ECLI:NL:RBOVE:2025:7066

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 december 2025
Publicatiedatum
8 december 2025
Zaaknummer
18.141515.23
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor het organiseren van illegale pokerspelen en het telen en verhandelen van softdrugs

Op 8 december 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een 26-jarige man veroordeeld voor het op grote schaal organiseren van illegale pokerspelen en het telen en verhandelen van softdrugs. De illegale pokerspelen vonden plaats in een woning boven een winkelpand in Leeuwarden, waar de man geen vergunning voor had. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 102 dagen op, met aftrek van het voorarrest, en een taakstraf van 180 uren. De straf was lager dan de vordering van de officier van justitie vanwege de overschrijding van de redelijke termijn met vijf maanden. De man had in de periode van 1 januari 2019 tot en met 19 juni 2023 illegale pokertoernooien georganiseerd en softdrugs geteeld en verhandeld. Tijdens de zittingen op 18 september 2023 en 24 november 2025 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank oordeelde dat de feiten wettig en overtuigend bewezen waren, waarbij de verdachte grotendeels bekend had. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte, die geen eerdere veroordelingen had en zijn leven weer op de rails had gekregen. De rechtbank verklaarde de in beslag genomen voorwerpen, waaronder geldbedragen, verbeurd, maar gelastte ook de teruggave van bepaalde voorwerpen aan de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 18.141515.23 (P)
Datum vonnis: 8 december 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats] (Curaçao).

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 september 2023 en 24 november 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. M.J. Buitenhuis, advocaat in Leeuwarden, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 24 november 2025, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in [plaats]:
feit 1:in de periode van 1 januari 2019 tot en met 19 juni 2023 in [plaats] samen met anderen of alleen, (op grote schaal) illegale pokertoernooien heeft georganiseerd.
feit 2:in de periode van 1 januari 2019 tot en met 19 juni 2023 in [plaats] hennep en/of hasjiesj heeft geteeld, bereid, verkocht, verwerkt en/of afgeleverd.
feit 3:op 19 juni 2023 in het pand aan de [adres] in [plaats] 245 gram hennep en/of 24 gram hasjiesj aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij in de periode van 1 januari 2019 tot en met 19 juni 2023 te [plaats], althans in Nederland, meermalen, op meerdere tijdstippen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
(telkens) aan anderen de gelegenheid heeft gegeven om mede te dingen naar prijzen of premies, immers heeft hij verdachte – op grote schaal -(illegale) pokertoernooien georganiseerd in het pand [adres],
waarbij de aanwijzing der winnaars (telkens) is geschied door enige kansbepaling en/of waarop de deelnemers geen overwegende invloed hebben kunnen uitoefenen en/of waarbij prijzenpotten in het vooruitzicht werden gesteld en/of waarvoor aan hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s) geen vergunning is verleend;
artikel 1 onder A en/of C Wet op de Kansspelen ivm artikel 36 Wet op de Kanspelen
( art 1 lid 1 ahf/ond a Wet op de kansspelen )
2
hij in de periode van 1 januari 2019 tot en met 19 juni 2023 te [plaats], althans in Nederland, op meerdere tijdstippen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk, bedrijfsmatig, heeft geteeld en/of bereid en/of verkocht en/of verwerkt en/of afgeleverd, In elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) hoeveelhe(i)d(en) hennep en/of hasjiesj, zijnde hennep en/of hasjiesj,(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op of omstreeks 19 juni 2023 te [plaats], in het pand gevestigd aan de [adres] alhier, opzettelijk aanwezig heeft gehad
-(ongeveer) 245 gram hennep en/of
-(ongeveer) 24 gram hasjiesj,
In elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep en/of een hoeveelheid hasjiesj, zijnde hasjies, een middel/middelen als in de bij de Opiumwet behorende lijst II, danwel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die Wet;
( art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet )

3.De bewijsmotivering

3.1
Inleiding
