ECLI:NL:RBROT:2012:BY6787

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
413401 / HA RK 12-928
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedures

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 18 december 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen een rechter in bestuursrechtelijke procedures. De verzoeker had eerder een aantal procedures aangespannen tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis, met de kenmerken ABW 12/1975 WWB, AWB 12/804 WWB en AWB 12/3108 WWB. Op 23 november 2012 heeft de verzoeker de rechter gewraakt, omdat deze had geweigerd om elf getuigen te horen. Tijdens de zitting op 10 december 2012 is het wrakingsverzoek behandeld, waarbij de verzoeker en zijn advocaat aanwezig waren om hun standpunt toe te lichten.

De rechtbank heeft in haar beslissing geoordeeld dat de verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking, omdat er geen sprake is van een nieuw feit zoals bedoeld in artikel 8:16, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de grondslag van het tweede wrakingsverzoek wezenlijk gelijk is aan de redenen die aan het eerdere wrakingsverzoek ten grondslag lagen. Dit betekent dat het herhaald indienen van een wrakingsverzoek zonder nieuwe feiten of omstandigheden misbruik maakt van de mogelijkheid tot wraking.

De rechtbank heeft bovendien bepaald dat toekomstige wrakingsverzoeken in de onderhavige zaken niet in behandeling zullen worden genomen, om te voorkomen dat de procedure verder wordt vertraagd. Deze beslissing is genomen om de rechtsgang te waarborgen en om te voorkomen dat de verzoeker de rechterlijke macht onterecht zou blijven wraken zonder gegronde redenen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Uitspraak: 18 december 2012
Zaaknummer: 413401
Rekestnummer: HA RK 12-928
Beslissing van de meervoudige kamer op het verzoek van:
[naam verzoeker],
postadres: [postadres],
verzoeker,
advocaat: mr. J.J.A. Bosch,
strekkende tot wraking van [naam gewraakte rechter], rechter in de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht (hierna: de rechter).
1. Het procesverloop en de processtukken
De rechter behandelt de door verzoeker als eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis aanhangig gemaakte procedures met de kenmerken ABW 12/1975 WWB, AWB 12/804 WWB en AWB 12/3108 WWB.
Bij fax van 23 november 2012 heeft verzoeker de rechter gewraakt.
De wrakingskamer heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- de dossiers van bovengenoemde bestuursrechtelijke procedures;
- de fax van de gemachtigde van verzoeker aan het secretariaat van de wrakingskamer d.d. 23 november 2012, inhoudende het wrakingsverzoek;
- de fax van de gemachtigde van verzoeker d.d. 7 december 2012, inhoudende de aanvullende motivering van het wrakingsverzoek;
- de stukken van de eerdere wrakingsprocedure met kenmerk 407861 HA RK 12-659, waarin op 26 oktober 2012 uitspraak is gedaan.
Verzoeker, zijn advocaat, de rechter, alsmede het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis zijn verwittigd van de datum waarop het wrakingsverzoek zou worden behandeld en zijn voor de zitting uitgenodigd.
De rechter is in de gelegenheid gesteld voorafgaand aan de zitting schriftelijk te reageren. De rechter heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt.
Ter zitting van 10 december 2012, alwaar de gedane wraking is behandeld, zijn verschenen verzoeker, de advocaat van verzoeker en de rechter. De advocaat van verzoeker heeft het standpunt van verzoeker nader toegelicht aan de hand van een pleitnota. Van het overigens ter zitting verhandelde heeft de griffier aantekening gehouden.
2. De ontvankelijkheid van het verzoek
2.1
Voorafgaand aan de zitting die gepland was voor 24 augustus 2012 heeft verzoeker de rechter verzocht om elf getuigen te horen. Aan verzoeker is daarop bij brief van 14 augustus 2012 medegedeeld dat de getuigen niet door de rechter werden opgeroepen. Ter zitting van 24 augustus 2012 is dezelfde kwestie opnieuw aan de orde gekomen en de rechter heeft toen gemotiveerd aangegeven waarom zij geen gehoor gaf aan het verzoek tot het horen van de getuigen. Naar aanleiding van die beslissing is de rechter gewraakt. Dat wrakingsverzoek is behandeld ter zitting van 12 oktober 2012. Bij beschikking van 26 oktober 2012 is het verzoek tot wraking afgewezen.
Vervolgens heeft de rechter bepaald dat de zaak zou worden behandeld ter zitting van 30 november 2011. Voorafgaand aan die zitting heeft de advocaat van verzoeker opnieuw aan de rechter gevraagd de eerder verzochte getuigen te horen op grond van feiten en omstandigheden die zakelijk gelijk zijn aan de aan het eerdere verzoek ten grondslag gelegde motivering. Nadat de rechter te kennen had gegeven dat zij de verzochte getuigen niet zou oproepen, heeft verzoeker de rechter opnieuw gewraakt.
De grondslag van het tweede wrakingsverzoek is wezenlijk gelijk aan de redenen die aan de eerdere wraking ten grondslag zijn gelegd. Gelet op het voorgaande kan verzoeker in zijn verzoek tot wraking niet worden ontvangen. Er is geen sprake van een nieuw feit als bedoeld in artikel 8:16, vierde lid, van de Awb. De omstandigheid dat een verzoek wordt herhaald en opnieuw wordt afgewezen, tegen de afwijzing waarvan eerder een wraking was gericht, maakt niet dat sprake is van een novum als hiervoor bedoeld.
2.2
Naar het oordeel van de rechtbank maakt verzoeker misbruik van de mogelijkheid om een rechter te wraken met als gevolg dat het niet tot een inhoudelijke behandeling van de voorliggende zaken kan komen. De rechtbank vindt daarin aanleiding om te bepalen dat volgende verzoeken om wraking in de onderhavige zaken, te weten de zaken met de kenmerken ABW 12/1975 WWB, AWB 12/804 WWB en AWB 12/3108 WWB, niet in behandeling worden genomen.
3. De beslissing
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van [naam gewraakte rechter].
bepaalt dat volgende verzoeken om wraking in de onderhavige zaken, te weten de zaken met de kenmerken ABW 12/1975 WWB, AWB 12/804 WWB en AWB 12/3108 WWB, niet in behandeling worden genomen.
Deze beslissing is gegeven op 18 december 2012 door mr. M.F.L.M. van der Grinten, voorzitter, mr. L.A.C. van Nifterick en mr. H. van Lokven - Van der Meer, rechter.
Deze beslissing is door de oudste rechter uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van mr. E.M. Beumer, griffier.