ECLI:NL:RBROT:2010:BN2470
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.F.G.T. Hofmeijer - Rutten
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van referenties in aanbestedingsprocedure en recht op openbaarmaking
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 22 juni 2010, staat de beoordeling van de referenties van Vakutrans centraal in het kader van een aanbestedingsprocedure. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de toetsingsvrijheid van de rechter beperkt is bij de beoordeling van selectiecriteria. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de referenties die door Vakutrans zijn ingediend, namelijk CZAV en Mestac, aangezien deze zorgvuldig zijn bestudeerd en geverifieerd door het Waterschap. De voorzieningenrechter benadrukt dat het niet de bedoeling is om de beoordeling van de aanbestedende dienst opnieuw te doen, tenzij er sprake is van duidelijke procedurele of inhoudelijke fouten.
Daarnaast is er een geschil ontstaan over de openbaarmaking van de naam van een derde referent van Vakutrans. Het Waterschap heeft zich beroepen op artikel 45 lid 5 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten, dat bepaalt dat bepaalde gegevens niet openbaar gemaakt hoeven te worden als dit de commerciële belangen van ondernemers kan schaden. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de naam van de referent niet als bedrijfsgevoelige informatie kan worden aangemerkt en dat het Waterschap gehouden is deze naam bekend te maken. Dit is in het belang van de procespartijen, die recht hebben op een eerlijk proces en inzicht in de gemaakte afwegingen.
De voorzieningenrechter heeft het Waterschap de gelegenheid gegeven om de naam van de derde referent bekend te maken, waarna de andere partijen hierop kunnen reageren. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in aanbestedingsprocedures en de rechten van inschrijvers om te weten op basis van welke criteria beslissingen zijn genomen.