ECLI:NL:RBROT:2008:BG6353
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing erkenning Stichting NROA als geschilleninstantie onder de Wet op het financieel toezicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 november 2008 uitspraak gedaan in het geschil tussen de Stichting het Nationaal Register van Ongebonden Assurantietussenpersonen (hierna: Stichting NROA) en de Minister van Financiën. De Stichting NROA had verzocht om erkenning als geschilleninstantie op basis van artikel 4:17 van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De Minister van Financiën heeft dit verzoek afgewezen, wat de Stichting NROA heeft doen besluiten om hiertegen beroep in te stellen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Minister van Financiën het bezwaar van de Stichting NROA tegen de afwijzing van het verzoek om erkenning ongegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft de procedure besproken, waarbij op 7 november 2008 een zitting heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft overwogen dat de Stichting NROA niet voldoet aan de eisen die zijn gesteld in de artikelen 44, 45 en 47 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo). De rechtbank heeft geconcludeerd dat de klachten- en geschillenbeslechtingsregeling van de Stichting NROA op verschillende punten tekortschiet.
De rechtbank heeft de grieven van de Stichting NROA verworpen en geoordeeld dat de Minister van Financiën terecht heeft geoordeeld dat de klachtenregeling niet aan de wettelijke eisen voldoet. De rechtbank heeft de Stichting NROA in haar standpunt niet gevolgd dat de tekortkomingen eenvoudig te verhelpen zijn, aangezien de Minister reeds eerder op deze gebreken heeft gewezen. De rechtbank heeft het beroep van de Stichting NROA ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak is openbaar gedaan en biedt inzicht in de eisen die aan geschilleninstanties worden gesteld onder de Wft, evenals de rol van de Minister van Financiën in het erkenningsproces.