ECLI:NL:RBROT:2010:BN3214
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- L.A.C. van Nifterick
- H.J.M. van der Kaaij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens gebrek aan feitelijke grondslag
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 3 augustus 2010 een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door [naam verzoeker] tegen de rechter die op 10 maart 2010 een vonnis had gewezen, waarin de ontruiming van een pand werd bevolen. De wraking was gebaseerd op een vermeende partijdigheid van de rechter, die volgens verzoeker voortkwam uit een misverstand en verkeerde berichtgeving van de rechtbankadministratie. De rechter had in zijn vonnis bepaald dat de ontruiming niet kon worden uitgevoerd totdat de rechtbank had beslist over een termijn voor de ontruiming. Verzoeker had verzocht om uitstel van de rolzitting in afwachting van een schriftelijk bericht van de gemeente Rotterdam, maar dit verzoek werd niet gehonoreerd. De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek feitelijke grondslag mist, omdat de rechter niet in eerste instantie het verzoek om uitstel had gehonoreerd. De beslissing van de rechter was gebaseerd op een instructie die hij had afgegeven aan de roladministratie, die echter niet correct was uitgevoerd. De wrakingskamer concludeerde dat er geen sprake was van partijdigheid en dat het verzoek tot wraking daarom werd afgewezen. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. S.A. Commandeur, en de voorzitter was buiten staat om de beslissing te ondertekenen, waardoor mr. H.J.M. van der Kaaij dit namens hem deed.