ECLI:NL:RBROT:2012:BX2370
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- L.A.C. van Nifterick
- H. van Lokven-Van der Meer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2012 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de verzoeker tegen de rechter-commissaris. De verzoeker, die verdacht werd van het proberen om zijn echtgenote om het leven te brengen, had bezwaar gemaakt tegen de benoeming van een deskundige door de rechter-commissaris. De verdediging had verzocht om de benoeming van Dr. [M] als deskundige voor een contra-expertise, maar de rechter-commissaris had in plaats daarvan Dr. [P] benoemd. De verzoeker stelde dat deze beslissing onbegrijpelijk was en dat de rechter-commissaris niet objectief had gehandeld, wat leidde tot de wraking. Tijdens de zitting op 28 juni 2012 werd het wrakingsverzoek behandeld, waarbij de raadsman van de verzoeker zijn standpunt toelichtte. De rechter-commissaris was niet aanwezig, maar had eerder schriftelijk gereageerd op het verzoek.
De wrakingskamer oordeelde dat de motivering van de rechter-commissaris voor de benoeming van Dr. [P] niet op vooringenomenheid duidde, ondanks dat de motivering op zichzelf onvoldoende dragend was. De rechter-commissaris had aangegeven dat het belangrijk was dat het rapport niet door voorkennis werd beïnvloed. De wrakingskamer concludeerde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor de vrees van de verzoeker dat de rechter-commissaris niet onpartijdig was. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen.