Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[onderneming 1], te [woonplaats], (hierna: [onderneming 1]);
[onderneming 2],te[woonplaats] (hierna: [onderneming 2]),
Stichting Autoriteit Financiële Markten, te Amsterdam, verweerster (hierna: AFM),
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 juni 2010 uitspraak gedaan naar aanleiding van een verzoek om voorlopige voorziening van verzoeksters, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. G.P. Roth, tegen de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM had op 8 april 2010 een boete van € 24.000 opgelegd aan [onderneming 1] wegens overtreding van artikel 115, eerste lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (BGfo). De boete was opgelegd omdat [onderneming 1] bij de beoordeling van kredietaanvragen acceptatiecriteria hanteerde die onvoldoende gericht waren op het voorkomen van overkreditering. Verzoeksters maakten bezwaar tegen de openbaarmaking van de boete en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
Tijdens de zitting op 25 mei 2010 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord. De AFM had in 2006 onderzoek gedaan naar verantwoorde kredietverstrekking en had in 2008 normen vastgesteld die door kredietaanbieders, waaronder [onderneming 1], moesten worden nageleefd. De voorzieningenrechter oordeelde dat [onderneming 1] niet voldeed aan de normen en dat de AFM bevoegd was om een boete op te leggen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de criteria die [onderneming 1] hanteerde onvoldoende bescherming boden tegen overkreditering en dat de AFM terecht had geconcludeerd dat er sprake was van een overtreding.
De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en oordeelde dat de vroegtijdige publicatie van de boete niet in strijd was met de doelen van het gedragstoezicht. De voorzieningenrechter merkte op dat de procedure en de argumenten van verzoeksters niet voldoende waren om de publicatie te schorsen. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de gedragsnormen in de financiële sector ter bescherming van consumenten tegen overkreditering.