ECLI:NL:RBROT:2007:BB3501
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewijswaardering in koopovereenkomst en verzuim bij ingebrekestelling
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 15 augustus 2007, betreft het een geschil tussen twee partijen, aangeduid als [X] en [Y], over de koop van een woning. De rechtbank heeft zich gebogen over de bewijswaardering van de stelling van [Y] dat [X] de koper van de woning is. [Y] heeft getuigen, waaronder een makelaar, opgeroepen die hebben verklaard dat [X] de woning heeft gekocht. Ondanks dat [X] de gelegenheid had om tegenbewijs te leveren, heeft hij dit nagelaten. De rechtbank concludeert dat [Y] voldoende bewijs heeft geleverd dat [X] de koper is en dat [X] tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat [X] niet heeft betwist dat hij ingebrekestellingen heeft ontvangen, wat leidt tot de conclusie dat hij in verzuim verkeert. De rechtbank bevestigt het eerder uitgesproken verstekvonnis van 27 april 2005, waarin [X] werd veroordeeld tot betaling van proceskosten aan [Y]. De rechtbank verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat [Y] direct kan overgaan tot uitvoering van de veroordeling, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.
De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken en de gevolgen van het niet leveren van tegenbewijs door de gedaagde partij. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van [Y] vastgesteld op € 1.152,=, te betalen door [X].