ECLI:NL:RBROT:2008:BD7208
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- L.A.C. van Nifterick
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 15 juli 2008 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker die preventief gedetineerd was. Het verzoek was gericht tegen de vice-president van de rechtbank, mr. [naam rechter], en was gebaseerd op de vermeende onpartijdigheid van de rechter. De verzoeker stelde dat het proces-verbaal van de zitting op 4 juli 2008 grote gebreken vertoonde en dat dit een aanwijzing was voor de vrees dat de rechter niet onpartijdig was. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde omstandigheden geen zwaarwegende aanwijzing opleverden voor de vrees van de verzoeker. De rechtbank oordeelde dat de wijze van verslaglegging in het proces-verbaal niet voldoende was om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig was. De rechtbank benadrukte dat er andere wegen openstonden voor de verzoeker om de gewenste verbetering van het proces-verbaal te bewerkstelligen, zoals besproken tijdens eerdere zittingen. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden.