ECLI:NL:RBROT:2006:AY6360

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
232769 / HA ZA 05-407
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dwangbevel en kosten van bestuursdwang in civiele procedure

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een dwangbevel dat is uitgevaardigd tegen Dammers B.V. door de gemeente Rotterdam. De gemeente had Dammers B.V. aangesproken op de kosten die gemaakt zijn ter voorbereiding van bestuursdwang, omdat Dammers B.V. niet had voldaan aan een eerdere aanschrijving om herstelwerkzaamheden aan een pand uit te voeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat Dammers B.V. binnen de gestelde termijnen geen werkzaamheden heeft verricht, waardoor de gemeente gerechtigd was om de kosten van de voorbereiding van bestuursdwang te verhalen. De kosten die door de aannemer Bergwerf in rekening zijn gebracht, zijn door de rechtbank als redelijk beoordeeld, ook al had Dammers B.V. op het laatste moment zelf actie ondernomen om aan de onwettige situatie een einde te maken. De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet verplicht was om reeds ingekochte materialen aan Dammers B.V. aan te bieden en dat de voorbereidingskosten, die onder andere betrekking hadden op het berekenen van prijzen en manuren, niet onredelijk waren. Dammers B.V. betwistte de hoogte van de kosten, maar de rechtbank vond dat deze niet voldoende onderbouwd waren. Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van Dammers B.V. afgewezen en Dammers B.V. veroordeeld in de proceskosten van de gemeente.

Uitspraak

R E C H T B A N K R O T T E R D A M
sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 232769 / HA ZA 05-407
Uitspraak: 9 augustus 2006
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid D. DAMMERS B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
opposante,
procureur mr.G.J.M. Roijers,
advocaat mr. R.P. Gasseling te Rotterdam,
- tegen -
de openbare rechtspersoon de GEMEENTE ROTTERDAM,
zetelende te Rotterdam,
geopposeerde,
procureur mr. R.W. van Harmelen
advocaat mr. M.C. de Swart.
Partijen worden hierna aangeduid als "Dammers B.V." respectievelijk "de gemeente".
1. Het verloop van het geding
1.1 De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- de verzetsdagvaarding d.d. 28 januari 2005 met producties;
- conclusie van antwoord, met producties;
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 8 juni 2005, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 11 oktober 2005;
- de ten behoeve van de comparitie van partijen door de gemeente toegezonden productie;
- de door partijen ter comparitie overgelegde spreekaantekeningen;
- de door partijen genomen akten na comparitie.
2. De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het navolgende vast.
2.1 Bij besluit van 10 januari 2001 heeft het dagelijks bestuur van de gemeente Rotterdam, deelgemeente Noord, Dammers B.V. als eigenaar van het pand Gerard Scholtenstraat 42 te Rotterdam, kadastraal bekend, Rotterdam, sectie W, nr. 00871 (hierna: het pand), aangeschreven om (herstel)werkzaamheden te verrichten aan het pand, overeenkomstig de in de voorzieningenlijst genoemde (herstel)werkzaamheden. Daarbij is bepaald dat de onder punt 1 van de voorzieningenlijst genoemde (herstel)werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd vóór 31 mei 2001 en de overige werkzaamheden binnen zes weken na dagtekening van het besluit.
Voorts is medegedeeld dat bij nalatigheid, de (herstel)werkzaamheden van gemeentewege op kosten van Dammers B.V. zullen worden uitgevoerd. Dammers B.V. heeft tegen dit besluit geen rechtsmiddelen aangewend.
2.2 Dammers B.V. heeft binnen de gegeven begunstigingstermijnen geen (herstel)werkzaamheden uitgevoerd, waarna de gemeente bij brief van 30 augustus 2001 heeft aangekondigd over te zullen gaan tot het toepassen van bestuursdwang.
2.3 Bij brief van 11 februari 2002 heeft de gemeente Dammers B.V. medegedeeld dat bouw- en aannemingsbedrijf Bergwerf (hierna: Bergwerf) op 4 maart 2002 met uitvoering van de (herstel)werkzaamheden zou starten.
2.4 Op 5 maart 2002 is Bergwerf door Dammers B.V. weggestuurd met de mededeling dat Dammers B.V. de herstelwerkzaamheden zelf uit zou voeren.
Na overleg tussen de gemeente en Dammers B.V. heeft Dammers B.V de (herstel)werkzaamheden alsnog zelf mogen uitvoeren. Op 20 oktober 2003 heeft Dammers B.V. laten weten dat het werk was afgerond en op 21 oktober 2003 is door de gemeente vastgesteld dat aan de aanschrijving was voldaan.
2.5 De gemeente heeft op 4 december 2003 de kosten van voorbereiding van bestuursdwang ten bedrage van € 4.846,61 bij Dammers B.V. in rekening gebracht, met het verzoek tot betaling binnen 30 dagen. Dit bedrag is opgebouwd uit de door Bergwerf in rekening gebrachte kosten ad. € 4.214,44, vermeerderd met 15% beheerskosten.
