ECLI:NL:RBROT:2010:BM0017
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.J.J. Wetzels
- L.A.C. van Nifterick
- P.H. Veling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 1 april 2010 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de raadsman van verzoeker, die verdachte is in een strafzaak met betrekking tot de strandrellen in Hoek van Holland. De wraking was gericht tegen de rechter-commissaris die belast was met de behandeling van de strafzaak. De raadsman voerde aan dat het beletten van vragen aan de getuige-verbalisant over diens status als verdachte en de disciplinaire maatregelen die tegen hem waren genomen, een reden was om te twijfelen aan de onpartijdigheid van de rechter-commissaris. De rechtbank overwoog dat er geen objectieve of subjectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter-commissaris. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De rechtbank kon niet vaststellen of de door de raadsman gestelde mededelingen door de voorzitter van de strafkamer waren gedaan, en concludeerde dat het beletten van de vragen geen reden was om aan de onpartijdigheid van de rechter-commissaris te twijfelen. Het verzoek tot wraking werd derhalve ongegrond verklaard en afgewezen.