ECLI:NL:RBROT:2009:BK4398
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak heeft de meervoudige kamer voor wrakingszaken van de Rechtbank Rotterdam op 23 november 2009 een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door de verzoeker in een strafzaak, die zich niet kon vinden in het optreden van de rechter-commissaris. De verzoeker stelde dat de rechter-commissaris vooringenomen was, onder andere vanwege het niet steeds paraat hebben van gegevens uit het dossier en de wijze van verbaliseren tijdens het getuigenverhoor. De wrakingskamer heeft het procesverloop en de argumenten van de verzoeker zorgvuldig beoordeeld. De rechter-commissaris had op 17 augustus 2009 een getuige gehoord, waarbij de advocaat van een medeverdachte de rechter-commissaris had gewraakt. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor een vooringenomenheid van de rechter-commissaris. De verzoeker had verschillende klachten geuit over de communicatie en de wijze van verhoor, maar de wrakingskamer concludeerde dat deze klachten niet voldoende waren om te oordelen dat de rechter-commissaris niet onpartijdig was. De wrakingskamer heeft benadrukt dat de rechter-commissaris bevoegd is om vragen van getuigen te beletten en dat de beoordeling van de getuigenbeëdiging aan hem is voorbehouden. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen is genomen na een zorgvuldige afweging van alle ingebrachte argumenten en feiten.