2.6 Op 9 november 2004 is door de gemeente een dwangbevel uitgevaardigd tot betaling van een bedrag van € 5.980,51, dat op 14 januari 2004 aan Dammers B.V. is betekend.
3. De vordering
De vordering luidt om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Dammers B.V. tot goed opposante tegen het dwangbevel te verklaren alsmede het dwangbevel buiten effect te stellen, met veroordeling van de gemeente in de kosten van het geding.
3.1 Dammers B.V. erkent dat de gemeente gerechtigd is de kosten die verband houden met de aanschrijving op Dammers B.V. te verhalen. Het moet echter wel gaan om kosten die door de gemeente daadwerkelijk zijn gemaakt en in redelijkheid verhaald kunnen worden. Volgens Dammers B.V. is hiervan geen sprake en kan de gemeente de factuur van Bergwerf niet, althans niet geheel, bij haar in rekening brengen. Het gaat daarbij om de volgende posten:
kozijn-raamprofielen ingekocht en verkort € 185,60 (ex btw)
Dammers B.V. stelt zich op het standpunt dat de gemeente dit materiaal in redelijkheid en billijkheid aan Dammers B.V. ter hand had moeten stellen.
Inmeten en starten ter plaatse € 509,76 (ex btw)
Dammers B.V. betwist dat Bergwerf 16 manuur heeft besteed aan het inmeten.
Op de dag dat met de werkzaamheden is gestart is er maar één man van Bergwerf hooguit een uur geweest.
Voorbereidingskosten € 761,12 (ex btw)
Volgens Dammers B.V. worden hier kosten dubbel gerekend, in die zin dat deze kosten vallen onder de post inmeten en starten ter plaatse.
Voor zover het toch om andere kosten gaat, dan is een bedrag van € 761,12 voor de voorbereiding (gelijk te stellen met 20 manuren) absurd hoog.
Factuur Weijers Eikhout € 1.952,-- (ex btw)
De firma Weijers Eijkhout is niet op het werk geweest, zodat er geen opnamekosten en kosten voor het inmeten zijn gemaakt. In dat licht valt evenmin in te zien dat er kosten zijn gemaakt voor een werkvoorbereider en een projectleider. Dammers B.V. betwist voorts dat kosten zijn gemaakt voor de huur van een vrachtwagen met chauffeur, voor het laden en lossen van de vrachtwagen en de annuleringskosten van dakdekkermaterialen.
Zinkwerkmateriaal is niet gezet en kan dus niet in rekening worden gebracht. Voor het doorbelasten van 10% aan algemene kosten en winst bestaat geen basis.
3.2 Dammers B.V. is in maart 2002 met de gemeente overeengekomen dat zij de kosten die door de aannemer van Woningtoezicht zijn gemaakt, vermeerderd met 15% beheerskosten aan de gemeente zou vergoeden.
Kosten die derhalve niet zijn gemaakt maar bijvoorbeeld betrekking hebben op derving als gevolg van het niet kunnen inzetten van medewerkers komen op grond van deze afspraak niet voor vergoeding in aanmerking.
4. Het verweer
Het verweer strekt tot ongegrondverklaring van het verzet, met veroordeling van Dammers B.V. in de kosten van het geding. De gemeente heeft hiertoe het navolgende aangevoerd.
4.1 De gemeente is op grond van artikel 5:25, lid 4, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) gerechtigd om de kosten verbonden aan de voorbereiding van bestuursdwang op Dammers B.V. te verhalen, omdat de begunstigingstermijn was verstreken.
4.2 Op de gemeente rust geen verplichting om materialen die reeds zijn ingekocht ten behoeve van de uitvoering van de (herstel)werkzaamheden, waaronder in dit geval kozijn- en raamprofielen en dakdekmaterialen, aan de overtreder aan te bieden.
4.3 De voorbereidingskosten hebben betrekking op kosten die gemoeid zijn met het berekenen van prijzen, hoeveelheden en manuren voor de offerte en het overleg dat de aannemer met de gemeente heeft gevoerd in aanloop tot het uit te voeren werk. Het daarvoor gefactureerde bedrag van € 761,12 is niet onredelijk.
4.4 De kosten voor het inmeten en starten van de werkzaamheden houden verband met de inzet van werklieden op 5 maart 2002 ten behoeve van de uit te voeren (herstel)werkzaamheden aan het pand. Dat zij op diezelfde dag door Dammers B.V zijn weggestuurd, betekent niet dat de aannemer geen kosten heeft gemaakt.
4.5 Met betrekking tot de factuur van Weijers Eijkhout merkt de gemeente op dat Weijers Eijkhout in onderaanneming van Bergwerf de werkzaamheden aan het dak zou uitvoeren. Ten behoeve daarvan heeft zij materiaal ingekocht bij haar leveranciers. Omdat het werk uiteindelijk niet doorging heeft Bergwerf aan Weijers Eijkhout een afkoopsom voor het betreffende materiaal moeten betalen. Het bedrag van € 1000,-- dat daarvoor in rekening is gebracht, is alleszins redelijk. Ook de kosten voor het annuleren van het transport en het laden en lossen van de vrachtwagen, zijn daadwerkelijk gemaakt. Het daarmee gemoeide bedrag van € 925,-- is niet onredelijk. Overigens betwist de gemeente dat Weijers Eijkhout niet zelf op het werk is geweest. Het doorberekenen van 10% algemene kosten en winst is volstrekt gebruikelijk en niet onredelijk hoog.
