ECLI:NL:RBROT:2012:BW6063
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake vergunningen voor frequentieruimte
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 mei 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen T-Mobile Netherlands B.V. en de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Agentschap Telecom. T-Mobile had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de verweerder, waarin zij niet-ontvankelijk werd verklaard in haar bezwaar tegen de verleende vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte in de 2,6 GHz-band. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de formele vereisten voor het indienen van een bezwaarschrift was voldaan en dat T-Mobile een procesbelang had, aangezien zij het niet eens was met de inhoud van het primaire besluit. Hierdoor was er geen aanleiding om T-Mobile niet-ontvankelijk te verklaren in haar bezwaar.
De rechtbank oordeelde dat de verweerder inhoudelijk op het bezwaarschrift had moeten beslissen en vernietigde het bestreden besluit. De rechtbank verklaarde het beroep van T-Mobile gegrond en verplichtte de verweerder om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd bepaald dat de verweerder het door T-Mobile betaalde griffierecht van € 302,- diende te vergoeden en dat de proceskosten, vastgesteld op € 874,-, aan T-Mobile moesten worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.