ECLI:NL:RBROT:2008:BG8228
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Nietige overeenkomst als gevolg van voorschriften van de Colportagewet met betrekking tot BKR-melding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 17 december 2008, betreft het een tussenvonnis in een civiele procedure tussen IDM Financieringen B.V. en twee gedaagden. De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of een overeenkomst nietig is op basis van de voorschriften van de Colportagewet. De eiseres, IDM Financieringen B.V., heeft een geldkrediet aangeboden aan de gedaagden, maar de rechtbank oordeelt dat de overeenkomst niet voldoet aan de vereisten van artikel 24 van de Colportagewet, die stelt dat een overeenkomst die het gevolg is van colportage op straffe van nietigheid moet voldoen aan bepaalde voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst nietig is omdat de noodzakelijke vermelding van de mogelijkheid tot ontbinding en het adres voor de mededeling niet is opgenomen.
De rechtbank heeft partijen verzocht zich uit te laten over de gevolgen van de nietigheid van de overeenkomst, met name met betrekking tot de BKR-registratie. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere conclusiewisseling, waarbij IDM in de gelegenheid wordt gesteld om een conclusie te nemen over de vordering in reconventie, waarna de gedaagden kunnen reageren. Dit tussenvonnis benadrukt de noodzaak voor kredietverstrekkers om zich te houden aan de wettelijke vereisten bij het aangaan van overeenkomsten, vooral in het kader van colportage.
De uitspraak is van belang voor de rechtsverhouding tussen partijen en de implicaties van de nietigheid van de overeenkomst voor de BKR-registratie. De rechtbank heeft alle overige beslissingen aangehouden in afwachting van de conclusiewisseling.