ECLI:NL:RBROT:2010:BM2517
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering op grond van artikel 843a Rv in kort geding betreffende inzage in medische bescheiden na overlijden van dochter
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, heeft eiseres, de moeder van [M], een kort geding aangespannen tegen gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], met als doel inzage te verkrijgen in medische bescheiden die verband houden met het overlijden van haar dochter na een plastisch chirurgische ingreep op 16 april 2007. Eiseres vorderde op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dat gedaagden haar afschriften zouden verstrekken van relevante documenten, waaronder het obductieverslag van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en deskundigenberichten van een team van specialisten. Tijdens de zitting op 29 maart 2010 hebben de advocaten van beide partijen hun standpunten toegelicht.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiseres niet heeft aangetoond dat er sprake is van een spoedeisend belang bij haar vordering. De rechter overwoog dat het strafrechtelijk onderzoek naar de omstandigheden van het overlijden van [M] nog gaande was en dat het verkrijgen van de gevraagde bescheiden in dit stadium niet noodzakelijk was voor een behoorlijke rechtsbedeling. De rechter wees erop dat eiseres de mogelijkheid had om de verjaring in een eventuele civielrechtelijke procedure te stuiten en dat zij op een later moment opnieuw een vordering kon indienen indien dat nodig zou zijn.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van gedaagden. De uitspraak benadrukt het belang van het waarborgen van een behoorlijke rechtsbedeling en de noodzaak om de voortgang van het strafrechtelijk onderzoek niet te belemmeren.