Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 19 december 2013 in de zaak tussen
[naam], te [plaats], eiser,
de burgemeester van de gemeente Dordrecht, verweerder,
Procesverloop
.Namens derde-partij is niemand verschenen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de openbaarheid van documenten op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had op 18 juli 2012 een verzoek ingediend om verschillende documenten met betrekking tot een horeca-inrichting openbaar te maken. Het primaire besluit van de burgemeester van Dordrecht om dit verzoek grotendeels te weigeren, werd door eiser bestreden. De burgemeester beriep zich op artikel 28 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet bibob), dat de openbaarmaking van bepaalde gegevens verbiedt, en op de weigeringsgronden van de Wob, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en bedrijfsinformatie waarborgen.
Tijdens de zitting op 14 oktober 2013 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiser stelde dat hij ongelijk behandeld was ten opzichte van andere betrokkenen en dat de burgemeester onzorgvuldig was omgegaan met de bescherming van zijn persoonlijke gegevens. De rechtbank oordeelde echter dat de burgemeester voldoende had aangetoond dat de geweigerde informatie onder de geheimhoudingsplicht viel en dat er geen bewijs was dat eiser onterecht was behandeld. De rechtbank benadrukte dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van anderen ook in acht moest worden genomen.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiser ongegrond was, omdat er geen gebreken waren vastgesteld in het bestreden besluit. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.