ECLI:NL:RBROT:2008:BH2171

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
892903
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens dringende reden en veranderde omstandigheden na diefstal en overtreding veiligheidsregels

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer bij ExxonMobil. De werkgever verzocht om ontbinding op basis van een dringende reden, namelijk diefstal van gas en het overtreden van veiligheidsregels. De werknemer, die sinds 1988 in dienst was, werd betrapt terwijl hij gas aftapte van een grote gasfles voor privégebruik. De kantonrechter oordeelde dat de ernst van de gedragingen en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, waaronder zijn langdurige onberispelijke dienstverband en zijn leeftijd, onvoldoende waren om tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst over te gaan. De kantonrechter wees het verzoek van ExxonMobil af, omdat de gedragingen van de werknemer niet als een dringende reden konden worden gekwalificeerd. De rechter concludeerde dat er geen opzegverbod was en dat de werknemer niet opzettelijk had gehandeld, maar eerder de geldende regels had veronachtzaamd. De kantonrechter benadrukte dat een eenmalig incident niet voldoende was om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, vooral gezien de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. De proceskosten werden voor eigen rekening van partijen bepaald.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector kanton
Uitspraak: 10 juli 2008
Beschikking ex artikel 7:685 burgerlijk wetboek
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ExxonMobil Chemical Holland B.V.,
gevestigd te Rozenburg,
verzoekster,
gemachtigde: mr. J.L.A. Nicolai,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
verweerder,
gemachtigde: mr. H. Veldhuizen.
Partijen worden aangeduid als “ExxonMobil” respectievelijk “[verweerder]”, tenzij anders is vermeld.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Het verzoekschrift van ExxonMobil met producties is ontvangen op 22 mei 2008. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. Door ExxonMobil is een aanvullende productie toegezonden. De mondelinge behandeling, in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden, heeft plaatsgevonden op 26 juni 2008. Mr. Nicolai heeft een pleitnota overgelegd. De griffier heeft van het verhandelde aantekening gehouden.
1.2. Gelijktijdig met de mondelinge behandeling heeft de behandeling van het door [verweerder] aangevangen kort geding, strekkende tot wedertewerkstelling, plaatsgevonden (zaaknummer: 893429).
2. De vaststaande feiten
2.1. [verweerder] (geboren op 17 september 1959) is sedert 1 juni 1988 in loondienst werkzaam voor ExxonMobil, althans haar rechtsvoorgangsters. Zijn huidige maandsalaris bedraagt €. 3.684,31 bruto, te vermeerderen met een toeslag wegens ploegendienst ten bedrage van maandelijks €. 1.105,29 bruto. Hij werkt als Process Operator Senior A.
2.2. Op 5 mei 2008 is hij geschorst met behoud van salaris. Kort daarna is hem medegedeeld dat het onderhavige verzoek door ExxonMobil zou worden ingediend.
3. Het verzoek
3.1. Het verzoek strekt ertoe dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Primair wegens een dringende reden en subsidiair op grond van veranderde omstandigheden, kosten rechtens.
3.2. In het verzoekschrift sub 2.2. worden de verwijten kernachtig weergegeven:
“Op 2 mei 2008 is [verweerder] door Security van de petrochemische fabriek te Rozenburg betrapt terwijl hij bezig was gas af te tappen van een aan ExxonMobil toebehorende grote gasfles. [verweerder] was een eigen gasflesje voor privégebruik aan het vullen uit deze gasfles. Hij had daarvoor toestemming gevraagd noch verkregen. Bij het overtappen van gas kwam gas vrij en ontstond een onveilige situatie.”
3.3. Op grond van diefstal (bedoeld zal zijn: verduistering in dienstbetrekking) en het creëren van een onveilige situatie concludeert ExxonMobil tot het bestaan van een dringende reden. Voormelde gedragingen leiden er in elk geval toe dat er geen vertrouwen meer is in [verweerder] en dat de arbeidsovereenkomst wegens veranderde omstandigheden moet worden ontbonden, zonder dat aan [verweerder] een vergoeding toekomt.
4. Het verweer
Het verweer strekt ertoe dat het primaire verzoek dient te worden afgewezen. Het subsidiaire verzoek kan enkel worden toegewezen als aan [verweerder] een vergoeding wordt toegekend met een C-factor = 2 ingevolge de kantonrechtersformule, een en ander kosten rechtens.
5. De beoordeling
Inleiding
5.1. Partijen voeren over en weer de nodige argumenten aan, zowel van juridische als van feitelijke aard. Deze worden hierna besproken, voorzover zij althans relevant blijken voor de uitkomst van de procedure.
