ECLI:NL:RBROT:2008:BE8901
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van verzet tegen verstekvonnis en herstelmogelijkheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 juli 2008 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft de ontvankelijkheid van [opposante] in haar verzet tegen een eerder verstekvonnis van 17 december 2003. [opposante] had op 31 december 2003 verzet aangetekend, maar de zaak was op de aangezegde rechtsdag van 14 januari 2004 niet ter rolle ingeschreven. Dit verzuim had [opposante] kunnen herstellen door binnen veertien dagen een herstelexploot uit te brengen, wat niet is gebeurd. De rechtbank oordeelt dat het verzuim niet is hersteld, aangezien er geen instemming van de wederpartij, [geopposeerde], is verkregen voor de inschrijving van de zaak op een andere datum.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzet van [opposante] niet-ontvankelijk is, waardoor het eerdere verstekvonnis in stand blijft. [opposante] wordt veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die door de rechtbank zijn vastgesteld op € 384,-- aan salaris voor de procureur van [geopposeerde]. De rechtbank beveelt tevens dat een afschrift van het vonnis aan de procureur van [geopposeerde], mr. J. Kneppelhout, wordt afgegeven. De uitspraak is openbaar gedaan en de rechtbank heeft kennisgenomen van diverse processtukken, waaronder een tussenvonnis en correspondentie tussen de partijen.