ECLI:NL:RBOVE:2025:6991

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 december 2025
Publicatiedatum
5 december 2025
Zaaknummer
10989454 \ CV EXPL 24-1066
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over problemen van geleverd werk tussen Wall Solutions B.V. en partij A

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, is er een geschil ontstaan tussen Wall Solutions B.V. en partij A over de kwaliteit van geleverd werk. Wall Solutions, de eisende partij, heeft partij A in conventie aangeklaagd voor betaling van facturen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 20 mei 2025 geoordeeld dat partij A te laat heeft geklaagd over bepaalde gebreken, waardoor hij geen recht heeft op schadevergoeding voor die punten. Echter, voor andere gebreken, zoals vlekvorming aan kozijnen, heeft de kantonrechter vastgesteld dat Wall Solutions in verzuim verkeert en dat partij A recht heeft op een vervangende schadevergoeding. De kantonrechter heeft besloten een deskundige in te schakelen om de schade te beoordelen, maar partij A heeft niet gereageerd op verzoeken om bewijs te leveren en is niet verschenen op de zitting van 2 oktober 2025. Hierdoor heeft de kantonrechter geconcludeerd dat partij A geen bewijs heeft geleverd voor zijn claims, wat heeft geleid tot de afwijzing van zijn vorderingen. Wall Solutions heeft ook buitengerechtelijke incassokosten gevorderd, maar deze zijn afgewezen omdat de kantonrechter het incassobeding in de algemene voorwaarden van Wall Solutions onredelijk bezwarend heeft geacht. Uiteindelijk is partij A veroordeeld tot betaling van de facturen aan Wall Solutions, inclusief wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10989454 \ CV EXPL 24-1066
Vonnis van 2 december 2025
in de zaak van
WALL SOLUTIONS B.V.,
te Hoogeveen,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Wall Solutions,
gemachtigde: PUURNouta,
tegen
[partij A],
te [woonplaats],
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [partij A],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 20 mei 2025
  • het bericht van de rechtbank dat een nieuwe kantonrechter op de zaak komt, vergezeld van een proces-verbaal van de zitting van 25 juli 2024
  • de brief van 30 mei 2025 van Wall Solutions met het verzoek om een nieuwe zitting te houden
  • de brief van mr. Kwaak van 12 juni 2025 met het bericht dat hij zich op de rolzitting van 17 juni 2025 onttrekt als gemachtigde van [partij A]
  • de brief waarin aan partijen is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
  • de mondelinge behandeling van 2 oktober 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

