ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7125
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.J.J. Wetzels
- L.A.C. van Nifterick
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een wrakingsverzoek in een ontnemingsprocedure met betrekking tot de herkomst van gelden op Turkse bankrekeningen
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 1 juni 2011 een verzoek tot wraking toegewezen in een ontnemingsprocedure. De verzoekster, die eerder was veroordeeld voor witwassen, had de rechters gewraakt omdat zij de verzoeken tot het horen van getuigen, die konden verklaren over de legale herkomst van de gelden op haar Turkse bankrekeningen, zonder voorbehoud hadden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat deze afwijzing, gezien de omstandigheden van de zaak, een onbegrijpelijke beslissing was die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid van de rechters opleverde. De verzoekster had aangevoerd dat de rechters reeds een standpunt over de herkomst van de gelden hadden ingenomen, wat de schijn van partijdigheid wekte. De rechtbank benadrukte dat de mogelijkheid van een legale herkomst van de gelden niet uitgesloten kon worden, zoals ook in een eerder vonnis was overwogen. De beslissing van de rechters om het verzoek tot het horen van getuigen af te wijzen, werd als onterecht beschouwd, omdat dit de verdediging in haar mogelijkheden om zich te verweren ernstig zou kunnen schaden. De rechtbank concludeerde dat de vrees van verzoekster voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd was, en dat de wraking gegrond was. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken van de rechtbank Rotterdam.