Naar aanleiding van diverse anonieme meldingen bij de politie en een rapportage van de gemeente Leeuwarden, ontstond de verdenking dat er illegale pokeravonden werden georganiseerd op het adres [adres] in [plaats]. In een van de anonieme meldingen werden [verdachte] en [medeverdachte] als organisatoren van de illegale pokeravonden aangewezen. De broers hadden in de jaren ervoor als bewoner op het adres ingeschreven gestaan. Op 19 juni 2023 vond een doorzoeking plaats. Daarbij trof de politie een casinoruimte aan met drie pokertafels, fiches, speelkaarten, een balie met kassa, reclamemateriaal en menukaarten. Ook werden een kweektent met diverse henneppotten en gripzakjes gevuld met hennep en hasj aangetroffen. [verdachte] werd in de woning aangehouden.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de feiten 1 tot en met 3 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. Vanaf 6 juli 2022 vonden de pokerspelen op een professionele, bedrijfsmatige en voor het publiek toegankelijke wijze plaats en deze activiteiten zijn gestopt op 12 juni 2023. Ten aanzien van feit 1 kan de periode van 6 juli 2022 tot en met 12 juni 2023 bewezen worden verklaard en ten aanzien van feit 2 de periode van 6 juli 2022 tot en met 19 juni 2023. Verdachte dient onder feit 2 vrijgesproken te worden van het bereiden en verwerken van hennep en hasjiesj; wel bewezen is het telen, verkopen en afleveren daarvan.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat de met betrekking tot feit 1 en 2 ten laste gelegde periode verkort moet worden. Ten aanzien van beide feiten kan de periode van 6 juli 2022 tot en met 12 juni 2023 bewezen worden verklaard. Daarnaast stelt de raadsvrouw zich ten aanzien van feit 1 op het standpunt dat er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking, zodat verdachte van het medeplegen vrijgesproken dient te worden. Voor feit 2 geldt dat alleen het opzettelijk aanwezig hebben bewezen kan worden verklaard, van de overige ten laste gelegde handelingen dient verdachte te worden vrijgesproken. Feit 3 kan volgens de raadsvrouw wettig en overtuigend worden bewezen verklaard.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft ter zitting de feiten 1 tot en met 3 grotendeels bekend. Verdachte heeft verweer gevoerd ten aanzien van de pleegperiode bij feit 1 en 2, het al dan niet medeplegen bij feit 1, het al dan niet verkopen en afleveren bij feit 2 en het al dan niet op bedrijfsmatige wijze aanbieden van softdrugs bij feit 2. De rechtbank overweegt daarover het volgende.
Periode pokertoernooien en softdrugs – feiten 1 en 2
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat de promotievideo op de Instagrampagina van ‘[website]’ de start was van het op professionelere wijze, dat wil zeggen: niet langer slechts in besloten kring, aanbieden van de pokeravonden en -toernooien. Verdachte verklaart dat er vanaf dat moment steeds meer voor hem onbekende personen aanwezig waren en dat hij sindsdien ook softdrugs aan de deelnemers aanbood en verstrekte. Uit het dossier volgt dat de promotievideo op 6 juli 2022 is geüpload op het Instagramaccount. Op grond van deze feiten en omstandigheden stelt de rechtbank het begin van de periode van feit 1 en 2 vast op 6 juli 2022.
Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij op 12 juni 2023 voor de laatste keer een pokeravond heeft georganiseerd en dat hij daarna is gestopt. Dit wordt ondersteund door de anonieme melder die de wijkagent op de hoogte hield van de data waarop poker werd gespeeld. Uit het dossier valt geen aanknopingspunt af te leiden dat verdachte ook na die datum nog een pokeravond heeft georganiseerd. De rechtbank stelt daarom vast dat de periode van feit 1 eindigt op 12 juni 2023.
Ten aanzien van feit 2 overweegt de rechtbank dat tijdens de doorzoeking in de woning softdrugs zijn aangetroffen, zodat de door de rechtbank bewezen te verklaren pleegperiode van feit 2 eindigt op 19 juni 2023.
Medeplegen – feit 1
De rechtbank is van oordeel dat verdachte een grote en actieve rol heeft vervuld bij de organisatie van de pokertoernooien. Naast verdachte hebben ook anderen daaraan een wezenlijke bijdrage geleverd. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij op de maandagavond de winst (50/50) deelde met [naam], omdat [naam] dan veel van de spelers meenam. Daarnaast heeft hij verklaard dat zijn broer, medeverdachte [medeverdachte], zijn werkzaamheden overnam als hij in het buitenland zat. [medeverdachte] heeft ook verklaard dat hij het casino meestal runde als verdachte in het buitenland was. De rechtbank acht daarom bewezen dat sprake is geweest van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en voornoemde personen, dat zij verdachte aanmerkt als medepleger.
