ECLI:NL:RBROT:2006:BA0381
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Eindvonnis in terugvordering door huurdersvereniging aan verhuurder inzake kosten groenvoorziening
Deze uitspraak betreft een eindvonnis in een terugvordering door de huurdersvereniging 'De Rondelen' aan de verhuurder, de stichting 'Com Wonen', van kosten inzake groenvoorziening. De zaak was afhankelijk van een bij de Hoge Raad aanhangige procedure. De kantonrechter heeft geoordeeld dat terugvordering enkel kan plaatsvinden vanaf 9 juni 2000, ongeacht of de verjaring volgens de regelen der kunst is gestuit. Dit is in het belang van de rechtszekerheid, zodat er een duidelijke tijdsgrens wordt vastgesteld. Tussen partijen is erkend dat 'Com Wonen' deze kosten over het jaar 2000 aan de huurders reeds heeft gerestitueerd.
De procedure begon met een dagvaarding op 7 juli 2004, waarbij 'De Rondelen' werd vertegenwoordigd door mr. P.J.M. van Sloun en 'Com Wonen' door mrs. O.E. Meijer en C.P. van den Berg. De kantonrechter heeft eerder op 8 maart 2005 een tussenvonnis gewezen en een comparitie van partijen gehouden op 25 april 2005. Tijdens deze comparitie heeft 'De Rondelen' haar stellingen, gebaseerd op een vermeende afspraak tussen partijen, laten varen. De kantonrechter heeft besloten de uitspraak van de Hoge Raad in een soortgelijke zaak af te wachten.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vorderingen van 'De Rondelen' worden afgewezen en dat zij als in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van 'Com Wonen' zijn begroot op nihil aan verschotten en op € 1.500,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.