ECLI:NL:RBROT:2009:BK1089
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- L.A.C. van Nifterick
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in strafzaak
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 23 oktober 2009 een verzoek tot wraking van de kantonrechter afgewezen. Verzoeker had de kantonrechter gewraakt op basis van de veronderstelling dat er een persoonlijke relatie bestond tussen hem en de kantonrechter, die in 2008 een zaak had behandeld in een restaurant tijdens een bijeenkomst van een vrijmetselaarsloge. Tijdens de zitting van 16 oktober 2009 is het wrakingsverzoek behandeld, waarbij de kantonrechter en de officier van justitie, mr. M. van Kuilenburg, aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarop verzoeker zich beroept niet vaststaan en dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid van de kantonrechter is. De rechtbank heeft de omstandigheden die door verzoeker zijn aangevoerd als summier en niet overtuigend beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat er geen aanwijzingen zijn dat de kantonrechter subjectief niet onpartijdig was. De vrees van verzoeker dat de rechter jegens hem een vooringenomenheid koestert, is niet objectief gerechtvaardigd. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen is genomen na zorgvuldige overweging van de aangevoerde argumenten en het proces-verbaal van de terechtzitting. De voorzitter, mr. H. van Lokven-van der Meer, was buiten staat deze beslissing te ondertekenen, en de beslissing is namens hem ondertekend door de jongste rechter.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek tot wraking ongegrond is en heeft het verzoek afgewezen. Deze uitspraak is gedaan in het kader van de strafzaak tegen verzoeker, die eerder op 14 september 2009 was behandeld.