Opzegverbod
5.2. Het is de kantonrechter niet gebleken dat sprake is van enig opzegverbod.
Dringende reden
Verduistering
5.3. Uit de verklaringen van zowel portier als magazijnmedewerker volgt dat ExxonMobil toestaat dat haar medewerkers op kleine schaal haar eigendommen mogen gebruiken voor privé-doeleinden; lassen, uitlenen gasflesje enz. 89 collega’s en leidinggevenden van ExxonMobil hebben een verklaring ondertekend met daarin onder andere de volgende passage:
“(…) Harry had gewoon een uitvoerbonnetje moeten vragen. Waarschijnlijk was het krijgen van een beetje, toch niet meer gebruikt gas geen enkel probleem geweest. In ieder geval was het dan duidelijk geweest.”
5.4. Voorts blijkt uit de stukken dat [verweerder] niet in het geniep, maar in alle openheid tijdens zijn dienst een geringe hoeveelheid gas wilde aftappen. Hij heeft hierover gesproken met twee maintenance medewerkers en de portier. De portier nam de handelingen van [verweerder] waar, kondigde aan de dienstdoende manager te bellen en vervolgens heeft [verweerder] gewacht tot diens komst. Uiteindelijk heeft hij geen gas getapt. [verweerder] geeft aan dat hij er spijt van heeft en toestemming had moeten vragen aan zijn supervisor. Overigens vertegenwoordigt de af te tappen hoeveelheid gas (één liter) een zeer geringe geldwaarde.
5.5. Geoordeeld wordt dat deze omstandigheden geen dringende reden opleveren. Veeleer is sprake van een veronachtzaming door [verweerder] van de geldende regels. Dat is kwalijk, maar onvoldoende is van opzet tot het plegen van verduistering in dienstbetrekking en aldus het schade toebrengen aan de belangen van ExxonMobil gebleken.
Veiligheid
5.6. [verweerder] heeft in zijn verweerschrift en ter zitting uitgelegd dat geen onveilige situatie kon ontstaan. Dit heeft van doen met de plek waar hij voornemens was zijn gasflesje bij te vullen. Daar kan zonder permit worden gewerkt. Bovendien is [verweerder] zeer ervaren, heeft hij deze handeling eerder verricht en heeft hij de nodige trainingen gevolgd. Volgens [verweerder] heeft ExxonMobil dit verwijt er later bijgehaald, nu het geen rol speelde in het kader van de schorsing.
5.7. ExxonMobil voert onder andere aan dat het gasflesje over de datum was, dat de Supervisor mede daarom geen toestemming zou hebben gegeven en dat er dus een veiligheidsrisico is ontstaan. Dit kan niet worden geaccepteerd in een petrochemische fabriek.
5.8. Overwogen wordt dat door ExxonMobil niet is weersproken dat het aftappen zou plaatsvinden op een veilige plek, dat [verweerder] ervaren was en veiligheidstrainingen had gevolgd. Aan ExxonMobil kan worden toegegeven dat het niet correct lijkt om met een qua datum verlopen flesje gas te willen aftappen. Echter, overheersend is komen vast te staan dat er geen gevaarlijke situatie is ontstaan, temeer nu ter zitting door ExxonMobil is medegedeeld dat er geen specifieke verbodsnorm door [verweerder] is overtreden. [verweerder] heeft onverstandig gehandeld, hetgeen meer neerkomt op een veronachtzaming van regels. Dit levert geen dringende reden op.
Dringende reden: persoonlijke omstandigheden
5.9. In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, zoals in casu een zeer langdurig onberispelijk dienstverband, de leeftijd van [verweerder], zijn kansen op de arbeidsmarkt, zijn gezinssituatie, zijn gehoorhandicap en de omstandigheid dat hij inziet een fout te hebben gemaakt en daarover spijt heeft betuigd. Tegen deze achtergrond is beëindiging wegens een dringende reden evenzeer niet toegestaan, nu dit niet redelijk zou zijn. ExxonMobil had dienen te volstaan met een andere sanctie, zoals bijvoorbeeld een schriftelijke berisping, schorsing, looninhouding of een andere sanctie.
5.10. Het verzoek, voorzover gebaseerd op een dringende reden, wordt derhalve afgewezen.
Veranderde omstandigheden
5.11. Het verzoek, voorzover gebaseerd op veranderde omstandigheden, wordt eveneens afgewezen. Een eenmalig incident als het onderhavige is onvoldoende om ontbinding van de arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen, temeer gezien de voormelde persoonlijke omstandigheden. [verweerder] dient zich overigens wel te realiseren dat hij in de toekomst “op eieren loopt” nu deze voor hem positieve beslissing niet betekent dat het incident geen relevantie heeft gehad. Immers, indien een soortgelijk incident zich wederom zou voordoen, dient [verweerder] er rekening mee te houden dat wel degelijk tot ontbinding zou kunnen worden besloten.
Proceskosten
5.12. Er wordt reden gezien te bepalen dat partijen de proceskosten voor eigen rekening dienen te houden.
6. De beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af,
bepaalt dat partijen de proceskosten voor eigen rekening dienen te houden.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J.J. van Rijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.