ECLI:NL:RBROT:2011:BQ4767

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
277203 / HA ZA 07-244
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenrapport moet opnieuw worden uitgevoerd wegens strijd met procesrecht en EVRM

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 19 januari 2011 een vonnis uitgesproken in de procedure tussen eiseres en RVS Levensverzekering N.V. De zaak betreft de vraag of het deskundigenrapport, opgesteld door een benoemde deskundige, op een juiste wijze tot stand is gekomen. Eiseres heeft een conclusie na deskundigenbericht ingediend, waarop RVS heeft gereageerd met een antwoordconclusie. De rechtbank heeft eerder een comparitie van partijen bepaald, die op 19 november 2010 heeft plaatsgevonden.

RVS heeft aangevoerd dat het deskundigenrapport in strijd met de wet is tot stand gekomen, omdat zij het rapport in concept niet heeft ontvangen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het rapport niet als onafhankelijk en neutraal kan worden beschouwd, wat in strijd is met artikel 198 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Leidraad deskundigen in civiele zaken. De rechtbank verwijst naar een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waarin wordt benadrukt dat partijen de mogelijkheid moeten hebben om opmerkingen te maken over het deskundigenrapport.

De rechtbank heeft besloten om de zaak te verwijzen naar de rolzitting voor het benoemen van een nieuwe deskundige, waarbij partijen in onderling overleg een deskundige moeten vinden. De rechtbank heeft geen inhoudelijk oordeel gegeven over de zaak, maar heeft wel bepaald dat eiseres het voorschot voor de deskundige moet betalen. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen, waarbij RVS de gelegenheid krijgt om een antwoordakte in te dienen na de akte van eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaaknummer: 277203 / HA ZA 07-244
Uitspraak: 19 januari 2011
Vonnis
in de zaak van
mevrouw [eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres bij dagvaarding d.d. 19 januari 2007,
advocaat: mr. M.H. de Lange,
tegen
de naamloze vennootschap
RVS LEVENSVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat: mr. W.J. Hengeveld.
Partijen worden aangeduid als "[eiseres]" en "RVS", tenzij anders is vermeld.
1.Het verdere verloop van de procedure
1.1. Bij vonnis van 14 januari 2009 heeft de rechtbank [X] tot deskundige benoemd. Het deskundigenrapport is opgesteld op 18 augustus 2009. Door [eiseres] is een conclusie na deskundigenbericht ingediend. RVS heeft een antwoordconclusie na deskundigenbericht met producties genomen. Daarna is door [eiseres] een akte na antwoordconclusie na deskundigenbericht met productie ingediend gevolgd door een antwoordakte na akte na antwoordconclusie na deskundigenbericht.
1.2. Bij vonnis van 18 augustus 2010 heeft de rechtbank een comparitie van partijen bepaald. Deze heeft plaatsgevonden op 19 november 2010. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt.
1.3. Het vonnis is uiteindelijk bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1. RVS stelt, afgezien van haar inhoudelijk bezwaren tegen de bevindingen van de deskundige, dat het rapport tot stand is gekomen in strijd met de wet (artikel 198 lid 2, 2e volzin Rv) en de Leidraad deskundigen in civiele zaken. Zij heeft namelijk nooit het deskundigenbericht in concept ontvangen en heeft nooit de mogelijkheid gehad om schriftelijke opmerkingen of verzoeken te doen aan de deskundige.
2.2. De rechtbank oordeelt, onder verwijzing naar de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM 18 maart 1997, NJ 1998, 278), dat hierdoor het deskundigenbericht niet als onafhankelijk en neutraal kan worden beschouwd. Daaraan doet niet af, zoals [eiseres] aanvoert, dat het rapport wel zou voldoen aan de eisen van vakkundigheid en zorgvuldigheid. De rechtbank geeft daar geen oordeel over maar beslist dat de eisen van het procesrecht meebrengen dat het rapport niet kan worden gebruikt.
2.3. Overigens: ook indien het een rapportage door een medicus betreft over een van de procespartijen moet de andere partij in de gelegenheid worden gesteld het concept te controleren, bijvoorbeeld, zoals RVS terecht aanvoert, op de aan de bevindingen ten grondslag gelegde uitgangspunten van feitelijke aard.
2.4. De rechtbank zal dus geen oordeel geven over de inhoudelijke kant van de zaak, doch de zaak verwijzen naar de rolzitting voor uitlaten partijen over een nieuw te benoemen deskundige. Het verdient de voorkeur dat partijen in onderling overleg een deskundige bereid vinden.
2.5. In het vonnis van 14 januari 2009 is de vraagstelling aan de deskundige reeds opgenomen, zodat de rechtbank daarnaar verwijst. Evenzeer geldt dat [eiseres] gehouden is het voorschot voor de deskundige te betalen.
3. De beslissing
De rechtbank:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 2 februari 2011 voor akte na tussenvonnis zijdens [eiseres],
bepaalt dat RVS daarna een antwoordakte mag indienen,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.
1354