Het tussenvonnis van 20 mei 2025
2.1.
In het tussenvonnis van 20 mei 2025 heeft de kantonrechter overwogen dat het door Wall Solutions voor [partij A] verrichte werk is opgeleverd onder voorbehoud van schoonmaakwerkzaamheden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [partij A] te laat heeft geklaagd over de door hem gestelde scheurvorming en het niet vlak zijn van het stucwerk, zodat hem voor die punten geen bevoegdheid tot verrekening en geen schadevergoeding toekomt. Over de vlekvorming aan kozijnen, dorpels en gevelstenen heeft [partij A] wel tijdig geklaagd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Wall Solutions ten aanzien van het schoonmaken hiervan in verzuim verkeert en dat [partij A] recht heeft op een vervangende schadevergoeding.
2.2.
Vervolgens heeft de kantonrechter overwogen dat voor het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding het op de weg van [partij A] ligt om te bewijzen dat hier sprake is van onherstelbare schade. De kantonrechter heeft in dit verband overwogen dat hij aanleiding ziet om een deskundige in te schakelen om de vraag te beantwoorden of de vlekken al dan niet verwijderd kunnen worden en om aan te geven wat de herstelkosten zijn. Partijen hebben de gelegenheid gekregen om zich op de rol van 17 juni 2025 bij akte uit te laten over de persoon van die deskundige en de aan de deskundige te stellen vragen.
Berichtgeving van partijen en zitting
2.3.
Wall Solutions heeft op 30 mei gevraagd om voorafgaand aan het nemen van de hiervoor bedoelde akte een nieuwe zitting te houden. Aan dat verzoek is tegemoetgekomen. De zitting heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2025.
2.4.
Vanaf de zijde van [partij A] is in plaats van de onder 2.2. genoemde akte het bericht gekomen dat de advocaat van [partij A] zich aan deze zaak onttrekt. Aan [partij A] zijn vervolgens verhinderdata opgevraagd voor de nieuwe zitting. [partij A] heeft hierop niet gereageerd. Ook is hij, ondanks dat hij daarvoor per brief is opgeroepen, niet op de zitting van 2 oktober 2025 verschenen.
Geen deskundigenbericht
2.5.
De kantonrechter maakt uit deze gang van zaken op dat [partij A] geen prijs stelt op bewijslevering door middel van een deskundigenbericht. Ook heeft hij geen andere bewijsmiddelen aangeboden, zodat hij niet kan worden toegelaten tot het bewijs van zijn stelling dat de vlekken op de kozijnen, dorpels en gevelstenen niet verwijderd kunnen worden. Zijn stelling dat sprake is van onherstelbare vlekvorming zal daarom worden verworpen. [partij A] heeft niet inzichtelijk gemaakt wat de kosten zijn voor het verwijderen van de vlekken, zodat hiervoor geen bedrag kan worden toegekend.
Toewijsbaarheid vorderingen
2.6.
Hiermee komt [partij A] ook voor de gestelde vlekvorming geen bevoegdheid tot verrekening en geen schadevergoeding toe. Dit betekent dat [partij A] de facturen waarvan
Wall Solutions in conventie betaling heeft gevorderd geheel zal moeten betalen. Hierover zal hij, zoals in het tussenvonnis is geoordeeld, de wettelijke rente vanaf 27 februari 2024 moeten voldoen. De schadevergoeding die [partij A] in reconventie heeft gevorderd wordt afgewezen.
Incassokosten
2.7.
Wall Solutions heeft een bedrag van € 649,59 aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 20 mei 2025 overwogen dat artikel 14.7 van de toepasselijke algemene voorwaarden een incassobeding bevat en dat dit beding onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:233, aanhef en onder a BW en oneerlijk in de zin van de Richtlijn. De kantonrechter heeft het voornemen geuit om het beding ambtshalve te vernietigen, maar partijen eerst in de gelegenheid gesteld zich over dit voornemen uit te laten.
2.8.
Wall Solutions heeft op de zitting van 2 oktober 2025 laten weten dat zij het voornemen tot vernietiging van het beding ter kennisgeving heeft aangenomen. Zij heeft nog wel benadrukt dat zij de vordering tot betaling van incassokosten niet heeft gebaseerd op haar eigen algemene voorwaarden, maar dat haar gemachtigde op grond van haar voorwaarden een bedrag aan Wall Solutions in rekening heeft gebracht, welk bedrag Wall Solutions in deze procedure als buitengerechtelijke incassokosten heeft opgevoerd.
2.9.
De kantonrechter zal hieraan voorbij gaan. Zoals in het tussenvonnis al is benoemd, moet de kantonrechter ambtshalve beoordelen of in de door Wall Solutions gehanteerde algemene voorwaarden bedingen zijn opgenomen die voor consumenten, zoals [partij A], onredelijk bezwarend zijn als bedoeld in artikel 6:233 onder a BW. Dit geldt ook als geen beroep op het beding is gedaan. Daarbij mag de kantonrechter zich beperken tot de bedingen die relevant zijn voor de beoordeling van de ingestelde vordering. Wall Solutions vraagt vergoeding van buitengerechtelijk incassokosten. De door haar gehanteerde algemene voorwaarden bevatten hierover een bepaling, namelijk artikel 14.7. Zoals in het tussenvonnis is geoordeeld, is deze bepaling onredelijk bezwarend en oneerlijk in de zin van de Richtlijn. Dit beding wordt daarom vernietigd. Het gevolg hiervan is dat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen.
Proceskosten
2.10.
[partij A] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De proceskosten van Wall Solutions worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
140,23
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
1.017,00
(3 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.816,23
2.11.
[partij A] is in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Wall Solutions worden begroot op:
- salaris gemachtigde
1.018,75
(0,5 × (2,5 punten × € 815,00))
Totaal
1.018,75
3. De beslissing
De kantonrechter
in conventie
3.1.
veroordeelt [partij A] om aan Wall Solutions een bedrag van € 4.330,60 te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf
27 februari 2024 tot aan de dag van algehele betaling;
3.2.
veroordeelt [partij A] in de proceskosten van Wall Solutions van € 1.816,23, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [partij A] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
3.3.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
en reconventie
3.5.
wijst de vordering af;
3.6.
veroordeelt [partij A] in de proceskosten van € 1.018,75, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [partij A] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
Dit vonnis is gewezen door mr. W.R.H. Lutjes en in het openbaar uitgesproken op
11 november 2025. (MS)