ECLI:NL:RBROT:2011:BQ4767
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Deskundigenrapport moet opnieuw worden uitgevoerd wegens strijd met procesrecht en EVRM
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 19 januari 2011 een vonnis uitgesproken in de procedure tussen eiseres en RVS Levensverzekering N.V. De zaak betreft de vraag of het deskundigenrapport, opgesteld door een benoemde deskundige, op een juiste wijze tot stand is gekomen. Eiseres heeft een conclusie na deskundigenbericht ingediend, waarop RVS heeft gereageerd met een antwoordconclusie. De rechtbank heeft eerder een comparitie van partijen bepaald, die op 19 november 2010 heeft plaatsgevonden.
RVS heeft aangevoerd dat het deskundigenrapport in strijd met de wet is tot stand gekomen, omdat zij het rapport in concept niet heeft ontvangen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het rapport niet als onafhankelijk en neutraal kan worden beschouwd, wat in strijd is met artikel 198 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Leidraad deskundigen in civiele zaken. De rechtbank verwijst naar een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waarin wordt benadrukt dat partijen de mogelijkheid moeten hebben om opmerkingen te maken over het deskundigenrapport.
De rechtbank heeft besloten om de zaak te verwijzen naar de rolzitting voor het benoemen van een nieuwe deskundige, waarbij partijen in onderling overleg een deskundige moeten vinden. De rechtbank heeft geen inhoudelijk oordeel gegeven over de zaak, maar heeft wel bepaald dat eiseres het voorschot voor de deskundige moet betalen. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen, waarbij RVS de gelegenheid krijgt om een antwoordakte in te dienen na de akte van eiseres.