heeft de bevoegdheid om bedongen buitengerechtelijke (incasso)kosten ambtshalve te matigen tot het bedrag van een redelijke schadeloosstelling. [18] Deze matigingsbevoegdheid is onder meer van toepassing op kosten die zijn overeengekomen tussen partijen in ‘business to business’-relaties, zoals in dit geval.
4.19.
De kantonrechter ziet aanleiding om de vergoeding te matigen tot het tarief volgens de wettelijke staffel en motiveert dit als volgt.
4.20.
BMW FS heeft niet aangevoerd dat de door haar gevorderde kosten gelijk of hoger zijn dan het bedongen forfaitaire tarief van 15%. Zij heeft wel aangevoerd dat zij op grond van de respectievelijke algemene voorwaarden gerechtigd is om het forfaitaire tarief van 15% in rekening te brengen en dat het tarief gebruikelijk is en gewoonlijk aan opdrachtgevers in zaken als deze in rekening wordt gebracht.
4.21.
Een in algemene voorwaarden bedongen tarief aan buitengerechtelijke kosten kan een in aanmerking te nemen omstandigheid zijn bij de beoordeling van een vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Deze omstandigheid is alleen niet beslissend. Uitgangspunt is immers dat de kosten redelijk moeten zijn jegens de schuldenaar. [19]
4.22.
De incassowerkzaamheden zijn, voor zover de kantonrechter bekend, beperkt gebleven tot het versturen van een sommatiebrief. Het nader specifiëren van de buitengerechtelijke incassowerkzaamheden heeft BMW FS niet noodzakelijk geacht. Dit heeft als gevolg dat alleen de incassokosten kunnen worden beoordeeld aan de hand van de werkzaamheden die de kantonrechter wel bekend zijn. Op grond van wat daarover bekend is, is het oordeel dat de verhouding tussen de werkzaamheden en de gevorderde vergoeding niet redelijk is jegens [gedaagde 1]. De aard en de omvang van bekende werkzaamheden kunnen de toewijzing van de gevorderde vergoedingen van € 6.130,10 en
€ 2.192,31 dan ook niet rechtvaardigen.
4.23.
Wel wordt een vergoeding toegewezen voor buitengerechtelijke incassokosten overeenkomstig de wettelijke staffel, wat ten aanzien van de gevorderde hoofdsom van
€ 40.867,31 neerkomt op een bedrag van € 1.183,67 en ten aanzien van de gevorderde hoofdsom van € 14.615,43 neerkomt op een bedrag van € 921,15.
[gedaagde 2] moet de vordering van € 15.230,89, vermeerderd met de rente en de buitengerechtelijke kosten, betalen
4.24.
In dit geschil staat niet ter discussie dat [gedaagde 2] zich persoonlijk garant heeft gesteld voor de volledige nakoming van de op 16 juni 2021 afgesloten leaseovereenkomst. Nu het oordeel is dat [gedaagde 1] € 15.230,89 (de hoofdsom van € 14.615,43 vermeerderd met de vertragingsrente vanaf de respectievelijke vervaldata van de diverse facturen tot 29 januari 2025), vermeerderd met de bedongen vertragingsrente vanaf 29 januari 2025 en de buitengerechtelijke kosten van € 921,15 is verschuldigd aan BMW FS, kan BMW FS ook [gedaagde 2] aanspreken tot betaling hiervan. [gedaagde 2] wordt daarom ook veroordeeld tot betaling van de vordering.
[gedaagden] is hoofdelijk aansprakelijk
4.25.
Nu [gedaagde 2] zich 16 juni 2021 garant heeft gesteld voor de volledige nakoming van de op 16 juni 2021 afgesloten leaseovereenkomst, zal [gedaagden] hoofdelijk worden veroordeeld tot het betalen van € 15.230,89 (de hoofdsom van € 14.615,43 vermeerderd met de vertragingsrente vanaf de respectievelijke vervaldata van de diverse facturen tot 29 januari 2025), vermeerderd met de bedongen rente en de buitengerechtelijke kosten. Dit betekent dat BMW FS zowel [gedaagde 2] als [gedaagde 1] kan dwingen het hele bedrag te betalen. Als de één (een gedeelte) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
De rol van [naam] maakt het oordeel niet anders
Tijdens de mondelinge behandeling was met [gedaagden] meegekomen de heer [naam] en is door [gedaagden] het volgende betoogd: [naam] zou diegene zijn geweest die [gedaagden] had gevraagd om voor hem de leaseovereenkomsten met BMW FS af te sluiten. Het bedrijf van [naam] zou vervolgens gebruik hebben gemaakt van de BMW’s. Wat hier ook van zij, deze omstandigheden leiden niet tot een ander oordeel. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] waren immers de contractant respectievelijk de garantsteller en daarmee de voor BMW FS aan te spreken partijen.
De proceskosten
4.26.
[gedaagden] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van BMW FS worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
123,73
- griffierecht
1.461,00
- salaris gemachtigde
1.630,00
(2 punten × € 815,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
3.349,73
4.27.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] om aan BMW FS te betalen een bedrag van
€ 42.079,79, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over het bedrag van € 40.867,31 (de hoofdsom), met ingang van 29 januari 2025, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan BMW FS te betalen een bedrag van
€ 15.230,89, te vermeerderen met de vertragingsrente (het percentage aan wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vermeerderd met vijf procent) over het bedrag van
€ 14.615,43 (de hoofdsom), met ingang van 29 januari 2025, tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde 1] om aan BMW FS te betalen een bedrag van € 1.183,67 aan buitengerechtelijke kosten,
5.4.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan BMW FS te betalen een bedrag van
€ 921,15 aan buitengerechtelijke kosten,
5.5.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in de proceskosten van € 3.349,73, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagden] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.N. Neumann en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2025.

Voetnoten

1.Zie r.o. 2.2. en r.o. 2.3.
2.Artikel 3:33 BW e.v. en 6:217 BW e.v.
3.Artikel 6:234 BW
4.Artikel 157 lid 2 Rv.
5.Artikel 6:232 BW.
6.Artikel 6:233, aanhef en onder a, BW.
7.Artikel 6:236 BW.
8.Artikel 6:237 BW.
9.Artikel 6:233, aanhef en onder a, BW.
10.Artikel 14.1 algemene voorwaarden (30 december 2019) / artikel 34.1 algemene voorwaarden (16 juni 2021).
11.Artikel 4.2.c. jo. 3.6 algemene voorwaarden (30 december 2019) / artikel 6.c jo. 10 algemene voorwaarden (16 juni 2021).
12.Artikel 6:119a BW.
13.Artikel 6:119a BW in samenhang met artikel 9 algemene voorwaarden (16 juni 2021).
14.Artikel 4.2 leaseovereenkomsten (30 december 2019 en 16 juni 2021).
15.Artikel 15.2 jo. 15.3 algemene voorwaarden (30 december 2019) / artikel 36 en 37 algemene voorwaarden (16 juni 2021).
16.Artikel 6:96 lid 2 sub c BW.
17.Art. 3.5 algemene voorwaarden (30 december 2019) / art. 9 algemene voorwaarden (16 juni 2021).
18.Art. 242 lid 1 Rv.
19.HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1868.