ECLI:NL:RBROT:2008:BF7342
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- L.A.C. van Nifterick
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoeken niet-ontvankelijk verklaard wegens misbruik van het wrakingsmiddel
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 2 oktober 2008 uitspraak gedaan over de wrakingsverzoeken van verzoeker tegen mr. [naam rechter], kantonrechter in de rechtbank Rotterdam. Verzoeker heeft op 30 juli 2008 de rechter in beide procedures gewraakt, maar deze verzoeken zijn bij beschikking van 11 september 2008 afgewezen. Vervolgens heeft verzoeker op 19 september 2008 opnieuw wraking verzocht. De wrakingskamer heeft de griffiedossiers van de civielrechtelijke procedures bestudeerd en vastgesteld dat de inhoud van de schriftelijke reactie van de rechter aan verzoeker bekend was ten tijde van de mondelinge behandeling van de eerste wrakingsverzoeken op 28 augustus 2008. Dit betekent dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven voor een tweede wrakingsverzoek, zoals vereist volgens artikel 37, lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoeken, omdat hij het middel tot wraking herhaaldelijk zonder deugdelijke grondslag inzet. Dit heeft geleid tot vertraging in de procedure, wat als misbruik van het wrakingsmiddel wordt beschouwd. De rechtbank heeft daarom bepaald dat een volgend verzoek tot wraking van mr. [naam rechter] niet in behandeling zal worden genomen. Deze beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier, J.A. Faaij, en is ondertekend door de rechters van de meervoudige kamer.