ECLI:NL:RBROT:2009:BK4435

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
341959 / HA RK 09-213
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning in bestuursrechtelijke procedure niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 25 november 2009 uitspraak gedaan over een verzoek tot verschoning van een rechter in een bestuursrechtelijke procedure. Het verzoek om verschoning werd ingediend door de rechter zelf, die zich eerder definitief had teruggetrokken uit de behandeling van de zaken. De voorzitter van de meervoudige kamer had de partijen geïnformeerd dat de rechter niet meer bij de behandeling betrokken zou zijn, waardoor de grondslag voor het verzoek om verschoning was komen te vervallen. De rechtbank oordeelde dat het middel van verschoning niet bedoeld is om een reeds uitgesproken terugtrekking te bevestigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechter, die het verzoek tot verschoning indiende, niet meer betrokken was bij de behandeling van de zaken, en verklaarde het verzoek om verschoning niet-ontvankelijk. Deze beslissing werd genomen na een zitting op 16 november 2009, waar de rechter niet aanwezig was en de eiseressen zich ook niet lieten vertegenwoordigen. De uitspraak benadrukt het belang van de onpartijdigheid van de rechter en de procedurele vereisten voor een verzoek tot verschoning, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Uitspraak : 25 november 2009
Zaaknummer : 341959
Rekestnummer : HA RK 09-213
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Beslissing van de meervoudige kamer op het verzoek van:
[naam rechter], zitting doende als (plaatsvervangend) rechter in de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht (hierna: de rechter),
strekkende tot verschoning in de zaken, geregistreerd onder de nummers AWB 08/2651 WOZ-T2 t/m AWB 08/2657 WOZ-T2,
van
[namen van vijf eiseressen] (hierna: eiseressen), alle gevestigd te Rotterdam, gemachtigde mr. T. de Goede, namens [naam vennootschap], gevestigd te Rotterdam,
tegen
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam (hierna: verweerder).
1. Het procesverloop en de processtukken
In bovengenoemde zaken heeft het eerste onderzoek ter zitting plaatsgevonden op 8 mei 2009. Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank het onderzoek ter zitting geschorst en bepaald dat het vooronderzoek zal worden hervat.
Het tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2009.
De rechtbank heeft toen in reactie op (onderdeel 1. van) de door de gemachtigde van eiseressen voorgedragen pleitnota het onderzoek ter zitting geschorst.
Na hervatting heeft de voorzitter van de meervoudige kamer, [naam voorzitter], partijen medegedeeld, dat de rechter zich terugtrekt, dat een plaatsvervangend lid zal worden gezocht en dat om die reden de zaken tot nader bericht zullen worden aangehouden.
Na afloop van de zitting heeft de rechter de beslissing om zich terug te trekken doen voorleggen aan de verschoningskamer. De rechter heeft bij mail van 10 november 2009 schriftelijk een nadere toelichting gegeven.
De verschoningskamer heeft kennis genomen van de dossiers van de beroepsprocedures, waarin zich onder meer bevindt het proces-verbaal van de zitting van 28 oktober 2009.
Het verzoek om verschoning is ter zitting van 16 november 2009 behandeld.
De rechter is, met bericht, niet verschenen. Eiseressen hebben zich niet ter zitting laten vertegenwoordigen. Namens verweerder zijn als toehoorders verschenen [namen toehoorders].
2. De beoordeling
2.1
Op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 kan ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen. Ingevolge artikel 8:19, tweede lid, geschiedt het verzoek schriftelijk en is het verzoek gemotiveerd. Na de aanvang van het onderzoek ter zitting, onderscheidenlijk na de aanvang van het horen van partijen of getuigen in het vooronderzoek kan het ook mondeling geschieden.
Geschiedt het verzoek ter zitting, dan wordt het onderzoek ter zitting ingevolge artikel 8:19, derde lid, geschorst.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Artikel 8:19, voornoemd, regelt de procedurele vereisten waaraan een verzoek van de rechter tot verschoning moet voldoen. Artikel 8:19 veronderstelt dat de rechter die het verzoek betreft nog steeds bij de behandeling van de zaken betrokken is. In casu is hiervan geen sprake.
Blijkens het proces-verbaal van de zitting van 28 oktober 2009 heeft de rechter zich tijdens de tweede zitting - na beraad - reeds definitief teruggetrokken en heeft de voorzitter van de meervoudige kamer partijen medegedeeld dat de rechter niet meer bij de behandeling van de zaken betrokken zal zijn.
Met een dergelijke beslissing is de grondslag aan het verzoek om verschoning als bedoeld in artikel 8:19 van de Awb komen te ontvallen. De vraag of de rechter bij de behandeling van de zaken betrokken kan blijven behoeft immers geen beantwoording meer. Het middel van verschoning strekt er niet toe om een reeds uitgesproken terugtrekking te bevestigen.
Het verzoek is mitsdien niet-ontvankelijk.
3. De beslissing
Verklaart het verzoek van [naam rechter] om verschoning niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven op 25 november 2009 door mr. M.F.L.M. van der Grinten, voorzitter, mr. L.A.C. van Nifterick en mr. H.J.M. van der Kaaij, rechters.
Deze beslissing is door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van J. Bijleveld, griffier.
Bij afwezigheid van de voorzitter is deze beslissing door de oudste rechter en de griffier ondertekend.