ECLI:NL:RBROT:2012:BX2375
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- L.A.C. van Nifterick
- H. van Lokven-Van der Meer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning van de rechter in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2012 een verzoek om verschoning van de rechter toegewezen. De aanleiding voor dit verzoek was een incident dat plaatsvond op 13 april 2012, waarbij de rechter werd aangesproken door een van de eisers, [naam eiser 1]. Deze eiser sprak de rechter op indringende wijze aan en beledigde hem door het woord 'kankerlijer' te roepen. De rechter voelde zich hierdoor zo ongemakkelijk dat hij van mening was dat zijn onpartijdigheid in het geding was.
Het verzoek om verschoning werd ingediend op 21 juni 2012 en ter zitting behandeld op 28 juni 2012. De eisers waren aanwezig, maar de rechter was niet verschenen. De verschoningskamer heeft het verzoek beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de omstandigheden voldoende grond gaven voor de rechter om zich te verschonen. De eisers betwistten de bewering dat [naam eiser 1] de beledigende woorden had geroepen, maar de verschoningskamer oordeelde dat de rechter zich niet vrij voelde om de zaak verder te behandelen.
De beslissing om het verzoek om verschoning toe te wijzen werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, waarbij de griffier aanwezig was. De zaak betreft een bestuursrechtelijke procedure met het kenmerk AWB 11/4717, waarin eisers beroep hadden ingesteld tegen een besluit van verweerder, het college van Burgemeester en Wethouders der gemeente Rotterdam. De beslissing van de rechtbank is van belang voor de waarborging van de onpartijdigheid van rechters in bestuursrechtelijke zaken.