Verkopen en afleveren – feit 2
Verdachte verkocht en verstrekte wiet en hasj aan deelnemers tijdens de pokeravonden. Daarmee staat vast dat, naast telen van hennep, ook sprake is geweest van verkopen en afleveren van hennep en hasj.
Bedrijfsmatigheid – feit 2
Verdachte wordt kort gezegd verweten dat hij opzettelijk en in de uitoefening van een bedrijf hennep en/of hasjiesj teelde en verkocht. De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake was van bedrijfsmatige
teelt, omdat slechts één kweektent – met ruimte voor relatief weinig planten – is aangetroffen en het dossier verder geen aanwijzingen bevat dat sprake was van het stelselmatig telen van hennep.
De rechtbank ziet wel voldoende aanleiding om bedrijfsmatigheid aan te nemen voor de verkoop en het afleveren van hennep en hasjiesj. Verdachte bood gedurende een jaar softdrugs aan tijdens pokeravonden en -toernooien. Hij hanteerde een prijslijst, had een menukaart en hield een administratie bij ten aanzien van de omzet, wat duidt op het economisch en bedrijfsmatig verhandelen van softdrugs.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen. De rechtbank zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen - omdat verdachte deze feiten, met uitzondering van de hiervoor besproken punten, voor het overige heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). [1]
feit 1
De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 november 2025;
Het proces-verbaal van doorzoeking van [adres] te [plaats], pag. 275-277;
Het proces-verbaal van onderzoek inbeslaggenomen telefoon mbt speelavonden ‘[website]’, bijlage van het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pag. 9 en 10;
Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek telefoon verdachte met bijlagen, pag. 413-420;
Het proces-verbaal van bevindingen spelersadministratie [website], pag. 475-479;
Het proces-verbaal van bevindingen gegevens SumUp, pag. 480-483;
Het proces-verbaal van bevindingen anonieme melding bij wijkagent, pag. 255.
feit 2
De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 november 2025;
Het proces-verbaal van doorzoeking van [adres] te [plaats], pag. 275-277;
Het proces-verbaal van bevindingen hennep en hasjiesj met bijlagen, pag. 397-408;
feit 3
De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 november 2025;
Het proces-verbaal van doorzoeking van [adres] te [plaats], pag. 275-277;
Het proces-verbaal van bevindingen hennep en hasjiesj met bijlagen, pag. 397-408.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1
hij in de periode van 6 juli 2022 tot en met 12 juni 2023 te [plaats], meermalen, op meerdere tijdstippen, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) aan anderen de gelegenheid heeft gegeven om mede te dingen naar prijzen of premies, immers heeft verdachte – op grote schaal - illegale pokertoernooien georganiseerd in het pand [adres], waarbij de aanwijzing der winnaars telkens is geschied door enige kansbepaling en waarop de deelnemers geen overwegende invloed hebben kunnen uitoefenen en waarbij prijzenpotten in het vooruitzicht werden gesteld en waarvoor aan hem, verdachte en verdachtes mededaders geen vergunning is verleend;
feit 2
hij in de periode van 6 juli 2022 tot en met 19 juni 2023 te [plaats], op meerdere tijdstippen, (telkens) opzettelijk,
heeft geteeld, en
bedrijfsmatig heeft verkocht en afgeleverd,
hoeveelheden hennep en hasjiesj, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 3
hij op 19 juni 2023 te [plaats], in het pand gevestigd aan de [adres] alhier, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 245 gram hennep en
- 24 gram hasjiesj,
middelen als in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikelen 1 en 36, eerst en derde lid, van de Wet op de Kansspelen en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 1, eerste lid, onder a, van de Wet op de Kansspelen, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: in de uitoefening van een bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie verzoekt aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van het voorarrest op te leggen. Daarbij heeft de officier van justitie rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest. De raadsvrouw verzoekt tevens rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
Aard en ernst van de strafbare feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het op grote schaal organiseren van illegale pokerspelen en het telen, verkopen, afleveren en aanwezig hebben van softdrugs. Het illegale casino bevond zich in een woning boven een winkelpand in de binnenstad van [plaats] en had drie pokertafels. Verdachte had twee croupiers in dienst en een persoon voor de drankjes en de schoonmaak. Het organiseren van pokeravonden en -toernooien op deze wijze is strafbaar. Verdachte beschikte niet over een vergunning, waardoor er geen toezicht kon worden gehouden op deze gokspelen. Dat toezicht is noodzakelijk ter voorkoming van ernstige potentiële negatieve effecten van gokspelen, zoals gokverslaving, de inzet van crimineel geld en minderjarige deelnemers. Verdachte verkocht tijdens de avonden bovendien softdrugs, met alle negatieve gevolgen van dien. Tot slot ervoeren omwonenden geluidsoverlast van de pokerspelen.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 13 november 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Verdachte heeft een eigen bedrijf en kan daarvan rondkomen.
