ECLI:NL:RBROE:2008:BG3888
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijkheid van ouders voor geldlening ten behoeve van vliegtickets voor kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 28 oktober 2008 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg als eiseres en twee gedaagden, een man en een vrouw, die beiden hoofdelijk aansprakelijk werden gesteld voor een geldlening. De eiseres had een geldleningovereenkomst gesloten met de vrouw om de kosten van vliegtickets voor de drie kinderen van de man en de vrouw te dekken, omdat de vrouw niet over de financiële middelen beschikte. De man werd ook aangesproken voor de terugbetaling, omdat de lening volgens de rechtbank was aangegaan ter zake van de gewone gang van de huishouding, zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek.
De rechtbank oordeelde dat de man en de vrouw, die tot 14 september 2006 gehuwd waren, hoofdelijk aansprakelijk waren voor het geleende bedrag van € 2.986,00, dat betrekking had op de tickets van de kinderen. De rechtbank oordeelde echter dat de man niet aansprakelijk was voor het ticket van zijn eigen vlucht, omdat deze niet als een gezamenlijke huishoudelijke uitgave kon worden beschouwd. De vrouw erkende de overeenkomst, maar betwistte de aansprakelijkheid voor het ticket van de man.
De rechtbank heeft de vordering van de eiseres gedeeltelijk toegewezen, waarbij de gedaagden hoofdelijk werden veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 3.801,46, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagden in de proceskosten moesten worden veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter M.P.F. van Dooren en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.