4.6 De gemeente betwist dat zij met Dammers B.V. is overeengekomen dat Dammers de door de aannemer van Woningtoezicht gemaakte kosten, vermeerderd met 15% beheerskosten, zou vergoeden. Dammers B.V. is gehouden de kosten verband houdend met de voorbereiding van de toepassing van bestuursdwang te vergoeden, waaronder ook vallen de opnamekosten en het inmeten.
5. De beoordeling
5.1 Van de aan het dwangbevel ten grondslag liggende bestuursdwangaanschrijving is geen voorziening gevraagd. De rechtbank gaat dan ook in deze civielrechtelijke verzetsprocedure van de rechtmatigheid van deze aanschrijving uit.
5.2 De rechtbank stelt vast dat Dammers B.V. binnen de in de aanschrijving vermelde termijn niet aan de aanschrijving heeft voldaan. De gemeente was dan ook bevoegd om na ommekomst van bedoelde termijn de (herstel)werkzaamheden, zoals weergegeven op de (aangepaste) voorzieningenlijst, zelf op kosten van Dammers B.V te doen uitvoeren, althans daartoe de voorbereidingen te treffen.
5.3 Ten aanzien van de hoogte van de kosten die de gemeente ter zake de voorbereiding van bestuursdwang bij Dammers B.V. in rekening heeft gebracht stelt de rechtbank voorop dat de overtreder, in casu Dammers B.V., in beginsel de kosten van de voorbereiding van bestuursdwang verschuldigd is. Daaronder worden tevens begrepen de kosten van de aannemer die de gemeente moet betalen, ook al is de aannemer niet in actie gekomen omdat de aangeschrevene op het laatste moment toch nog zelf tot actie is overgegaan om aan de onwettige situatie een einde te maken.
5.4 In dit verband staat vast dat de gemeente de factuur van de door haar ingeschakelde aannemer, Bergwerf, heeft betaald. Ten aanzien van de op deze factuur vermelde posten en bedragen overweegt de rechtbank als volgt.
Kozijn-raamprofielen
Het is niet onredelijk om de door de aannemer ingekochte materialen ten behoeve van de uitvoering van de (herstel)werkzaamheden bij de overtreder in rekening te brengen. Een verplichting van de gemeente om de door de aannemer aangekochte materialen aan de overtreder aan te bieden kan niet worden aangenomen.
Voorbereidingskosten
Dat de voorbereiding van de uitvoering van de (herstel)werkzaamheden kosten met zich meebrengt is evident. Daarvoor is berekend een bedrag van
€ 761,12 (ex btw). Volgens Dammers B.V. is dit bedrag absurd hoog. Nu zij echter deze stelling niet heeft onderbouwd, wordt deze gepasseerd.
Inmeten en starten ter plaatse
Het is evenmin onredelijk om kosten in rekening te brengen voor de inzet van werklieden voor het verrichten van de (herstel)werkzaamheden, ondanks dat zij feitelijk geen werkzaamheden hebben kunnen verrichten vanwege het feit dat zij zijn weggestuurd door Dammers B.V.. Dat deze werklieden mogelijk diezelfde dag nog elders zijn ingezet doet daaraan niet af.
Factuur Weijers Eijkhout
De kosten van de door Bergwerf ingeschakelde onderaannemer Weijers Eijkhout komen eveneens voor vergoeding door Dammers B.V. in aanmerking. Ook hiervoor geldt dat kosten zijn gemoeid met voorbereiding van de te verrichten (herstel)werkzaamheden, het aanschaffen van materiaal en het annuleren van een vrachtwagentransport. In het door Dammers B.V. gestelde ziet de rechtbank geen aanknopingspunten voor de conclusie dat het door Weijers Eijkhout gefactureerde bedrag van € 1.925,-- onredelijk hoog is.
5.5 Dat tussen partijen een andersluidende afspraak is gemaakt met betrekking tot de gehoudenheid van Dammers B.V. tot betaling van de kosten van de voorbereiding van bestuursdwang dan waartoe Dammers B.V. op grond van de wet gehouden is, is niet komen vast te staan.
5.6 Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat de gemeente de kosten van de voorbereiding van bestuursdwang redelijkerwijs ten laste van Dammers B.V. heeft kunnen brengen, zodat de vordering van Dammers B.V. zal worden afgewezen.
5.7 Dammers B.V. zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
6. De beslissing
De rechtbank,
In oppositie
wijst de vordering af;
veroordeelt Dammers B.V. in de proceskosten aan de zijde van de gemeente, tot aan deze uitspraak bepaald op € 244,-- aan verschotten en op € 960,--aan salaris voor de procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Franken.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.
1580