Strafoplegging
De rechtbank overweegt dat op het op grote schaal aanbieden van illegale pokerspelen vanwege de hiervoor beschreven ernst in beginsel met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden gereageerd. Daartegenover staat het aanzienlijke tijdsverloop in deze zaak en het feit dat verdachte sinds september 2023 in een schorsing loopt. Verdachte heeft in die periode geen nieuwe strafbare feiten begaan. Hij heeft zijn leven weer opgepakt en heeft zich gericht op zijn bedrijf. Gelet hierop acht de rechtbank het niet langer opportuun om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die de duur van het voorarrest overstijgt. De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf opleggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest.
Tegelijkertijd is de rechtbank van oordeel dat hiermee, gelet op de ernst van het feit, niet kan worden volstaan. Naast deze gevangenisstraf zal de rechtbank daarom een taakstraf aan verdachte opleggen.
De rechtbank stelt vast dat sprake is van een overschrijding van de redelijke vervolgingstermijn. De rechtbank neemt de datum van de inverzekeringstelling, 20 juni 2023, als uitgangspunt voor het tijdstip dat verdachte in redelijkheid de verwachting kon hebben dat tegen hem strafvervolging zou worden ingesteld. Als uitgangspunt geldt dat de behandeling ter terechtzitting binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen afgerond moet zijn met een eindvonnis, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Van bijzondere omstandigheden is de rechtbank niet gebleken. Nu op 8 december 2025 vonnis wordt gewezen, stelt zij vast dat de redelijke termijn met ruim vijf maanden is overschreden. De rechtbank ziet daarom aanleiding om in plaats van een taakstraf van 200 uren, een taakstraf van 180 uren op te leggen.
De rechtbank legt aan verdachte op een gevangenisstraf voor de duur van 102 dagen met aftrek van het voorarrest en een taakstraf voor de duur van 180 uren, te vervangen door 90 dagen vervangende hechtenis.
6.4
De in beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat het in beslag genomen geldbedrag van in totaal € 830,45 verbeurd dient te worden verklaard, omdat dit in de woning, waar de illegale pokerspelen plaatsvonden, is aangetroffen.
De raadsvrouw heeft betoogd dat de in beslag genomen geldbedragen van € 830,45, de spelersadministratie, het jaarrapport van Blackads B.V., vennootschapsbelasting, de gegevensdragers, het buitenlandse geld en de bankpassen aan verdachte teruggegeven dienen te worden.
De rechtbank stelt vast dat in het casino (ruimte F) een totaalbedrag van € 67,95 en in de bar van het casino (ruimte I) een totaalbedrag van € 562,35 is aangetroffen. Gezien de omstandigheid dat deze geldbedragen zich in de ruimte bevonden waar de bewezen verklaarde strafbare feiten plaatsvonden, ziet de rechtbank voldoende verband tussen deze geldbedragen en de strafbare feiten. Het betreffen voorwerpen die verdachte geheel ten eigen bate kan aanwenden en die geheel of grotendeels uit de baten van de strafbare feiten zijn verkregen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde geldbedragen onder volgnummer 1, 2, 3, 7, 8 en 11 moeten worden verbeurd verklaard.
Daarentegen ziet de rechtbank onvoldoende verband tussen de aangetroffen geldbedragen in de badkamer, de gamekamer en bij de fouillering van verdachte (totaal € 192,95) en de bewezen verklaarde strafbare feiten. Hierdoor zal zij de teruggave aan verdachte gelasten van de op de beslaglijst vermelde geldbedragen onder volgnummer 4, 5, 6, 9 en 10, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
Uit het dossier volgt dat er ook voorwerpen in beslag zijn genomen die niet op de beslaglijst staan. De rechtbank oordeelt ten aanzien van deze voorwerpen het volgende.
