ECLI:NL:RBROT:2012:BV7968

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
392770 / HA ZA 11-2215
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Griffierecht niet tijdig voldaan; mogelijkheid beroep op hardheidsclausule

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Rotterdam op 29 februari 2012, betreft het een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Klare Lijn B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Maeyveld B.V. De Klare Lijn B.V. had op 13 december 2011 een exploot van dagvaarding uitgebracht, maar heeft het verschuldigde griffierecht niet tijdig voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht uiterlijk vóór 25 januari 2012 betaald had moeten zijn, maar dat De Klare Lijn pas op 13 februari 2012 heeft betaald. De rechtbank overweegt dat, hoewel de betaling te laat is, niet is uitgesloten dat dit op een misverstand berust. Daarom kan De Klare Lijn mogelijk een beroep doen op de hardheidsclausule van artikel 127a, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

De rechtbank heeft De Klare Lijn in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over de mogelijkheid van het beroep op deze hardheidsclausule. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en zal op 28 maart 2012 opnieuw op de rol komen voor het nemen van een akte door De Klare Lijn. De rechtbank heeft in deze uitspraak de relevante artikelen van de Wgbz en Rv genoemd, en benadrukt dat tegen een beslissing op basis van artikel 127a, tweede lid, Rv geen hogere voorziening openstaat. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. F. Aukema-Hartog.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 392770 / HA ZA 11-2215
Vonnis van 29 februari 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE KLARE LIJN B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
eiseres,
advocaat mr. S. Karakaya- Pilavci te Leusden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAEYVELD B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna "De Klare Lijn" en "Maeyveld" genoemd worden.
De procedure
Op 13 december 2011 is een exploot van dagvaarding uitgebracht. De zaak is voor het eerst uitgeroepen op de rolzitting van woensdag 28 december 2011. Op die datum is door eiseres geen griffierecht voldaan. In de procedure is ter kennis van de rechtbank gebracht dat De Klare Lijn het door haar verschuldigde griffierecht alsnog op 13 februari 2012 heeft betaald.
De beoordeling
Artikel 3, derde lid, van de Wet op de griffierechten in burgerlijke zaken (hierna: Wgbz), bepaalt dat het door eiser verschuldigde griffierecht binnen vier weken na de eerste uitroeping van de zaak ter terechtzitting dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of te zijn gestort ter griffie. Derhalve behoorde De Klare Lijn ervoor zorg te dragen dat het griffierecht uiterlijk vóór woensdag 25 januari 2012 was betaald.
Artikel 127a, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) bepaalt dat de gedaagde wordt ontslagen van instantie als sanctie op het door eiser niet of niet binnen de hiervoor gestelde termijn voldoen van het griffierecht. Het derde lid van artikel 127a Rv bevat een hardheidsclausule en het vierde lid bepaalt dat tegen een beslissing ingevolge het tweede lid van artikel 127a Rv geen hogere voorziening openstaat.
Nu niet is uitgesloten dat de te late betaling op een misverstand berust of dat de betaling weliswaar te laat heeft plaatsgevonden, maar dat De Klare Lijn een beroep kan doen op de wettelijke hardheidsclausule van artikel 127a, derde lid Rv, zal De Klare Lijn op grond van artikel 19 Rv in de gelegenheid worden gesteld om zich daarover bij akte uit te laten (vgl. HR 10 februari 2012, LJN BU7255).
2.4. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.
De beslissing
De rechtbank
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 28 maart 2012 voor het nemen van een akte door De Klare Lijn als onder 2.3 vermeld.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken op 29 februari 2012.
2322/548