ECLI:NL:RBROT:2010:BM1817
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H. Veling
- L.A.C. van Nifterick
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Toewijzing wrakingsverzoek wegens objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid van de kantonrechter
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 20 april 2010 een wrakingsverzoek toegewezen. Verzoeker vorderde wraking van de kantonrechter, omdat hij vreesde dat deze vooringenomen was. Deze vrees was objectief gerechtvaardigd, gezien het contact tussen verzoeker en de kantonrechter in het verleden, toen de kantonrechter nog advocaat was. De rechtbank oordeelde dat de kantonrechter niet onpartijdig was, omdat er aanwijzingen waren voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid. De kantonrechter had tijdens de comparitie van partijen op 25 maart 2010 het verzoek om een conclusie van repliek afgewezen en had bewijsstukken geweigerd, wat bij verzoeker de indruk wekte dat de kantonrechter niet neutraal was. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden, waaronder de eerdere irritaties tussen verzoeker en de kantonrechter, voldoende waren om het wrakingsverzoek te honoreren. De beslissing werd genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de rechtbank de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht vooropstelde. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. P.W.E. Wijsman, en de beslissing werd openbaar uitgesproken.