ECLI:NL:RBROT:2008:BF1939
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen contradictoir vonnis en ontvankelijkheid van de opposant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 10 september 2008, is een vonnis uitgesproken in een verzetprocedure. De opposant had verzet aangetekend tegen een eerder vonnis van 9 januari 2008, dat volgens de opposant ten onrechte als verstekvonnis was aangeduid. De rechtbank heeft vastgesteld dat het eerdere vonnis op tegenspraak was gewezen, aangezien de opposant wel degelijk bij procureur was verschenen. De rechtbank oordeelde dat de vermelding van 'verstekvonnis' in de kop van het vonnis niet afdoet aan de inhoudelijke werkelijkheid dat het een vonnis op tegenspraak betreft. De rechtbank benadrukte dat de inhoud van het vonnis doorslaggevende betekenis heeft, niet de vorm. Aangezien de opposant niet heeft geconcludeerd voor antwoord, werd hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzet. Tevens werd de opposant veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de geopposeerde zijn vastgesteld op € 452,- aan salaris voor de advocaat. Dit vonnis is uitgesproken door de enkelvoudige kamer van de rechtbank en is openbaar gemaakt.