ECLI:NL:RBROT:2008:BD7203
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- L.A.C. van Nifterick
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het wrakingsverzoek tegen de rechter in een strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 15 juli 2008 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die preventief gedetineerd was in P.I. Rijnmond, had de wraking ingediend tegen mr. [naam rechter], vice-president in de rechtbank Rotterdam, naar aanleiding van een zitting op 4 juli 2008. Tijdens deze zitting weigerde de rechter meermalen om de door de griffier vastgelegde uitspraken van de raadsman voor te lezen. Verzoeker en zijn raadsman voerden aan dat deze weigering een aanwijzing was voor de niet-onpartijdigheid van de rechter, wat leidde tot de vrees dat de rechter vooringenomen was.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde omstandigheden geen zwaarwegende aanwijzing opleverden voor de vrees van verzoeker. De rechtbank oordeelde dat de enkele weigering van de rechter om bepaalde uitspraken voor te lezen niet voldoende was om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig was. De wrakingskamer heeft kennisgenomen van het griffiedossier en het faxbericht van de raadsman van verzoeker, maar vond geen houvast voor het oordeel dat de rechter subjectief niet onpartijdig was.
De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, J.A. Faaij. De rechtbank benadrukte dat verzoeker ontvankelijk was in zijn verzoek, maar dat de gronden voor de wraking niet voldoende waren om de rechter te wraken. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en afgewezen.