ECLI:NL:RBROT:2010:BL8606
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toestemming echtgenote bij aangaan borgtocht en vernietiging
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om de vraag of de borgtocht die door de heer [gedaagde] is aangegaan ten behoeve van de Rabobank, rechtsgeldig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [gedaagde] zich borg heeft gesteld voor een lening van € 45.378,= die aan zijn onderneming, Armastic Kitwerken B.V., was verstrekt. De Rabobank heeft de borgtocht ingeroepen nadat de onderneming was gestaakt en de lening was opgezegd. De gedaagde heeft echter aangevoerd dat de borgtocht niet rechtsgeldig was omdat zijn echtgenote, [gedaagde], geen toestemming had gegeven voor het aangaan van de borgtocht, zoals vereist volgens artikel 1:88 BW.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de borgtocht en de lening zorgvuldig onderzocht. Het is vastgesteld dat de borgtocht niet was aangegaan ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van Armastic, maar eerder voor de financiering van de omzetting van de eenmanszaak naar een besloten vennootschap. Dit betekent dat de hoofdregel van artikel 1:88 BW van toepassing is, wat inhoudt dat de toestemming van de echtgenote vereist was. Aangezien deze toestemming niet was verleend, heeft de rechtbank geoordeeld dat de borgtocht vernietigbaar is.
De rechtbank heeft de vordering van de Rabobank afgewezen en geoordeeld dat de Rabobank de kosten van de procedure moet vergoeden. Dit vonnis benadrukt het belang van de toestemming van de echtgenoot bij het aangaan van borgtochten en de voorwaarden waaronder deze toestemming vereist is. De uitspraak is gedaan op 17 februari 2010 en de rechtbank heeft de Rabobank veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 2.317,50, inclusief de kosten voor de advocaat.