Uitspraak : 25 november 2009
Zaaknummer : 341959
Rekestnummer : HA RK 09-213
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Beslissing van de meervoudige kamer op het verzoek van:
[naam rechter], zitting doende als (plaatsvervangend) rechter in de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht (hierna: de rechter),
strekkende tot verschoning in de zaken, geregistreerd onder de nummers AWB 08/2651 WOZ-T2 t/m AWB 08/2657 WOZ-T2,
[namen van vijf eiseressen] (hierna: eiseressen), alle gevestigd te Rotterdam, gemachtigde mr. T. de Goede, namens [naam vennootschap], gevestigd te Rotterdam,
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam (hierna: verweerder).
1. Het procesverloop en de processtukken
In bovengenoemde zaken heeft het eerste onderzoek ter zitting plaatsgevonden op 8 mei 2009. Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank het onderzoek ter zitting geschorst en bepaald dat het vooronderzoek zal worden hervat.
Het tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2009.
De rechtbank heeft toen in reactie op (onderdeel 1. van) de door de gemachtigde van eiseressen voorgedragen pleitnota het onderzoek ter zitting geschorst.
Na hervatting heeft de voorzitter van de meervoudige kamer, [naam voorzitter], partijen medegedeeld, dat de rechter zich terugtrekt, dat een plaatsvervangend lid zal worden gezocht en dat om die reden de zaken tot nader bericht zullen worden aangehouden.
Na afloop van de zitting heeft de rechter de beslissing om zich terug te trekken doen voorleggen aan de verschoningskamer. De rechter heeft bij mail van 10 november 2009 schriftelijk een nadere toelichting gegeven.
De verschoningskamer heeft kennis genomen van de dossiers van de beroepsprocedures, waarin zich onder meer bevindt het proces-verbaal van de zitting van 28 oktober 2009.
Het verzoek om verschoning is ter zitting van 16 november 2009 behandeld.
De rechter is, met bericht, niet verschenen. Eiseressen hebben zich niet ter zitting laten vertegenwoordigen. Namens verweerder zijn als toehoorders verschenen [namen toehoorders].
2.1
Op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 kan ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen. Ingevolge artikel 8:19, tweede lid, geschiedt het verzoek schriftelijk en is het verzoek gemotiveerd. Na de aanvang van het onderzoek ter zitting, onderscheidenlijk na de aanvang van het horen van partijen of getuigen in het vooronderzoek kan het ook mondeling geschieden.
Geschiedt het verzoek ter zitting, dan wordt het onderzoek ter zitting ingevolge artikel 8:19, derde lid, geschorst.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Artikel 8:19, voornoemd, regelt de procedurele vereisten waaraan een verzoek van de rechter tot verschoning moet voldoen. Artikel 8:19 veronderstelt dat de rechter die het verzoek betreft nog steeds bij de behandeling van de zaken betrokken is. In casu is hiervan geen sprake.
Blijkens het proces-verbaal van de zitting van 28 oktober 2009 heeft de rechter zich tijdens de tweede zitting - na beraad - reeds definitief teruggetrokken en heeft de voorzitter van de meervoudige kamer partijen medegedeeld dat de rechter niet meer bij de behandeling van de zaken betrokken zal zijn.
Met een dergelijke beslissing is de grondslag aan het verzoek om verschoning als bedoeld in artikel 8:19 van de Awb komen te ontvallen. De vraag of de rechter bij de behandeling van de zaken betrokken kan blijven behoeft immers geen beantwoording meer. Het middel van verschoning strekt er niet toe om een reeds uitgesproken terugtrekking te bevestigen.
Het verzoek is mitsdien niet-ontvankelijk.
Verklaart het verzoek van [naam rechter] om verschoning niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven op 25 november 2009 door mr. M.F.L.M. van der Grinten, voorzitter, mr. L.A.C. van Nifterick en mr. H.J.M. van der Kaaij, rechters.
Deze beslissing is door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van J. Bijleveld, griffier.
Bij afwezigheid van de voorzitter is deze beslissing door de oudste rechter en de griffier ondertekend.