ECLI:NL:RBROT:2006:AZ0398
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. de Loor-Alwin
- Rechtspraak.nl
Incidentieel geschil over bevoegdheid en vordering tot vernietiging jaarrekening
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, stond een incidentieel geschil centraal tussen de rechtspersoon Computtel North America Inc. en de besloten vennootschap Vege Holding B.V. Computtel, gevestigd in Washington, USA, vorderde in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat het EBIT-resultaat onjuist was vastgesteld en dat de rechtbank een bedrag zou bepalen waarop het EBIT-resultaat van 2004 had behoren te worden vastgesteld. Dit werd onderbouwd met de stelling dat er sprake was van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de contractsverplichtingen.
Vege daarentegen stelde in het incident dat de vordering van Computtel niet onder de reikwijdte van artikel 999 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering viel. Vege betoogde dat de exclusief voorgeschreven jaarrekeningprocedure van artikel 999 e.v. Rv gevolgd diende te worden, waarbij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam absoluut bevoegd was. De rechtbank oordeelde dat de vordering van Computtel niet zag op het niet voldoen van de jaarrekening aan de wettelijke voorschriften, maar op een waardering in de jaarrekening die volgens Computtel onzorgvuldig was vastgesteld.
De rechtbank heeft de incidentele vordering van Vege afgewezen en deze in de kosten van het incident veroordeeld. De uitspraak vond plaats op 11 oktober 2006, waarbij de rechtbank de zaak opnieuw ter rolle uitriep voor conclusie van antwoord op 1 november 2006. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is gewezen door rechter L. de Loor-Alwin.