ECLI:NL:RBROT:2007:BB6581
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Deskundigenrapport en partijdigheid in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 26 juni 2007, is er een geschil ontstaan over de objectiviteit van een deskundige, drs. P.L. Zevenbergen, die was benoemd om een oordeel te vellen over de handtekening onder een opzeggingsbrief. Eiser, vertegenwoordigd door mr. R.M. Prins, betwistte de onpartijdigheid van de deskundige nadat de vereffenaar, mr. W.J. Barendse, een eerder deskundigenrapport had toegestuurd aan de nieuwe deskundige. Eiser vreesde dat deze actie de objectiviteit van het rapport van drs. Zevenbergen zou beïnvloeden.
De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 6 maart 2007 de deskundige benoemd en aangegeven dat het niet noodzakelijk was om processtukken naar de deskundige te zenden. Eiser stelde dat de deskundige nu niet meer objectief kon oordelen, maar de kantonrechter wees deze bezorgdheid van de hand. De deskundige had immers aangegeven niet geïnteresseerd te zijn in het eerdere rapport en was van mening dat hij zijn opdracht onpartijdig kon voltooien.
De kantonrechter benadrukte dat het aan de rechter is om te oordelen op basis van het advies van de deskundige, en dat de integriteit van de deskundige niet in twijfel getrokken mag worden door de handelingen van een procespartij. De rechter concludeerde dat de deskundige zijn opdracht moest voltooien en dat er geen reden was om een nieuwe deskundige te benoemen. De beslissing werd genomen met het oog op de effectiviteit van het deskundigenonderzoek en de waarborging van een eerlijke rechtsgang.