ECLI:NL:RBROT:2011:BT2434
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen wegens gebrek aan bewijs door eiseressen in civiele procedure
In de civiele zaak tussen DEUGRO (DEUTSCHLAND) PROJEKT GMBH en ASSEKURANZ – UNION VERSICHERUNGS – AGENTUR GMBH & CO KG. als eiseressen en ECT DELTA TERMINAL B.V. als gedaagde, heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 september 2011 uitspraak gedaan. De zaak betreft een onrechtmatige daad waarbij eiseressen bewijs dienden te leveren dat de chauffeur van gedaagde een fout heeft gemaakt, zoals vereist door artikel 6:170 lid 1 BW. Eiseressen hadden de mogelijkheid om getuigen aan te zeggen van 20 april 2011 tot 29 augustus 2011, maar hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Op 29 augustus 2011 hebben zij via het roljournaal aangegeven geen bewijs door getuigen te willen leveren, wat door de rechtbank als een definitieve beslissing werd geïnterpreteerd.
De rechtbank oordeelde dat de mededeling van eiseressen geen recht op een verlenging van de termijn voor het aanzeggen van getuigen met zich meebracht, aangezien zij al voldoende tijd hadden gekregen om hun bewijs te leveren. De rechtbank concludeerde dat eiseressen niet aan hun bewijsverplichting hadden voldaan, waardoor de vorderingen werden afgewezen. Eiseressen werden als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die door de rechtbank zijn vastgesteld op € 2.175,- aan griffierecht en € 4.973,50 aan advocaatkosten. Het vonnis is uitgesproken in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gedaagde direct aanspraak kan maken op de proceskostenvergoeding.