ECLI:NL:RBROT:2012:BX2375

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
403841 / HA RK 12-447
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning van de rechter in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2012 een verzoek om verschoning van de rechter toegewezen. De aanleiding voor dit verzoek was een incident dat plaatsvond op 13 april 2012, waarbij de rechter werd aangesproken door een van de eisers, [naam eiser 1]. Deze eiser sprak de rechter op indringende wijze aan en beledigde hem door het woord 'kankerlijer' te roepen. De rechter voelde zich hierdoor zo ongemakkelijk dat hij van mening was dat zijn onpartijdigheid in het geding was.

Het verzoek om verschoning werd ingediend op 21 juni 2012 en ter zitting behandeld op 28 juni 2012. De eisers waren aanwezig, maar de rechter was niet verschenen. De verschoningskamer heeft het verzoek beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de omstandigheden voldoende grond gaven voor de rechter om zich te verschonen. De eisers betwistten de bewering dat [naam eiser 1] de beledigende woorden had geroepen, maar de verschoningskamer oordeelde dat de rechter zich niet vrij voelde om de zaak verder te behandelen.

De beslissing om het verzoek om verschoning toe te wijzen werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, waarbij de griffier aanwezig was. De zaak betreft een bestuursrechtelijke procedure met het kenmerk AWB 11/4717, waarin eisers beroep hadden ingesteld tegen een besluit van verweerder, het college van Burgemeester en Wethouders der gemeente Rotterdam. De beslissing van de rechtbank is van belang voor de waarborging van de onpartijdigheid van rechters in bestuursrechtelijke zaken.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Uitspraak: 10 juli 2012
Zaaknummer: 403841
Rekestnummer: HA RK 12-447
Beslissing van de meervoudige kamer op het verzoek van:
[naam rechter],
rechter in de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
1. [naam eiser 1] en
2. [naam eiser 2],
beiden verblijvende te [verblijfplaats],
hierna ook: eisers,
tegen
het college van Burgemeester en Wethouders der gemeente Rotterdam,
hierna: verweerder,
gemachtigde: H. van Rij.
1. Het procesverloop en de processtukken
Bij de rechter is in behandeling de zaak tussen eisers en verweerder, beiden voornoemd, met kenmerk AWB 11/4717.
Op 21 juni 2012 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan. De verschoningskamer heeft kennisgenomen van voornoemd verzoek.
De rechter, eisers en verweerder, zijn verwittigd van de datum en het tijdstip waarop het verzoek om verschoning zou worden behandeld en zijn voor de zitting uitgenodigd.
Ter zitting van 28 juni 2012, alwaar het verzoek om verschoning is behandeld, zijn eisers verschenen. De rechter is - zoals hij bij brief van 21 juni 2012 aankondigde - niet verschenen. Van het ter zitting verhandelde heeft de griffier aantekening gehouden.
2. Het verzoek en het verweer daartegen
2.1
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Eisers hebben beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder. Dit beroep is door de rechter behandeld op 14 februari 2012. Het onderzoek ter zitting is geschorst voor nader onderzoek door verweerder. In de ochtend van vrijdag 13 april 2012 bevond de rechter zich voor de buiteningang van de rechtbank aan de Rijnhavenzijde toen [naam eiser 1] op hem afkwam en op indringende wijze tegen hem begon te spreken. De rechter vertelde [naam eiser 1] dat hij daar niet van gediend was, omdat hij de zaak nog onder zich had. Nadat de rechter zich van [naam eiser 1] verwijderd had, kwam [naam eiser 1] weer naar de rechter toe en sprak hem wederom aan. De rechter zei [naam eiser 1] nogmaals dat hij niet met hem wilde spreken en liep weer weg. Vervolgens riep [naam eiser 1] de rechter verschillende malen op luide wijze het woord "kankerlijer" toe. Sindsdien is de rechter van oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid zich ertegen verzet dat hij de zaak verder zou behandelen en uitspraak zou doen in deze zaak.
2.2
Eisers hebben verzocht het verzoek van de rechter af te wijzen en voeren daar - verkort en zakelijk weergegeven - voor aan dat de rechter alles van de zaak weet en om die reden een beslissing moet nemen. Daarna hoeft de rechter geen zaken meer van eisers te behandelen. Betwist wordt dat [naam eiser 1] het woord "kankerlijer" geroepen heeft.
3. De beoordeling
3.1
Artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een rechter die een zaak behandelt kan verzoeken zich te mogen verschonen op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter zelf zich niet meer vrij acht de zaak van eisers bekend onder AWB 11/4717 verder te behandelen, levert naar het oordeel van de verschoningskamer een voldoende grond op als bedoeld onder 3.1.
3.3
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.
4. De beslissing
wijst toe het verzoek van [naam rechter] om zich in de zaak van eisers tegen verweerder te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven op 10 juli 2012 door mr. M.F.L.M. van der Grinten, voorzitter, mr. L.A.C. van Nifterick en mr. H. van Lokven-Van der Meer, rechters.
Deze beslissing is door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van mr. E.M. Beumer-Van der Niet, griffier.