De rechtbank is van oordeel dat de boeken met (spelers)administratie (kvi volgnr 1, 4 en 5, p. 205 en 206) voorwerpen betreffen met behulp van welke het feit is begaan en/of die tot het begaan van het misdrijf zijn vervaardigd of bestemd. De rechtbank zal deze voorwerpen verbeurd verklaren.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de volgende voorwerpen, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet:
  • Jaarrapport Blackads, kvi p. 205, volgnr 2
  • Vennootschapsbelasting, kvi p. 206, volgnr 3
  • Tablet, kvi p. 208, volgnr 1
  • 2 x camera, kvi p. 209, volgnr 1
  • 3 x telefoon, kvi p. 210, volgnr 1
  • Apple Notebook, kvi p. 211, volgnr 1
  • Omen Notebook, kvi p. 211, volgnr 2
  • Apple Notebook, kvi, p. 212, volgnr 3
  • Telefoon, kvi p. 213, volgnr 1
  • Telefoon, kvi p. 213, volgnr 2
  • Voip gateway met simkaarten, kvi p. 215, volgnr 1
  • Computer, kvi p. 216, volgnr 1
  • Tegoedbon 250 euro, kvi p. 217, volgnr 1
  • Bankbescheiden, kvi p. 218-219, volgnr 1, 2, 4, 5
  • Sum up computer, kvi p. 219, volgnr 3
  • Bankbescheiden, kvi p. 226, volgnr 1
  • 58x simkaarten, kvi p. 228, volgnr 1
  • Bankbescheiden, kvi p. 229, volgnr 1
  • Administratie, kvi p. 232, volgnr 1
De rechtbank zal geen beslissing nemen over de in beslag genomen buitenlandse valuta omdat verdachte hiervan afstand heeft gedaan. Uit pagina’s 234 en 235 van het dossier volgt dat de in beslag genomen Apple iPhone 14 plus door [medeverdachte] in ontvangst is genomen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 47, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede op de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet Economische Delicten en artikel 1a van de Wet op de Kansspelen.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1het misdrijf: medeplegen van opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 1, eerste lid, onder a, van de Wet op de Kansspelen, meermalen gepleegd;
feit 2het misdrijf: in de uitoefening van een bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1,2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
102 (honderdtwee) dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde geldbedragen onder de volgnummers 1, 2, 3, 7, 8 en 11;
- gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde geldbedragen onder de volgnummers 4, 5, 6, 9 en 10;
  • verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten de boeken met (spelers)administratie (kvi volgnr 1, 4 en 5, p. 205 en 206);
  • gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- Jaarrapport Blackads, kvi p. 205, volgnr 2
- Vennootschapsbelasting, kvi p. 206, volgnr 3
- Tablet, kvi p. 208, volgnr 1
- 2 x camera, kvi p. 209, volgnr 1
- 3 x telefoon, kvi p. 210, volgnr 1
- Apple Notebook, kvi p. 211, volgnr 1
- Omen Notebook, kvi p. 211, volgnr 2
- Apple Notebook, kvi, p. 212, volgnr 3
- Telefoon, kvi p. 213, volgnr 1
- Telefoon, kvi p. 213, volgnr 2
- Voip gateway met simkaarten, kvi p. 215, volgnr 1
- Computer, kvi p. 216, volgnr 1
- Tegoedbon 250 euro, kvi p. 217, volgnr 1
- Bankbescheiden, kvi p. 218-219, volgnr 1, 2, 4, 5
- Sum up computer, kvi p. 219, volgnr 3
- Bankbescheiden, kvi p. 226, volgnr 1
- 58x simkaarten, kvi p. 228, volgnr 1
- Bankbescheiden, kvi p. 229, volgnr 1
- Administratie, kvi p. 232, volgnr 1
opheffing geschorst bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Peper voorzitter, mr. M. van Berlo en mr. R.J. Postma rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.W. van den Bosch en mr. E.A.N. Sjerps, griffiers, en is in het openbaar uitgesproken op 8 december 2025.
mr. E.A.N. Sjerps is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Noord-Nederland, onderzoeksnaam ‘Nevado’, onderzoeksnummer NN1R023067.Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.