ECLI:NL:RBROT:2008:BD0187
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Marseille
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in gesloten jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 april 2008 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de minderjarige, geboren op [geboortedatum] te Rotterdam. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige al enige maanden in een gesloten jeugdzorginstelling verblijft, genaamd Het Poortje te Groningen. De kinderrechter oordeelt dat het mogelijk was om de minderjarige te onderzoeken met het oog op de verklaring die de stichting zou afgeven. Aangezien dit onderzoek niet heeft plaatsgevonden, kan de verklaring van de stichting niet worden geaccepteerd, omdat deze niet is voorzien van de instemming van een gedragsdeskundige die de minderjarige kort daarvoor heeft onderzocht. Hierdoor kan de gevraagde machtiging tot uithuisplaatsing niet worden verleend.
De kinderrechter heeft eerder op 23 januari 2008 een machtiging verleend voor de opname van de minderjarige in een instelling voor gesloten jeugdzorg tot 11 april 2008. De raad voor de kinderbescherming heeft op 2 april 2008 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van de minderjarige en heeft tevens verzocht om verlenging van de machtiging tot plaatsing in de gesloten jeugdzorg. De minderjarige is gehoord in het bijzijn van haar advocaat, mr. M. Verschoor.
De kinderrechter heeft de gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig geacht, zoals gesteld in artikel 1:254, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek. Voor de verlenging van de machtiging tot plaatsing in de gesloten jeugdzorg is het noodzakelijk dat de jeugdige ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen heeft, die haar ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De stichting heeft verklaard dat dit het geval is, maar de kinderrechter heeft geconcludeerd dat de verklaring niet kan worden geaccepteerd zonder het noodzakelijke onderzoek door een gedragswetenschapper. De kinderrechter heeft de beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen.